Het college is binnen de gemeente verantwoordelijk voor de naleving van de regelgeving. In de huidige situatie geeft de accountant in de controleverklaring een oordeel over de rechtmatigheid van het handelen van de gemeente. In de toekomstige situatie legt het college rechtstreeks verantwoording af over de (financiële) rechtmatigheid van het gevoerde bestuur, aan de hand van de rechtmatigheidsverantwoording in de jaarrekening. De accountant controleert vervolgens de rechtmatigheidsverantwoording op getrouwheid. De accountant kijkt dus of hetgeen het college meldt in de rechtmatigheidsverantwoording, juist en volledig is.
Aanvankelijk was het voornemen om de rechtmatigheidsverantwoording met ingang van het verslagjaar 2021 in te laten gaan. Om de volgende redenen is dat volgens het Ministerie van BZK niet meer haalbaar:

  • Door corona zijn de verantwoording en controle voor dit jaar al complexer geworden, waardoor de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording op korte termijn niet opportuun is.
  • Gemeenten en provincies kunnen nu te laat kennisnemen van veranderingen, zoals de nog door te voeren wijzigingen in de regelgeving, in onder meer het Besluit begroting en verantwoording (BBV) en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO).
  • De (interne en externe) controlewerkzaamheden voor de jaarrekening 2021 zijn al begonnen.

Daarom zullen gemeenten naar verwachting voor het verslagjaar 2022, voor de eerste keer een rechtmatigheidsverantwoording op moeten nemen in de jaarrekening. Ook dit laatste is vanzelfsprekend onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring. Wij zullen de reeds ingezette trajecten van beheersing van onze processen,  het versterken van cultuur (houding en gedrag) en bewustzijn binnen de organisatie verder implementeren.