Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Beleid voor risicomanagement

Terug naar navigatie - Beleid voor risicomanagement

De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in: 
•    de mate waarin de gemeente belangrijke financiële risico’s loopt;
•    de financiële buffer (weerstandsvermogen) die zij daarvoor achter de hand heeft.

Voor een beoordeling van het weerstandsvermogen worden in deze paragraaf de bedoelde risico’s geconfronteerd met de aanwezige weerstandscapaciteit. 

In  raadsvergadering van 27 april 2006 is de nota 'weerstandsvermogen en risicomanagement' vastgesteld en in de vergadering van 25 maart 2021 de nota 'reserves en voorzieningen 2021'. Deze nota’s en de paragraaf weerstandsvermogen hebben nauw verband met elkaar. In deze nota’s zijn vooral de beleidslijnen en de totale positie aan de orde gesteld. In de paragraaf weerstandsvermogen worden met name de financiële risico’s en het weerstandsvermogen geactualiseerd op basis van de laatste inzichten. Op deze wijze krijgt uw raad periodiek goed inzicht in de omvang en de mogelijkheden om financiële risico’s op te vangen. De ratio weerstandsvermogen wordt uitgedrukt als de verhouding tussen de algemene reserve en het gemiddelde van de geïnventariseerde risico’s. We sturen op de aanwezigheid van een ratio weerstandsvermogen binnen de grenzen van de waardering 3 (voldoende) in de bandbreedte van >1,0 tot <1,4. 

Waarderingsschaal Ratio weerstandsvermogen Betekenis
1 x > 2,0 Uitstekend
2 1,4 < x < 2,0 Ruim voldoende
3 1,0 < x < 1,4 Voldoende
4 0,8 < x < 1,0 Matig
5 0,6 < x < 0,8 Onvoldoende
6 x < 0,6 Ruim onvoldoende

Risico-inventarisatie

Terug naar navigatie - Risico-inventarisatie

Indien een redelijke inschatting van het gewenste weerstandsvermogen kan worden gegeven, kan hieruit een indicatie voor de gezondheid en flexibiliteit van de gemeentelijke financiën op de korte én langere termijn worden gegeven. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, wordt de relatie gelegd tussen de gemiddelde omvang van de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste omvang van de algemene reserve enerzijds en de omvang van de algemene reserve anderzijds. Het beschikbare weerstandsvermogen is tenminste even groot als de omvang van het bepaalde risicoprofiel. De gewenste omvang van het weerstandsvermogen moet zich tenminste op de waardering 3 (voldoende) begeven.

De financiële risico’s worden hierna per hoofdtaakveld nader toegelicht. Voor elk risico is een inschatting gemaakt van de kans dat de aangegeven gebeurtenis zou kunnen optreden. Hierbij worden drie categorieën onderscheiden, namelijk ‘laag’, ‘midden’ en ‘hoog’. Gesproken wordt van een ‘laag’ risicoprofiel  indien de kans gemiddeld voor 25% zou kunnen optreden. Een ‘midden’ risicoprofiel beweegt zich op 50% en een ‘hoog’ risicoprofiel op gemiddeld 75%. Vervolgens is een financiële indicatie opgenomen van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is.

Hoofdtaakveld: Bestuur en ondersteuning

- (1) Wachtgelden wethouders
Het is mogelijk dat een wethouder wegens een politiek conflict of in verband met verkiezingen uit het college stapt met recht op wachtgeld. Bij vertrek van één wethouder kan het risico bepaald worden op ca € 60.000,- per jaar gedurende ca 3 jaren. In voorkomende gevallen wordt hiervoor een voorziening gevormd voor de totale verplichting jegens de voormalige wethouder.

 - (2) Personeelsvoorzieningen
In het geval van ziekte en/of arbeidsongeschiktheid moet de gemeente als werkgever maximaal twee jaar het salaris aan de betrokken werknemer doorbetalen. Wanneer zich een geval van ziekte voordoet, waarvoor vervanging nodig is, kost dit de gemeente extra geld. Daarnaast geldt dat er binnen onze organisatie ook een behoorlijke mate van kwetsbaarheid is ten aanzien van specifieke kennis, omdat deze ingevuld worden door zgn. “éénmensfuncties”. Om alles tijdig te realiseren moet er evenwicht zijn tussen de te leveren prestaties en de beschikbare menskracht. Het is de taak van ons college om samen met het management dit evenwicht te zoeken en te handhaven. Waar dat niet mogelijk is zullen keuzes onvermijdelijk zijn. Het financieel risico wordt ingeschat op een bandbreedte van € 25.000,- tot € 55.000,-.

