We heffen op grond van artikel 220 van de Gemeentewet twee directe belastingen op de onroerende zaken die binnen de gemeente liggen, de zogenaamde onroerende zaakbelastingen (OZB):
- Een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak (die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom) bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
- Een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.
Gemeentebreed volgt de onroerendezaakbelasting de vastgestelde trendmatige verhoging van 1,40%. Voor de individuele huishoudens en bedrijven is het bij het opstellen van de begroting niet mogelijk exact aan te geven hoe de ontwikkeling van de onroerende zaakbelastingen er voor het volgende jaar uitziet. Dit komt doordat in de definitieve tariefstelling rekening wordt gehouden met de jaarlijkse aanpassingen in de waarde van de (niet-)woningen. Stijgt de waarde van de onroerende zaak, dan daalt in de regel het tarief, daalt de waarde van de onroerende zaak, dan stijgt het tarief. Alleen op deze wijze is het mogelijk om gemeentebreed de baten gelijk te houden, dan wel aan te passen aan de trendmatige verhoging.
De hoogte van de OZB is afgeleid van de WOZ-waarde (een promillage). Jaarlijks worden nieuwe WOZ-waarden vastgesteld. De maatstaf voor de aanslagen OZB voor het belastingjaar 2022 is de waarde in het economisch verkeer op peildatum 1 januari 2021. De Wet waardering onroerende zaken (WOZ) schrijft namelijk voor dat de gemeente een waarde vaststelt zoals die gold op 1 januari van één jaar eerder. Hiermee volgt de WOZ-waarde jaarlijks de marktontwikkelingen. Wij hebben, op basis van informatie die de Waarderingskamer (wettelijke toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ) heeft verzameld, rekening gehouden met een gemiddelde waardeontwikkeling van 10,0% voor woningen. Voor de niet-woningen is de marktontwikkeling 0,0%.
Voor de OZB zijn de tarieven in eerste aanleg verlaagd om de waardeontwikkeling te compenseren. Daarna worden ze aangepast aan de (nagecalculeerde) inflatiecorrectie van 1,40%. De verwachte opbrengst OZB wordt als percentage van de totale WOZ-waarde van alle onroerende zaken in Bladel uitgedrukt. Dit percentage is, afhankelijk van eigenaar/gebruiker niet-woning en eigenaar woning, bepalend voor de hoogte van elke individuele aanslag OZB. Voor de OZB zijn de tarieven in eerste aanleg verlaagd om de waardeontwikkeling te compenseren.
Eigenaar woning
In 2021 was het tarief voor woningen 0,0857% van de waarde. De eigenarenaanslag OZB voor een woning met een waarde van € 342.000,- bedroeg daarmee € 293,-. Met een waardeontwikkeling van 10% wordt de nieuwe waarde ca. € 376.000,-. Rekening houdend met de waardestijging en de voorgestelde verhoging van de OZB-opbrengsten van 1,4% komt het tarief voor 2022 uit op 0,0790%. Dit vermenigvuldigd met de nieuwe waarde van € 376.000,- leidt tot een OZB aanslag van € 297,-. Dit is een stijging van ca. 1,37%.
Eigenaar niet-woning
In 2021 was het tarief voor eigenaren van niet-woningen 0,1663% van de waarde. De eigenarenaanslag OZB voor een niet-woning met een waarde van € 320.000,- bedroeg daarmee € 532,-. Met een waardeontwikkeling van 0% wordt de nieuwe waarde ca. € 320.000,-. Rekening houdend met de voorgestelde OZB verhoging van 1,4% komt het tarief voor 2022 uit op 0,1685%. Dit vermenigvuldigd met de nieuwe waarde van € 320.000,- leidt tot een OZB aanslag van € 539,-. Dit is een stijging van ca. 1,32%.
Gebruik niet-woning
In 2021 was het tarief voor gebruikers van niet-woningen 0,1494% van de waarde. De gebruikersaanslag OZB voor een niet-woning met een waarde van € 320.000,- bedroeg € 478,-. Met een waardeontwikkeling van 0% wordt de nieuwe waarde ca. € 320.000,- Rekening houdend met de voorgestelde OZB-verhoging van 1,4% komt het tarief voor 2022 uit op 0,1519%. Dit vermenigvuldigd met de nieuwe waarde van € 320.000,- leidt tot een OZB aanslag van € 486,- Dit is een stijging van ca. 1,67%.
De afwijkende stijgingspercentages bij het tarief voor de eigenaren woningen en gebruikers van niet-woningen zijn het gevolg van afrondingen in zowel de WOZ-waarde als in het te betalen bedrag aan OZB.
Voor de onroerende zaakbelasting is voor 2022 een opbrengst geraamd van € 4.601.000,-. De te verwachten meeropbrengst uit ver- en nieuwbouw en de tariefsaanpassing zijn hierin begrepen.
Onroerende-zaakbelasting |
taakveld |
Werkelijk 2020 |
Begroot 2021 |
Begroot 2022 |
Eigenaar woningen |
0.61 |
2.384.000 |
2.483.000 |
2.521.000 |
Eigenaar niet-woningen |
0.62 |
1.038.000 |
1.036.000 |
1.126.000 |
Gebruiker niet-woningen |
0.62 |
807.000 |
912.000 |
954.000 |
Totaal onroerende zaakbelastingen |
|
4.229.000 |
4.431.000 |
4.601.000 |
|
|
|
|
|