Bij gemeenten worden tot 2017 twee soorten investeringen onderscheiden, namelijk investeringen met een meerjarig economisch nut en investeringen met een maatschappelijk, maar geen economisch nut. Investeringen met een economisch nut moeten worden geactiveerd en afgeschreven.
Voor investeringen vanaf 2017 geldt dat investeringen met een maatschappelijk nut (dat wil zeggen, investeringen in goederen die niet verhandelbaar zijn en waar geen tarief voor gevraagd mag worden, zoals bruggen en wegen) voortaan ook over de levensduur afgeschreven moeten worden. Voorheen konden die investeringen ook nog in één keer ten laste van bijvoorbeeld de algemene reserve gedekt worden. Vanaf 2017 mag dat dus niet meer. Het is overigens wel toegestaan om voor bijvoorbeeld ten laste van de algemene reserve dekkingsreserves te vormen.
Afschrijving vindt plaats op basis van de nota ‘activeren, waarderen en afschrijven van vaste activa 2021’.
- Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa, waaronder de kosten van onderzoek en ontwikkeling, worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingprijs, verminderd met afschrijvingen. Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de geactiveerde kosten, gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur, met een maximum van vijf jaar.
- Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van aanschaffingswaarde of vervaardigingprijs, verminderd met afschrijvingen. Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de aanschaffingswaarde, gebaseerd op de verwachte gemiddelde economische levensduur van de activa. Op gronden wordt niet afgeschreven. We houden hierbij (nog) geen rekening met een restwaarde van een investering. Wij gaan onderzoeken of bij het afschrijvingsbeleid voortaan voor bepaalde activa wel rekening kunnen houden met een restwaarde, zeker als de gebouwen conform een gedegen plan goed onderhouden worden. De restwaarde moet vanuit het voorzichtigheidsbeginsel niet te hoog ingeschat worden.
- Financiële vaste activa
De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
In de Financiële verordening gemeente Bladel 2021 is geregeld dat nieuwe investeringen, waarvoor reeds politieke kaderstelling aanwezig is op basis van door uw raad vastgestelde beheerplannen, beleidsnotities en/of besluiten en (uitbreidings)investeringen gericht op interne bedrijfsvoering en ramingen van geringe omvang, bij de vaststelling van de begroting geautoriseerd worden.
Op basis van deze criteria hebben wij de noodzakelijke en gewenste investeringen voorzien van een A- of B-rubricering. De zgn. A-investeringen voldoen aan de hiervoor geformuleerde criteria. Reden waarom wij uw raad voorstellen om de uitvoering van deze investeringen in planjaar 2022 (en budgetten), na vaststelling van de begroting 2022 door uw raad, op te dragen aan ons college. In dit verband wordt bedoeld, dat uw raad bij de vaststelling tevens daarvoor formeel de noodzakelijke kredieten / budgetten beschikbaar stelt. Tevens wordt hiermee een doelmatigere en slagvaardigere werkwijze voor de organisatie bewerkstelligd.
Voor de uitvoering van de zgn. B-investeringen zal daarentegen nog steeds afzonderlijke besluitvorming door uw raad plaatsvinden. Voor een totaalbeeld verwijzen wij u naar bijlage 3.