 - (3) Risico’s op eigendommen
De gemeente Bladel wordt ook steeds meer geconfronteerd met toenemende vernielingen aan de gemeentelijke eigendommen. Daar de dader(s) vaak niet meer te achterhalen zijn kunnen de kosten van herstel niet in alle gevallen verhaald worden. Op basis van uitgevoerde risicoanalyses uit het verleden wordt dit incidenteel risico ingeschat op een bandbreedte van € 15.000 tot € 25.000,-.

- (4) Gevolgen waardering activa
De raad heeft in zijn vergadering van 25 maart 2021 het nieuwe afschrijvingsbeleid vastgesteld, waarin uitgangspunt is dat afgeschreven wordt tot een boekwaarde van € 0,-. Voor sommige vaste activa kan echter van tevoren vastgesteld worden dat sprake dient te zijn van een restwaarde, omdat een deel van het actief geacht wordt altijd zijn waarde te behouden (tot het moment van verkoop of buitengebruikstelling natuurlijk). Het hanteren van een restwaarde kan voor de langere termijn daarentegen onzekerheden geven met financiële consequenties tot gevolg. Om deze onzekerheid weg te nemen willen we hiervoor bij de bepaling van de omvang van het weerstandsvermogen een bedrag opnemen binnen een bandbreedte van € 100.000,- tot € 500.000,-. Het incidentele risicoprofiel schatten wij vooralsnog als ‘laag‘ in. Jaarlijks monitoren we het risicoprofiel in de reguliere P&C-documenten.

 - (5) Informatiebeveiliging en privacy
Zowel bij het gebruik van gegevens binnen de gemeente, als bij de uitwisseling van informatie, moet de gemeente rekening houden met beveiligings- en privacyaspecten. Als uitgangspunt worden de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) gebruikt voor informatiebeveiliging en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) voor privacy. Door zo goed mogelijk te voldoen aan de normen van de BIO en de AVG worden de risico’s verkleind. 
Middels ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit) wordt getoetst in hoeverre er wordt voldaan aan de BIO. Op basis van ENSIA en een jaarlijkse risico-inventarisatie- en evaluatie wordt het informatiebeveiligingsplan bijgesteld. Het plan is bedoeld om middels een prioritering te komen tot een situatie waarin zo goed mogelijk wordt voldaan aan de eisen in de BIO, om hiermee de informatieveiligheid te vergroten. Ook worden er ‘Privacy Impact Assessments’ (PIA’s) uitgevoerd op een aantal werkprocessen waarbij gevoelige persoonsgegevens verwerkt worden. Middels deze PIA’s wordt beoordeeld of de verwerking van persoonsgegevens op een juiste manier plaatsvindt. Hier komen eventueel aanbevelingen uit voort die opgepakt worden om nog beter met persoonsgegevens om te gaan. Op die manier wordt het risico van onjuiste omgang met persoonsgegevens verkleind.

Er blijft echter altijd een risico bestaan dat er een informatiebeveiligingsincident of datalek plaatsvindt. Naast dat bijvoorbeeld hackers zich blijven ontwikkelen en slimmer worden, kunnen ook medewerkers onbewust informatie lekken. Daarom blijft bewustwording een belangrijk aspect voor de bescherming van gegevens. Dit blijkt ook uit de soort informatiebeveiligingsincidenten die afgelopen jaar hebben plaatsgevonden, waarbij er verkeerd met persoonsgegevens is omgegaan. Gelukkig waren dit kleine incidenten waarbij het risico op misbruik verwaarloosbaar was. 

Beveiligingsincidenten en datalekken hebben voor gemeenten het risico op imagoschade en financiële schade. Financiële schade kan voortkomen uit boetes, herstelkosten of aansprakelijkstellingen. Voor de financiële schade wordt een bedrag van € 30.000,- als risico opgenomen.

