Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf financiering in de begroting en de jaarstukken is in het BBV en in de wet Fido verplicht gesteld. Financiering is de manier waarop wij de benodigde geldmiddelen aantrekken en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen beleggen. Dit gebeurt binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving geldt voor de gemeente een Treasurystatuut. Dit statuut bevat regels om de financieringsfunctie te sturen, beheersen en controleren. 

Wettelijk kader
De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders die gesteld zijn in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). In de Wet fido staat risicobeheersing en transparantie centraal. Risicobeheersing richt zich op rente-, krediet- en valutarisico's (de laatste twee risico's zijn voor de gemeente Bladel nauwelijks of niet van toepassing). De transparantie komt tot uitdrukking in de voorschriften voor een verplicht financieringsstatuut en een financieringsparagraaf in de begroting en in de jaarrekening. De Ruddo beperkt zich tot regelgeving omtrent het uitzetten van gelden. In het financieringsstatuut staan de kaders van het treasurybeleid, in de financieringsparagraaf geven we de richting van het beleid aan.

Financieringsbeleid
Ons financieringsbeleid heeft de volgende doelstellingen:

  • beschikbaar hebben van voldoende liquiditeiten om de door de raad vastgestelde plannen te kunnen uitvoeren;
  • beheersen van de risico’s die zijn verbonden aan de financieringsfunctie, zoals de kasgeldlimiet en de renterisiconorm;
  • minimaliseren van de kosten van geldleningen en het beheren van de geldstromen en financiële posities;
  • zo lang mogelijk de uitgaven met 'kort (goedkoper) geld' te financieren en pas vaste leningen aan te trekken (consolideren) wanneer dat noodzakelijk is;
  • verkrijgen en handhaven van duurzame toegang tot de financiële markten tegen acceptabele condities.

De ECB heeft in 2020 wederom een ruim monetair beleid gevoerd en de rentetarieven zijn laag gebleven. De situatie op de financiële markten leidt tot een ongekend lage rente op aan te trekken financieringsmiddelen. Dat geldt voor zowel de langlopende geldleningen als voor kortlopende geldleningen. Met behulp van prognoses van onze geldstromen proberen we continu onze behoefte aan geld of kapitaal zo slim mogelijk af te dekken, waardoor we zoveel mogelijk profiteren van de huidige, lage rentestand.

De uitvoering van de treasuryfunctie heeft in het verslagjaar plaatsgevonden binnen de regelgeving van het treasurystatuut. Van de lage rente (zowel op de geld- als kapitaalmarkt) is optimaal gebruik gemaakt. 

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Het onderdeel risicobeheer is een weergave van het verwachte risicoprofiel van de gemeente Bladel. De risico´s vallen in vijf soorten uiteen:
- renterisico´s op vlottende schuld;
- renterisico´s op vaste schuld;
- liquiditeitsrisico´s;
- risico’s op verstrekte gemeentegaranties en
- debiteurenrisico’s.

- Renterisico's op vlottende schuld (kasgeldlimiet)

Terug naar navigatie - - Renterisico's op vlottende schuld (kasgeldlimiet)

Het renterisico op korte termijn financiering (leningen met een looptijd korter dan één jaar) wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet. Deze stelt beperkingen aan financiering van uitgaven met korte termijn leningen. Op basis van de Wet Fido bedraagt de kasgeldlimiet 8,5% van het begrotingsotaal. De kasgeldlimiet mag maximaal twee achtereenvolgende kwartalen overschrijden. De toezichthouder toetst hierop. De gemiddelde netto vlottende schuld was per kwartaal als volgt:

Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
2020 2020 2020 2020
Toegestane kasgeldlimiet 4.171 4.171 4.171 4.171
Vlottende schuld 1) 6.833 6.667 0 0
Vlottende middelen 2) 2.128 2.741 13.526 9.697
Saldo (1) - (2) 4.705 3.926 -13.526 -9.697
Overschrijding van de kasgeldlimiet 534
Onderschrijding van de kasgeldlimiet 245 17.697 13.868

- Renterisico's op vaste schuld (renterisiconorm)

Terug naar navigatie - - Renterisico's op vaste schuld (renterisiconorm)

Het doel van deze norm uit hoofde van de Wet Fido is te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rentestand grote schokken optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. De norm beperkt de budgettaire risico’s. De jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van de totale lasten van de begroting. Deze norm is door het rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen.

Uit onderstaand overzicht blijkt dat we ruim binnen de renterisiconorm blijven.

