Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Gemeente Bladel voert een solide financieel beleid. We doen geen uitgaven die we niet kunnen betalen en kiezen voor goede lange termijn investeringen. Door realistisch te begroten en regelmatig te rapporteren, houden we grip op onze financiën. We spannen ons in om de gemeentelijke lasten voor onze inwoners op een laag niveau te houden.

Wat heeft het beleidsveld gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het beleidsveld gekost?

Toelichting algemene dekkingsmiddelen:

a. lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is
Bladel kent twee heffingen waarvan de aanwending vrij is. Naast de onroerende zaakbelasting gaat het om de toeristenbelasting. De OZB-tarieven voor 2022 zijn bijgesteld aan de hand van de gemiddelde ontwikkeling van de nieuwe WOZ-waarden (woningen +10,0% en 0% voor niet-woningen) zodat er in eerste aanleg sprake is van een gelijkblijvende opbrengst. Daarna werden de tarieven verhoogd met een nagecalculeerde inflatiecorrectie  van 1,40%.  De OZB-opbrengst was pro saldo ca € 6.000,- lager dan geraamd. De tarieven voor de toeristenbelasting werden verhoogd met 3,24%. De opbrengst toeristenbelasting was pro saldo ca € 60.000,- meer dan geraamd. Voor een nadere toelichting van de lokale heffingen wordt verwezen naar paragraaf Lokale heffingen.

b. uitkeringen uit het gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeente. De algemene uitkering wordt door het rijk op grond van diverse verdeelsleutels (maatstaven) toegerekend aan de gemeenten. De uit te keren bedragen worden in circulaires bekendgemaakt. 

In raadsmededelingen RM22.035 en RM22.085 en raadsvoorstel R22.063 is reeds uitgebreid verslag gedaan over de ontwikkelingen binnen het gemeentefonds. Deze bijstellingen zijn enerzijds gevolg van de autonome ontwikkeling in de rijksuitgaven en anderzijds door de doorwerking van de beleidsintensiveringen en/of beleidsextensiveringen door het rijk. De verantwoorde algemene uitkering is gebaseerd op de ten tijde van het opstellen van de jaarrekening bekende informatie uit de decembercirculaire 2022. De accressen (de jaarlijkse toe- of afname van de groei van het gemeentefonds) zijn daarentegen verantwoord op basis van de accresmededeling zoals opgenomen in de septembercirculaire 2022, omdat de decembercirculaire geen bijstellingsmoment is voor het accres. Samengevat resulteert de uitkering uit het gemeentefonds in een positief resultaat van € 541.000,-.

c. dividenden
De gemeente heeft deelnemingen door kapitaalinbreng bij de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) en NV Brabant Water. Van de BNG wordt jaarlijks dividend ontvangen. Brabant Water keert nog geen dividend uit. Door de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) is voor de solvabiliteit een bandbreedte van 45%-50% vastgesteld voor het doen van dividenduitkeringen. Het actuele percentage van Brabant Water bedraagt 55,8%. Hoewel dit percentage boven de bandbreedte valt is door de AvA besloten om nog geen uitkeringen te doen in afwachting van een lopende aansprakelijkheid. Daarnaast moet Brabant Water de komende jaren aanzienlijke investeringen doen. Hierdoor stijgt het balanstotaal, maar daalt de solvabiliteit. Conform regelgeving wordt de dividenduitkering verantwoord in het jaar waarin het besluit is genomen.

d. saldo van de financieringsfunctie
Het financieringsresultaat bestaat uit het verschil tussen het totaal van de werkelijk betaalde en berekende rente over onze financieringsmiddelen en het totaal van de renteontvangsten en de doorberekende rente over de vaste activa. De rentelasten worden toegerekend aan de (hoofd)taakvelden met het rente-omslagpercentage van 0,65%. Voor MFA Hart van Hapert wordt een uitzonderingsrente gehanteerd van 0,497%. Het percentage voor toerekening aan de in exploitatie genomen grondexploitaties bedraagt daarentegen 0,588% (werkelijke rentelasten op basis van verhouding vreemd vermogen / totaal vermogen). Het verschil tussen het omslagpercentage en de betaalde rente wordt ten gunste van de financieringsfunctie verantwoord.