Hoofdtaakveld: Verkeer en vervoer

- (6) Gladheidbestrijding
De gladheidbestrijding is middels een contract ondergebracht bij een aannemer voor de duur van vijf jaren en eindigt 1 mei 2026. De duur en hevigheid van een winterperiode laat zich moeilijk voorspellen. Tijdens extreme situaties, bijvoorbeeld bij (hevige) sneeuwval in combinatie met strenge vorst, moet dan ook intensiever worden geschoven en gestrooid. Bij de beschikbare gestelde middelen wordt uitgegaan van normale winterse omstandigheden, wat per winterseizoen neer komt op 27 maal de vooraf bepaalde routes schuiven en strooien. Zodra sprake is van extreme situaties kunnen de meerkosten oplopen doordat vaker dan gemiddeld wordt gestrooid. Rekening houdend met extremere situaties, waarbij een toename van 35% extra werkzaamheden met betrekking tot gladheidbestrijding aannemelijk wordt geacht, is er sprake van een risico van ca. € 25.000,- aan extra kosten.

Hoofdtaakveld: Volksgezondheid en milieu

- (7) Verwerkingsovereenkomst restafval Attero
De Hoge Raad heeft op 7 maart 2023 uitspraak gedaan over de minderlevering restafval 2015-januari 2017. Dit is voor de gemeente(n) in het nadeel uitgevallen. Het uiteindelijke gevolg van de uitspraak is dat de procedure met betrekking tot de naheffing over de jaren 2015-2017 tussen Attero en de Vereniging van Contractanten (VvC) tot een definitief einde is gekomen en dat Attero weer aanspraak kan maken op de in de tweede arbitrage toegekende suppletievergoedingen. De uitspraak van de Hoge Raad is definitief en hier is geen verweer meer tegen mogelijk. Op basis van een concept berekening van de Metropoolregio hebben wij in de jaarstukken hiervoor een voorziening gevormd van € 310.000,-. Het streven is om het Algemeen Bestuur hierover nog dit jaar een besluit te laten nemen. Zodra besluitvorming over de definitieve verdeling over de gemeenten heeft plaatsgevonden, zal een eindafrekening plaatsvinden. Dat risico is vooralsnog ingeschat op pm.

Hoofdtaakveld: Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening

- (8) Actualisatie winstuitnames grondexploitatie
De gemeente Bladel neemt tussentijds winst als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan (laag risicoprofiel). In het BBV (notitie grondexploitatie) zijn regels vastgelegd over de wijze van winstnemingen. In de notitie wordt aangegeven dat bij tussentijdse winstnemingen de percentage of completion methode (POC) dient te worden gevolg: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd moet tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. 

Eerdere jaren nam de vraag naar grond weer toe, het lijkt erop dat de hausse voorbij is. De verkopen lijken in een rustiger vaarwater te komen. Dit heeft ook als consequentie dat de aanvankelijk geprognosticeerde winstuitnames, gelet op het vastgestelde beleid in de Nota Grondbeleid 2019 en de nieuwe voorschriften BBV bijgesteld moeten worden. 
Wij hebben nu rekening gehouden met een normale fasering in gronduitgifte en gelijkblijvende grondprijzen, beide ingegeven door het economische klimaat en de signalen in de woningbouw. Vanaf 2016 zijn we als gemeente verplicht om vennootschapsbelasting (Vpb) te betalen over de fiscale winsten. Voorts wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. 

In de grondexploitaties wordt voor de boekjaren 2023 tot en met 2029 (commerciële) winst verwacht. Het (conjuncturele) risico wordt ingeschat op een bandbreedte van 15% en 25% van de geraamde (commerciële) winstuitname gedurende de planperiode. Het risico wordt dan ingeschat op een bandbreedte van € 103.000,- tot € 172.000,-. Dit risico schatten wij als midden in. 

Coronavirus
De gevolgen van de coronacrisis zijn - net als vorig jaar - zorgvuldig in kaart gebracht in de paragraaf corona. De conclusie is dat er ook dit jaar geen risico's (meer) zijn voor de gemeente Bladel als gevolg van de pandemie.