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000) begroot na werkelijk verschil
wijziging 2020
1 renteherziening 0 0 0
2 aflossingen 4.850 4.850 0
3 renterisico (1 + 2) 4.850 4.850 0
4 renterisiconorm 10.277 10.277 0
5a ruimte onderder renterisicvonorm (4 > 3) 5.427 5.427 0
5b overschrijding renterisiconorm (3 > 4)
berekening renterisiconorm
4a begrotingstotaal 2020 51.384 51.384
4b percentage regeling 20% 20%
4 renterisiconorm 10.277 10.277

- Liquiditeitsrisico's

Terug naar navigatie - - Liquiditeitsrisico's

De liquiditeitsrisico´s betreffen voornamelijk interne liquiditeitsrisico´s. Dit zijn risico´s ten aanzien van mogelijke afwijkingen van de liquiditeitsplanning met reguliere exploitatie, de investeringen, de grondexploitatie en de leningen als gevolg waarvan financieringskosten hoger uit kunnen vallen. Het liquiditeitengebruik wordt beperkt door de fysieke geldstromen op gemeenteniveau op elkaar af te stemmen. Door een liquiditeitsplanning op te stellen ontstaat inzicht in de behoefte aan liquide middelen dan wel in het overschot aan liquide middelen. Daarnaast wordt periodiek de liquiditeitenstroom beoordeeld op tekorten en/of overschotten.

- Risico's op verstrekte gemeentegaranties

Terug naar navigatie - - Risico's op verstrekte gemeentegaranties

De raad heeft vooral in het verleden garanties verstrekt voor leningen die onder meer door lokale woningbouwverenigingen, verzorgingstehuizen en dergelijke zijn aangegaan. Tegenwoordig opereren er waarborgfondsen voor woningbouw, zorg en dergelijke. Hiermee wordt een rechtstreeks beroep op de gemeente om garant te staan voor leningen, aangegaan door deze instanties, steeds kleiner. Bij de woningbouw is de gemeente nog steeds verplicht om als ‘achtervang’ garant te staan. De eerste garantstelling vindt plaats door het waarborgfonds sociale woningbouw.
Onze gemeente staat voor het Bladelse deel indirect garant. Voor nieuw afgesloten hypotheken ná 31 december 2010 staat de gemeente niet meer garant, maar het rijk alleen. Het risico dat we bij de bestaande garantstelling lopen is nog steeds erg gering. Mochten er tussentijds signalen komen dat de risico’s voor Bladel significant toenemen dan zullen wij uw raad bijtijds informeren. In de raadsvergadering van 21 maart 2019 is de beleidsnota ‘verlenen van garanties en verstrekken van geldleningen’ vastgesteld. Op basis van deze nota gaan we voortaan uit van het eigen kunnen en eigen kracht van onze inwoners. Het is niet aan ons om te sturen en te regelen, maar als dat nodig en mogelijk is willen we wel kunnen ondersteunen. Het verstrekken van een garantie of lening past hierbij. Anderzijds moeten we de financiële houdbaarheid van onze garantie- en leningportefeuille niet uit het oog verliezen. Daarom hanteren we hiervoor het Nee, tenzij-beleid.

- Debiteurenrisico's

Terug naar navigatie - - Debiteurenrisico's

Dit betreft het risico dat vorderingen op debiteuren niet kunnen worden geïnd en afgeboekt. Ter afdekking van mogelijke oninbare vorderingen (belasting)debiteuren is de voorziening dubieuze debiteuren gevormd. Deze voorziening bedraagt per 31 december 2020 € 149.000,-. Verder is er nog een voorziening gevormd ter afdekking van de risico's met betrekking tot debiteuren sociale zaken/KempenPlus voor een bedrag van € 144.000,-.

Financieringspositie / Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Financieringspositie / Leningenportefeuille

Financiering binnen de gemeente Bladel gaat - in beginsel - volgens het systeem van totaalfinanciering. Dit houdt in dat er geen rechtstreeks verband bestaat tussen een bepaald actief (investering) en de aangetrokken financieringsmiddelen. De rente ontwikkeling voor de korte en lange termijn, alsmede de ruimte ten opzichte van de kasgeldlimiet zijn belangrijke factoren die meespelen bij het consolideren van kort geld in lang geld. Beleid is om zo laat mogelijk te consolideren, omdat de rente voor kort geld op dit moment lager is dan voor lang geld.

