Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Gemeente Bladel voert een solide financieel beleid. We doen geen uitgaven die we niet kunnen betalen en kiezen voor goede lange termijn investeringen. Door realistisch te begroten en regelmatig te rapporteren, houden we grip op onze financiën. We spannen ons in om de gemeentelijke lasten voor onze inwoners op een laag niveau te houden.

Wat wilden we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat wilden we bereiken?

Voorzieningenniveau in evenwicht met beschikbare middelen

Terug naar navigatie - Voorzieningenniveau in evenwicht met beschikbare middelen

Wat hebben we gedaan in 2021?

Wat heeft het beleidsveld gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het beleidsveld gekost?

Toelichting algemene dekkingsmiddelen:

  a. lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is
Bladel kent twee heffingen waarvan de aanwending vrij is. Naast de onroerende zaakbelasting gaat het om de toeristenbelasting. Besloten is om geen precariorechten (vergoeding voor het gebruik van openbare grond) te heffen. Hiervoor in de plaats wordt een terrasvergoeding gevraagd (op basis van een terrasvergunning) van de horeca ondernemers. 

De OZB-tarieven voor 2021 zijn bijgesteld aan de hand van de gemiddelde ontwikkeling van de nieuwe WOZ-waarden (woningen +6,72% en niet-woningen -/- 0,12%) zodat er in eerste aanleg sprake is van een gelijkblijvende opbrengst. Daarnaast werden de tarieven verhoogd met een nagecalculeerde inflatiecorrectie 2,50%. In de primitieve begroting 2021 waren we nog uitgegaan om, naast de trendmatige verhoging, de OZB-tarieven extra te verhogen met 3,40%. Dit was onzes inziens noodzakelijk om met name de nadelige herverdeeleffecten van de herijking van het gemeentefonds gefaseerd op te kunnen vangen. Nadeel wat volledig veroorzaakt wordt door (voorgenomen) rijksbeleid. Omdat de uitkering uit het gemeentefonds op basis van de septembercirculaire 2020 erg gunstig voor onze  gemeente uitpakte heeft de raad middels een unaniem aangenomen amendement besloten deze extra OZB-verhoging voor 2021 niet te effectueren.

De tarieven voor de toeristenbelasting werden verhoogd met 3,24%. Voor een nadere toelichting van de lokale heffingen wordt verwezen naar paragraaf Lokale heffingen.

  b. uitkeringen uit het gemeentefonds
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeente. De algemene uitkering wordt door het rijk op grond van diverse verdeelsleutels (maatstaven) toegerekend aan de gemeenten. De uit te keren bedragen worden in circulaires bekendgemaakt. De algemene uitkering is op basis van de ‘trap-op-trap-af systematiek’ gekoppeld aan het totale netto uitgavenkader van het rijk. Door deze brede koppeling groeit de algemene uitkering ook mee met de zorguitgaven en sociale zekerheidsuitgaven van het rijk. De ontwikkeling van het accres wordt daarmee stabieler. De stabiliteit wordt nog verder vergroot, doordat het rijk een deel van de uitgaven WW en bijstand erbuiten houdt en juist die uitgaven erg conjunctuur gevoelig zijn. Gemeenten hoeven niet specifiek verantwoording af te leggen over de algemene uitkeringen. Via de algemene uitkering hebben we ook coronasteun middelen ontvangen van het rijk om enerzijds de inkomstendervingen en anderzijds de extra gemeentelijke uitgaven op te kunnen vangen. Het totaal van de ontvangen steunpakketten via de algemene uitkering bedraagt dan € 957.000,- (zie paragraaf Covid-19).

In raadsmededelingen R21.091 en R21.180 en raadsvoorstel R21.140 is reeds uitgebreid verslag gedaan over de ontwikkelingen binnen het gemeentefonds. Deze bijstellingen zijn enerzijds gevolg van de autonome ontwikkeling in de rijksuitgaven en anderzijds door de doorwerking van de beleidsintensiveringen en/of beleidsextensiveringen door het rijk. Mede op basis van het oordeel van de Commissie van Wijzen heeft het kabinet ook extra middelen voor 2021 (en 2022) voor jeugdhulp beschikbaar gesteld. Het nieuwe kabinet zal moeten besluiten over noodzakelijke aanpassingen aan het jeugdstelsel en de structurele financiën. Het oordeel van de Commissie van Wijzen dient daarbij als zwaarwegende inbreng. Het rijk en de VNG, in samenwerking met andere betrokken partijen (onder andere cliënten, aanbieders en professionals), committeren zich aan het opstellen van een hervormingsagenda, die bestaat uit een combinatie van een set van maatregelen en een financieel kader waarmee een structureel houdbaarder jeugdstelsel wordt gerealiseerd. Deze hervormingsagenda omvat zowel afspraken over maatregelen die passen binnen het huidige stelsel, als het starten met de voorbereiding van aanpassing in nationale wet- en regelgeving. 