Financiële indicatie risico-inventarisatie en -kwantificering

Terug naar navigatie - Financiële indicatie risico-inventarisatie en -kwantificering

De omvang van de geïnventariseerde risico’s beweegt zich tussen een bedrag van € 358.000,- en een bedrag van € 987.000,- (zie kolom c). Indien alle risico’s zich tegelijk zouden voordoen, gaat het gemiddeld dus om een bedrag van € 673.000,-. Maar de kans hierop is niet erg groot. Uitgaande van de gemiddelde omvang en de geraamde ‘kansen’ bedraagt het totaal aan de nu geïnventariseerde risico’s een aanzienlijk lager bedrag: gemiddeld € 236.000,-, waarvan een deel incidenteel (€ 236.000,-) en een deel structureel (€ 0,-).
Overigens suggereren deze bedragen een nauwkeurigheid die zich absoluut niet voordoet; het is de toevallige uitkomst van een kansberekening en niet een met zekerheid te voorspellen uitkomst. In onderstaande tabel is een financiële indicatie opgenomen van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is.

nr. omschrijving geraamde kans gemiddeld kans x effect kans x effect
omvang * effect incidenteel structureel
(bedragen x € 1.000,-) 25% 50% 75% (c : 2) (d,e of f x g) (d,e of f x g)
(a) (b) (c) (d) (e) (f) (g) (h) (i)
1 Wachtgelden wethouders 60-180 x 120 60
2 Personeelsvoorzieningen 25-55 x 40 30
3 Risico’s eigendommen 15-25 x 20 15
4 Gevolgen waardering activa 100-500 x 300 75
5 Informatiebeveiliging 30-30 x 30 8
6 Gladheidbestrijding 25-25 x 25 13
7 Afvalverwijdering Attero 0-0 x 33
8 Actualisatie winstuitnames grond-exploitatie 103-172 x 138 35
9 Gevolgen Stikstofbesluit pm x pm pm
Ondergrens risico’s 358
Bovengrens risico’s 987
Totaal gemiddelde risico’s 673
Totaal na kansberekening 269 pm

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Ten aanzien van de geraamde stand van de algemene reserve willen wij -met nadruk- vermelden dat het vooralsnog geprognosticeerde resultaten betreffen. Daadwerkelijke bestedingsvoorstellen moeten steeds beoordeeld worden aan de hand van werkelijk gerealiseerde resultaten. 

In onderstaand tabel wordt de prognose van de omvang van het weerstandsvermogen (algemene reserve: exclusief resultaatbestemming) weergegeven:

(bedragen x € 1.000,-) rekening 2021 begroting 2022 rekening 2022
a. noodzakelijke omvang (voldoende) 1.218 781 942
b. geïnventariseerde risico's (gemiddeld) 461 251 673
c. stand algemene reserve begin van het jaar 9.350 10.276 10.276
d. stand algemene reserve eind van het jaar 10.276 16.351 13.719
e. algemene reserve (vrije ruimte eind van het jaar): d - a 9.058 15.570 12.777
f. ratio algemene reserve eind van het jaar f / c 8,44 20,94 14,56
g. betekenis uitstekend uitstekend uitstekend

Kengetal en de signaleringswaarde

Terug naar navigatie - Kengetal en de signaleringswaarde

Het opnemen van financiële kengetallen in (de begroting en) de jaarstukken past in het streven naar meer transparantie. Ook geven de kengetallen meer inzicht in de ontwikkeling van de financiële positie en de baten en lasten van de gemeente. Het biedt de mogelijkheid om normen te stellen, net als bij de beoordeling van het weerstandsvermogen gebeurt. We relateren de normering zoveel mogelijk aan normen die door de VNG zijn voorgesteld.

Kengetallen: landelijke risico profielen categorie categorie categorie
A B C
1 A. netto schuldquote < 90% van 90% t/m 130% > 130%
1 B. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen < 90% van 90% t/m 130% > 130%
2. solvabiliteitsrisico > 50% van 20% t/m 50% < 20%
3. grondexploitatie < 20% van 20% t/m 35% > 35%
4. structurele exploitatieruimte >= 0% 0% < 0%
5. belastingcapaciteit < 100% van 100% t/m 105% > 105%

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Om de kengetallen te kunnen duiden is per kengetal een omschrijving opgenomen.

1A. Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. De netto schuldquote geeft aan of de gemeente investeringsruimte heeft of juist op zijn tellen moet passen. Daarnaast zegt het kengetal ook wat over de flexibiliteit van de begroting. Hoe hoger de schuld is, hoe meer kapitaallasten (rente en aflossing) er zijn waardoor een begroting minder flexibel wordt. Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote begeeft zich binnen de bandbreedte van categorie A.