Wij zien er overigens continue op toe dat de liquiditeitspositie voldoende is om steeds te garanderen dat wij onze financiële verplichtingen tijdig kunnen nakomen. Tussentijdse schommelingen in de financieringspositie vangen we middels de rekeningcourantovereenkomst en kasgeldleningen op. We hebben in de eerste maanden van 2020 een drietal kasgeldleningen afgesloten tegen negatieve rentepercentages. In juni 2020 hebben we om weer te voldoen aan de kasgeldlimiet een vaste geldlening aangetrokken van € 20.000.000,- tegen een rentepercentage van 0,442% met een looptijd van 20 jaar. 

Voor het bepalen van de financieringsbehoefte wordt uitgegaan van een meerjaren financierings- en investeringsprognose. De financieringsbehoefte zal op grond van deze prognose de komende jaren toenemen. Hoe snel dit zal gebeuren, hangt af van de voortgang van investeringen en de bouwgrondexploitatie.

Renteresultaat

Terug naar navigatie - Renteresultaat

In het BBV is opgenomen dat de paragraaf financiering, naast de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille ook inzicht moet geven in: de rentelasten uit externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Er wordt meer rente toegerekend aan de verschillende taakvelden dan het totaal aan rentelasten. Bij de toerekening is gerekend met een afgerond percentage. Daardoor ontstaat dit renteresultaat van € 143.000,-. Dit heeft geen gevolgen voor het saldo van de meerjarenraming. De totale rentelasten zijn namelijk verwerkt in dat saldo. Onderstaand overzicht geeft dat inzicht.

renteresultaat (bedragen x € 1.000,-) % realisatie % begroting % realisatie verschillen
2019 2020 2020
a. externe rentelasten over de korte en lange financiering 663 608 663 55
b. externe rentebaten 50 5 45 40
totaal toe te rekenen externe rente 1,5813% 613 1,6845% 603 1,6845% 618 15
c1. rente door te berekenen aan grondexploitaties 1,1590% 41 1,0716% 41 1,0716% 35 -6
c2. rente door te berekenen aan projectfinancieringen 0,4970% 8 0,4970% 10 2
saldo door te berekenen externe rente 572 554 573 19
d1. rentelasten over het eigen vermogen 1,5813% 356 1,6845% 424 1,6845% 424
d2. rentelasten over voorzieningen
de aan beleidsvelden toe te rekenen rente 928 978 997 19
e. werkelijk aan beleidsvelden toe te rekenen rente (rente-omslag) 1,9580% 983 1,4500% 875 1,6000% 1.037 162
f. saldo renteresultaat treasury 55 -103 40 143

Uitzettingen / beleggingen en overig liquiditeitenbeheer

Terug naar navigatie - Uitzettingen / beleggingen en overig liquiditeitenbeheer

De gemeente verstrekt in beginsel geen leningen aan derden. Aanvragen van derden, die geen leningen kunnen aantrekken van financiële instellingen, zonder gemeentegarantie, worden afzonderlijk aan het bestuur voorgelegd.

Voor het liquiditeitenbeheer is het volgende geregeld:

  • Het betalen van facturen circa 30 dagen na factuurdatum conform het inkoopbeleid. Vanaf 1 december 2017 is de betalingsselectie met 5 dagen vervroegd, zodat we dan nagenoeg altijd binnen de betaaltermijn de facturen betalen. Betalingen door de gemeente worden zoveel mogelijk gematched met verwachte ontvangsten.
  • De debet- en creditstanden van de verschillende nevenrekeningen worden automatisch gesaldeerd.
  • Er is een actief debiteurenbeheer en incassobeleid (nalatigen tijdig aanmanen, daarna verzenden dwangbevel dan wel invordering via een incassobureau voor civiele vorderingen).
  • We hebben we ruimhartig uitstel van betaling voor de gemeentelijke belastingen en heffingen verleend aan bedrijven die als gevolg van de coronamaatregelen in (tijdelijke) liquiditeitsproblemen kwamen.

- Uitzettingen (leningen u/g)
In de vergadering van 18 december 2014 heeft de gemeenteraad besloten om het instrument starterslening, ondanks de terugtrekking van het Rijk en Provincie Noord Brabant voor hun aandeel, te continueren. Ook is de “Verordening starterslening gemeente Bladel 2017” aangepast en op 15 december 2016 door de raad vastgesteld . 
In 2020 zijn daadwerkelijk 18 startersleningen afgehandeld en is door de SVn, namens de gemeente Bladel, een bedrag van € 428.000,- uitgeleend. Voor een totaal beeld wordt verwezen naar bijlage 5.

