1. Overzicht afschrijvingstermijnen

Overzicht geraamde baten en lasten per beleidsveld

Terug naar navigatie - Overzicht geraamde baten en lasten per beleidsveld

Onderstaand afschrijvingstabel geeft invulling aan de betreffende uitgangspunten uit de nota “activeren, waarderen en afschrijven van vaste activa 2021”. De genoemde termijnen zijn maximale termijnen, richtinggevend en niet bindend. Wanneer wordt afgeweken van de aangegeven afschrijvingstermijnen is dit een onderdeel van het investeringsbesluit. De tabel is niet limitatief en kan aangevuld worden met nieuwe soorten activa en hun maximale afschrijvingstermijnen.

Balansrubriek betreft afschrijvings-
termijn
Algemeen
Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000,- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreine. Gronden en terreinen
worden altijd geactiveerd.
Immateriële vaste activa a. kosten sluiten geldleningen tlv resultaat
b. onderzoek en ontwikkeling bepaald actief (onder voorwaarden) max. 5 jaar
Materiële vaste activa
Gronden en terreinen a. gronden en terreinen niet
b. renovatie sportterreinen 25 jaar
c. aanleg sportvelden 40 jaar
d. aanleg gravelbanen 25 jaar
e. aanleg kunstgras sportvelden 10 jaar
Woonruimten * a. woningen 40 jaar
b. renovatie, restauratie, uitbreiding en aankoop woonruimten 25 jaar
c. semi-permanante woningen 15 jaar
Bedrijfsgebouwen a. nieuwbouw bedrijfs- en schoolgebouwen 40 jaar
b. kleedlokalen sportvoorzieningen 40 jaar
c. renovatie, restauratie, uitbreiding en aankoop bedrijfs- en schoolgebouwen 25 jaar
d. semi-permanente gebouwen/ noodlokalen/ loodsen/ opslagplaatsen 15 jaar
e. dierenverblijf 25 jaar
Grond- weg- en waterbouw- a. bergbezinkbassins, vrijverval en druk rioleringen 50 jaar
kundige werken b. rioolgemalen bouwkundig 50 jaar
c. rioolgemalen mechanisch en electrisch 20 jaar
d. aanleg wegen, pleinen en rotondes 50 jaar
e. aanleg tunnels, viaducten en bruggen 50 jaar
f. aanleg plantsoenen, parken en groenvoorzieningen 40 jaar
g. reconstructie plantsoenen, parken en groenvoorzieningen 25 jaar
h. reconstructie / rehabilitatie wegen, pleinen en rotondes 50 jaar
i. straatmeubilair (abri's, bewegwijzering, straatnaamborden, verkeersborden) 10 jaar
j. verkeersregelinstallaties 12 jaar
k. lichtmasten openbare verlichting 40 jaar
l. armaturen openbare verlichting 20 jaar
m. aanleg speelterreinen 20 jaar
n. speeltoestellen 10 jaar
Vervoersmiddelen a. vrachtwagens en tractoren 12 jaar
b. bedrijfswagens 8 jaar
Machines, apparaten en a. automatiseringsmiddelen 3-5 jaar
installaties b. kantoormeubilair 10 jaar
c. meubilair scholen en gemeenschapshuizen 15 jaar
d. strooibenodigdheden 10 jaar
e. technische installaties 15 jaar
f. veiligheidsvoorzieningen 10 jaar
g. bij (eerste) inrichtingen e.d., waarbij de zgn. componentenbenadering niet is
en ook niet zal worden toegepast, wordt een forfaitaire afschrijvingstermijn
gehanteerd van 25 jaar
Overige materiële vaste activa a. hekwerken, terreinafrastering/-afscheiding 15 jaar
b. buitenterreinen 25 jaar
c. rijwielstalling/berging 15 jaar
d. schuilhutten 25 jaar
e. luchtfoto's 5 jaar
Financiële vaste activa a. bijdragen in activa van derden (als ware het actief in bezit van de gemeente) variabel
Restwaarde ** a. bedrijfsgebouwen: gemeentehuis 25% WOZ-waarde
b. bedrijfsgebouwen: overig 10% WOZ-waarde
c. woningen 50% WOZ-waarde
d. vervoersmiddelen 5% aanschafwaarde
e. overige activa geen
Vorengenoemde opsomming is niet uitputtend. Voorts blijft het in incidentele gevallen, bijvoorbeeld indien de werkelijke levensduur sterk afwijkt, mogelijk af te wijken van de in deze bijlage genoemde afschrijvingstermijnen.
* In het algemeen wordt de lineaire afschrijvingsmethode toegepast. Bij woningen hanteren we daarentegen de annuïtaire afschrijvingsmethode.
** Normaal gesproken wordt de boekwaarde van een activum aan het eind van de afschrijvingstermijn tot € 0 gereduceerd. Voor sommige vaste activa wordt echter van tevoren vastgesteld dat sprake dient te zijn van een restwaarde, omdat een deel van het actief geacht wordt altijd zijn waarde te behouden (tot het moment van verkoop of buitengebruikstelling). De reden voor het hanteren van een restwaarde dient goed te zijn onderbouwd. De restwaarde moet gebaseerd zijn tegen 'het prijspeil op moment van ingebruikname'.