Het financieringsresultaat voor 2022 was geraamd op € 103.000,- nadelig. Het gerealiseerde resultaat is € 102.000,- voordeliger, met name door hogere rentebaten in combinatie met hogere doorbelastingen van rentelasten aan de diverse hoofdtaakvelden. In de paragraaf Financiering wordt naast de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille ook inzicht gegeven in de rentelasten uit externe financiering, het renteresultaat en de wijze van toerekening. 

e. overige algemene dekkingsmiddelen
Aan algemene- en bestemmingsreserves wordt met ingang van 2021, op grond van de "Nota reserves en voorzieningen 2021", in zijn algemeenheid geen rente meer bijgeschreven. Hierop maken we een uitzondering voor de dekkingsreserve kapitaallasten investeringen. Hiervan wordt de rente toegevoegd aan deze reserve, omdat naast de afschrijvingslasten ook de rentelasten van een investering (onder de noemer kapitaallasten) gedekt worden ten laste van deze reserve. De rentevergoeding voor het eigen vermogen wordt op grond van het BBV gebaseerd op het gewogen samenstel van de externe rentelasten over de lang en kort aangetrokken financieringsmiddelen en bedraagt daarmee 0,809%.

  f. vennootschapsbelasting
Jaarlijks inventariseren we de ondernemingsachtige activiteiten van de gemeente. De meeste activiteiten komen niet door de “ondernemingspoort”. Dit komt omdat deze activiteiten geen winst genereren of doordat in fiscale zin de gemeente niet deelneemt aan het economische verkeer. Voor een drietal geclusterde werkvelden wordt in principe door de ondernemingspoort gegaan, te weten: inzameling en verwerken van huishoudelijke afvalstromen, woningexploitatie en grondexploitatie.
Met betrekking tot de verwerking van de afvalstromen is intussen door de fiscus opgelegd dat normatief 1% van de restwaarde in de belastingheffing wordt betrokken. Duidelijk is dat grondexploitatie als de grootste belaste activiteit voor de vennootschapsbelasting moet worden gezien. 

g. onvoorzien en stelposten
In de primitieve begroting was een bedrag opgenomen van ca € 13.000,-. Daarnaast waren een aantal stelposten aanwezig. Stelposten waaraan nog geen specifieke bestemming gegeven was, zoals o.a. de stelpost voor dekking van loon- en prijsmutaties, onderuitputting kapitaallasten en overhead e.d.. Zowel de post onvoorzien als de stelposten werden ultimo 2022 volledig aangewend, enerzijds voor de dekking van bestedingsvoorstellen en anderzijds door vrijval ten gunste van het begrotingsresultaat. Aan de hand van de risico’s op onze openstaande vorderingen bepalen we hoe hoog de voorziening dubieuze debiteuren moet zijn. Op grond van de analyse hebben we deze verhoogd met € 109.000,-. In het overzicht van baten en lasten en toelichtingen wordt de aanwending van het bedrag voor onvoorziene uitgaven en de stelposten weergegeven. Voor een nadere analyse wordt verwezen naar het "Overzicht van baten en lasten en toelichting".

Na de hiervoor genoemde (doorlopende) activiteiten volgt in onderstaand overzicht “Wat het gekost heeft?” 

Bedragen Rekening Begroting Begroting Rekening Rekening
2021 prm 2022 na wijz. 2022 t.o.v.
(bedragen x € 1.000,-) 2022 begroting
lasten:
algemene dekkingsmiddelen n -547 v 67 n -962 n -852 v 110
totaal gerealiseerde lasten n -547 v 67 n -962 n -852 v 110
baten:
algemene dekkingsmiddelen v 39.745 v 39.906 v 44.065 v 44.687 v 622
totaal gerealiseerde baten v 39.745 v 39.906 v 44.065 v 44.687 v 622
gerealiseerd resultaat v 39.198 v 39.973 v 43.103 v 43.835 v 732