- Uitzettingen op lange termijn
De gemeente heeft deelnemingen door kapitaalinbreng bij de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten en NV Brabant Water. Van de Bank Nederlandse Gemeenten wordt jaarlijks dividend ontvangen. BNG Bank zal op 19 maart 2021 ca 35% van het op 16 april 2020 goedgekeurde dividend 2019 uitkeren.  Het resterende bedrag blijft beschikbaar voor uitkering op een later moment. De uitkering van dit restant zal op basis van de ECB-aanbeveling niet vóór 30 september 2021 plaatsvinden en is afhankelijk van mogelijke toekomstige aanbevelingen van de ECB. Brabant Water keert nog geen dividend uit. Door de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) is een bandbreedte van 45-60% vastgesteld voor het doen van dividenduitkeringen. Het actuele percentage van Brabant Water bedraagt 55,8%. Hoewel dit percentage ruim binnen de bandbreedte valt is door de AvA besloten om nog geen uitkeringen te doen in afwachting van een lopende aansprakelijkheid. Conform regelgeving wordt de dividenduitkering verantwoord in het jaar waarin het besluit is genomen. De gemeente heeft geld vastgelegd in aandelen bij de volgende instanties (per 31 december 2020):

NV Bank voor Nederlandse Gemeenten 62.790 aandelen á € 2,50 nominaal 157.000,-
Brabant Water NV 17.706 aandelen á € 1,00 nominaal 2.000,-

- Schatkistbankieren
Sinds 2014 is het schatkistbankieren ingevoerd. Schatkistbankieren houdt in dat gemeenten overtollige middelen verplicht in de schatkist moeten onderbrengen. Op het moment dat we het geld nodig hebben nemen we dit weer op. Het is ook toegestaan om overtollige middelen in de vorm van leningen bij en tussen decentrale overheden onder te brengen.

De gemeente heeft in 2020 haar tijdelijk overtollig kasgeld uitgezet bij het Agentschap van het Ministerie van Financiën volgens de regels van de Wet schatkistbankieren. Deze verplicht gemeenten om hun overtollige financieringsmiddelen boven een bepaalde marge voor het normale betalingsverkeer, onder te brengen bij het rijk. Een beperkte hoeveelheid geld mag de gemeente op haar eigen bankrekeningen aanhouden. Dit bedrag wordt bepaald op basis van het begrotingstotaal van een gemeente in een jaar 0,75% van dat begrotingsbedrag mag gemiddeld buiten de schatkist blijven. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de balans.

Relatiebeheer / kasbeheer

Terug naar navigatie - Relatiebeheer / kasbeheer

De doelstelling van het kasbeheer is het zoveel mogelijk beperken van de dagelijkse kasoverschotten c.q. –tekorten, alsmede het minimaliseren van de rentekosten en het maximaliseren van de rentebaten van de saldi op de diverse gemeentelijke rekeningen.

Binnen de gemeente wordt nog slechts bij de centrale balie een kas met contant geld aangehouden. De voorraad contanten wordt steeds zo laag mogelijk gehouden. Overtollige kasmiddelen worden regelmatig bij de bank afgestort. Door gebruik te maken van elektronisch bankieren worden de externe bankkosten geminimaliseerd.  De gemeente Bladel heeft een rekeningcourantverhouding met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Rabobank. BNG is de huisbankier van de gemeente, waarmee een financiële dienstverleningsovereenkomst gesloten is. Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken, zullen wij het liquiditeitsgebruik beperken door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door de BNG. Wat het chartale geldverkeer betreft, houdt de gemeente de contante middelen in de kassen zo laag mogelijk: het streven is er op gericht dat betalingen zoveel mogelijk giraal geschieden en daarnaast wordt in voorkomende gevallen het “pinnen” en “chippen” aanbevolen.

Schuldpositie (Wet Hof)
Sinds 2013 geldt de wet Houdbare Overheidsfinanciën (wet HOF). Houdbare gemeentefinanciën betekent dat de gemeente - ook bij economisch zwaar weer - genoeg geld over houdt om aan haar verplichtingen te blijven voldoen, waarbij de noodzakelijke publieke voorzieningen niet in de knel komen. Voor gezonde, houdbare gemeentefinanciën is alleen sturen op baten en lasten niet genoeg. We moeten ook kijken naar de hoogte van de schuld. Rente en aflossingen leggen tenslotte een beslag op het toekomstig inkomen van de gemeente. Hoe hoger de schulden, hoe meer toekomstige inkomsten voor rente en aflossingen worden vastgelegd. In de paragraaf ‘weerstandsvermogen en risicobeheersing’ gaan we in op de risico’s die we hierbij lopen.