1B. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast.

De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen. De netto gecorrigeerde schuldquote begeeft zich binnen de bandbreedte van categorie A.

2. De solvabiliteitsratio
Het solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin het activabezit van de gemeente is afbetaald en in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het betreft het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal. In feite wordt er naar gekeken in hoeverre, in geval van nood, de verschaffers van het vreemde vermogen kunnen worden betaald.

De solvabiliteitsratio van de jaarrekening 2022 bedraagt 30% ten opzichte van 24% in 2021. Dit wordt veroorzaakt, doordat het eigen vermogen in 2022 is toegenomen met het jaarresultaat. 

3. Kengetal grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de in exploitatie genomen gronden zich verhoudt tot de totale (geraamde) jaarlijkse baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Voor de berekening van het kengetal grondexploitatie worden bouwgronden in exploitatie gedeeld door de totale baten (exclusief de mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarden van verliesgevende plannen zijn gebaseerd op de actuele marktwaarde en voor verwachte verliezen zijn voorzieningen getroffen. Het risicoprofiel van de gemeente ten aanzien van grondexploitaties is vrij beperkt. Dit vertaalt zich in een laag kengetal grondexploitatie. 

De boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie is ook van invloed op beide schuldquotes en op de solvabiliteitsratio, omdat de bouwgronden zijn gefinancierd met vreemd vermogen. De balanswaarde (exclusief voorziening) van de bouwgronden in exploitatie bedraagt ca € 2,7 miljoen.

4. Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten.

Voor de berekening van het kengetal structurele exploitatieruimte wordt het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves gedeeld door de totale baten (exclusief de mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage. Op basis van het kengetal blijkt dat er structurele ruimte is om tekorten of extra lasten binnen de huidige begroting op te vangen. Dit past binnen ons financieel beleid om strak te begroten. 

5. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde waarde in de gemeente. Deze cijfers worden in de jaarlijkse meicirculaire bekend gemaakt. Het kengetal belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar te vergelijken met het landelijke gemiddelde in het jaar daarvoor. Het is de bevoegdheid van uw raad met welke omvang de belastingen worden aangepast. 

Kengetallen: Verloop van de kengetallen
streefwaarde Rekening 2021 Begroting 2022 Rekening 2022
netto schuldquote < 90% 92% 68% 76%
netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen < 90% 88% 65% 73%
solvabiliteitsrisico > 30% 24% 31% 30%
grondexploitatie < 35% 3% 3% 4%
structurele exploitatieruimte >= 0% 2% 5% 10%
belastingcapaciteit < 105% 94% 91% 91%

Conclusie houdbare financiële positie

Terug naar navigatie - Conclusie houdbare financiële positie

In onze optiek spreken we over houdbaar als de gemeente in het geval van ‘slecht weer’ nog voldoende vrij beschikbare middelen heeft om de klappen op te kunnen vangen. Dit betekent dat de gemeente voldoende flexibel moet zijn en dus niet teveel verplichtingen (financieel, juridisch en bestuurlijk) moet hebben die meerjarig (langer dan vijf jaar) vastliggen. De gemeente moet wendbaar zijn om snel te kunnen reageren. Enerzijds organisatorisch wendbaar om goed in te kunnen spelen op uitbreiding of inkrimping van het takenpakket. Anderzijds financieel wendbaar door de begroting op orde te hebben en een financiële buffer aan te houden. Flexibiliteit en weerbaarheid zijn in dit verband belangrijke termen en vormen de pijlers voor het spelregelkader.

Op basis van de uitkomsten van bovenstaande kengetallen is de financiële positie van de gemeente Bladel in 2022 weerbaar en voldoende robuust. Er zijn voldoende buffers (zowel structureel als incidenteel) voorhanden om de risico´s, als deze zich voordoen, en andere onvoorziene tegenvallers op te kunnen vangen. Daarnaast worden de incidentele lasten volledig gedekt door de incidentele baten, zodat de begroting 2022 in materieel opzicht meer dan sluitend is.

Ten slotte merken wij op dat de stuurbaarheid op de kengetallen betrekkelijk is. De financiële kengetallen hebben vooralsnog een indicatieve waarde. Het is dus, met andere woorden, niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten altijd in samenhang worden beoordeeld, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van de gemeente.