De verantwoorde algemene uitkering is gebaseerd op de ten tijde van het opstellen van de jaarrekening bekende informatie uit de decembercirculaire 2021. De accressen (de jaarlijkse toe- of afname van de groei van het gemeentefonds) zijn daarentegen (op basis van een stellige uitspraak van de Commissie BBV) verantwoord op basis van de accresmededeling zoals opgenomen in de septembercirculaire 2021, omdat de decembercirculaire geen bijstellingsmoment is voor het accres.  Samengevat resulteert de uitkering uit het gemeentefonds in een positief resultaat van € 123.000,- (waarvan € 39.000,- coronamaatregelen decembercirculaire 2021).

  c. dividenden
De gemeente heeft deelnemingen door kapitaalinbreng bij de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten en  NV Brabant Water. Van de Bank Nederlandse Gemeenten wordt jaarlijks dividend ontvangen. Brabant Water keert nog geen dividend uit. Door de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) is een bandbreedte van 45-60% vastgesteld voor het doen van dividenduitkeringen. Het actuele percentage van Brabant Water bedraagt 55,8%. Hoewel dit percentage ruim binnen de bandbreedte valt is door de AvA besloten om nog geen uitkeringen te doen in afwachting van een lopende aansprakelijkheid. Conform regelgeving wordt de dividenduitkering verantwoord in het jaar waarin het besluit is genomen.

  d. saldo van de financieringsfunctie
Het financieringsresultaat bestaat uit het verschil tussen het totaal van de werkelijk betaalde en berekende rente over onze financieringsmiddelen en het totaal van de renteontvangsten en de doorberekende rente over de vaste activa. De rentelasten worden toegerekend aan de (hoofd)taakvelden met het rente-omslagpercentage van 1,00%. Voor MFA Hart van Hapert wordt een uitzonderingsrente gehanteerd van 0,497%. Het percentage voor toerekening aan de in exploitatie genomen grondexploitaties bedraagt daarentegen 0,7048% (werkelijke rentelasten op basis van verhouding vreemd vermogen / totaal vermogen). Het verschil tussen dit omslagpercentage en de betaalde rente wordt ten gunste van de financieringsfunctie verantwoord.

Het financieringsresultaat voor 2021 is geraamd op € 122.000,- voordelig. Het gerealiseerde resultaat is € 74.000,- gunstiger, met name door hogere doorbelastingen van rentelasten aan de diverse hoofdtaakvelden. In de paragraaf Financiering wordt naast de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille ook inzicht gegeven in de rentelasten uit externe financiering, het renteresultaat en de wijze van toerekening. 

  e. overige algemene dekkingsmiddelen
Aan algemene- en bestemmingsreserves wordt met ingang van 2021, op grond van de "Nota reserves en voorzieningen 2021", in zijn algemeenheid geen rente meer bijgeschreven. Hierop maken we een uitzondering voor de dekkingsreserve kapitaallasten investeringen. Hiervan wordt de rente toegevoegd aan deze reserve, omdat naast de afschrijvingslasten ook de rentelasten van een investering (onder de noemer kapitaallasten) gedekt worden ten laste van deze reserve.  De rentevergoeding voor het eigen vermogen wordt op grond van het BBV gebaseerd op het gewogen samenstel van de externe rentelasten over de lang en kort aangetrokken financieringsmiddelen en bedraagt daarmee 0,9931%.

  f. vennootschapsbelasting
Met ingang van 2016 vallen overheidsondernemingen onder de vennootschapsbelasting (Vpb). Jaarlijks inventariseren we de ondernemingsachtige activiteiten van de gemeente. De meeste activiteiten komen niet door de “ondernemingspoort ”. Dit komt omdat deze activiteiten geen winst genereren of doordat in fiscale zin de gemeente niet deelneemt aan het economische verkeer. Voor een drietal geclusterde werkvelden wordt in principe door de ondernemingspoort gegaan, te weten: inzameling en verwerken van huishoudelijke afvalstromen, woningexploitatie en grondexploitatie.
Met betrekking tot de verwerking van de afvalstromen is intussen door de fiscus opgelegd dat normatief 1% van de restwaarde in de belastingheffing wordt betrokken. Duidelijk is dat grondexploitatie als de grootste belaste activiteit voor de vennootschapsbelasting moet worden gezien. Over 2021 moeten we € 33.000,- meer Vpb afdragen als gevolg van hogere fiscale winsten van grondexploitaties. Wegens een herziene aangifte over 2020 wordt daarentegen een restitutie verwacht van € 202.000,-.

  g. onvoorzien en stelposten
Op basis van artikel 28 BBV nemen we in de jaarrekening een overzicht op van de aanwending van het bedrag voor onvoorzien. In de primitieve begroting was nog een bedrag opgenomen van ca € 13.000,-. Daarnaast zijn een aantal stelposten aanwezig. Stelposten waaraan nog geen specifieke bestemming gegeven is, zoals o.a. de stelpost voor dekking van loon- en prijsmutaties, nieuwe beleidsinitiatieven, overhead e.d.. Zowel de post onvoorzien als de stelposten werden ultimo 2021 volledig aangewend, enerzijds voor de dekking van bestedingsvoorstellen en anderzijds door vrijval ten gunste van het begrotingsresultaat. Aan de hand van de risico’s op onze openstaande vorderingen bepalen we hoe hoog de voorziening dubieuze debiteuren moet zijn. Op grond van de analyse kon € 46.000,- vrij vallen. In het overzicht van baten en lasten en toelichtingen wordt de aanwending van het bedrag voor onvoorziene uitgaven en de stelposten weergegeven. Voor een nadere analyse wordt verwezen naar het "Overzicht van baten en lasten en toelichting".

Na de hiervoor genoemde (doorlopende) activiteiten volgt in onderstaand overzicht “Wat het gekost heeft?” 

Bedragen Rekening Begroting Begroting Rekening Rekening
2020 prm 2021 na wijz.2021 2021 t.o.v.
(bedragen x € 1.000,-) begroting
lasten:
algemene dekkingsmiddelen n -1.185 n -558 n -669 n -547 v 122
totaal gerealiseerde lasten n -1.185 n -558 n -669 n -547 v 122
baten:
algemene dekkingsmiddelen v 37.981 v 37.489 v 39.536 v 39.745 v 209
totaal gerealiseerde baten v 37.981 v 37.489 v 39.536 v 39.745 v 209
gerealiseerd resultaat v 36.796 v 36.931 v 38.867 v 39.198 v 331