Uitkomsten begroting 2021

Voorwoord

Terug naar navigatie - Voorwoord

In dit hoofdstuk wordt het meerjarenperspectief 2020-2024 toegelicht en bijgesteld aan de hand van een aantal elementen. Deze elementen worden onderstaand afzonderlijk belicht. We presenteren eerst het meerjarenperspectief van het bestaande beleid. Daarna volgen de financiële consequenties van het meerjarenprogramma. Bij het meerjarenprogramma zijn tevens een aantal nieuwe beleidsvoornemens dan wel aanpassingen van budgetten opgenomen. Daarna zal vervolgens inzicht worden verschaft in het geactualiseerde meerjarenperspectief na verwerking van alle in deze begroting gepresenteerde mutaties.

Gedurende de periode van de meerjarenramingen is het loon- en prijspeil constant gehouden. Anders verwoordt wil dit zeggen dat met loon- en prijsstijgingen ná 2021 geen rekening is gehouden.

 

Vertrekpunt meerjarenperspectief in bestaand beleid

Terug naar navigatie - Vertrekpunt meerjarenperspectief in bestaand beleid

De raad is middels de besluitvorming van de perspectiefnota 2020 richtinggevend geweest voor het college bij het opstellen van de begroting 2021-2024. De financiële consequenties van de meicirculaire 2020 hebben we hier aanvullend aan toegevoegd. Daarnaast hebben we een deel van de stelpost lonen en prijzen vrij laten vallen (voordeel). Ook heeft er op grond van de “BBV-notitie structurele en incidentele baten en lasten” een beperkte administratieve verschuiving plaatsgevonden van de incidentele ruimte (voordeel) naar de structurele ruimte (nadeel). Alle baten en lasten van het bestaande beleid zijn verwerkt in de meerjarenraming. 

Het overzicht toont aan dat we op basis van het bestaande beleid niet over structurele ruimte beschikken voor de uitvoering van het nieuwe beleid. Om die ruimte mogelijk te maken worden in onderstaand meerjarenprogramma ruimte biedende maatregelen opgenomen. Het raadsprogramma is vanzelfsprekend hét kaderdocument voor de huidige raadsperiode. Financiële vertaling hiervan heeft reeds bij de perspectiefnota 2019 plaats gevonden. Uit praktische overwegingen hebben wij de lasten van het raadsprogramma toegevoegd aan de lasten van het meerjarenprogramma (zie hierna), zodat we het nieuwe beleid op één plek in de begroting toelichten.

Het meerjarenperspectief van het bestaande beleid heeft dan het navolgende verloop:

 

(bedragen x 1.000,-) 2020 2021 2022 2023 2024
structurele ruimte aanvaard beleid n -574 n -1.097 n -1.478 n -1.314 n -1.475
structurele mutaties reserves v 615 v 852 v 866 v 941 v 945
totaal structureel aanvaard beleid v 41 n -245 n -612 n -373 n -530
incidentele ruimte aanvaard beleid n -1.816 n -1.051 v 7 v 2.500 v 211
incidentele mutaties reserves v 724 v 857 n -92 n -2.331 n -88
totaal incidenteel aanvaard beleid n -1.092 n -194 n -85 v 169 v 123
totale ruimte aanvaard beleid n -1.051 n -439 n -697 n -204 n -407
(- = nadeel en + = voordeel)

Meerjarenprogramma 2020-2024

Terug naar navigatie - Meerjarenprogramma 2020-2024

In onderstaand overzicht worden de baten en lasten van het meerjarenprogramma 2020-2024 weergegeven. De in de perspectiefnota opgenomen dekkingsmaatregelen hebben we hierin verdisconteerd.

 

(bedragen x 1.000,-) 2020 2021 2022 2023 2024
structurele lasten bestaand meerjarenprogramma v 100 v 815 v 580 v 444 v 302
structurele lasten mutaties meerjarenprogramma n -81 n -454 n -42 v 35 v 325
incidentele lasten bestaand meerjarenprogramma v 180 v 229 v 161 v 145
incidentele lasten mutaties meerjarenprogramma n -45 v 33 v 14
totale ruimte meerjarenprogramma n -26 v 574 v 781 v 640 v 772
(- = nadeel en + = voordeel)

Mutaties meerjarenprogramma 2020-2024

Terug naar navigatie - Mutaties meerjarenprogramma 2020-2024

De begroting 2020-2024 is opgesteld conform de uitgangspunten van de vastgestelde perspectiefnota 2020. Diverse ontwikkelingen zijn aanleiding om aanvullende voorstellen voor te leggen, die nog niet opgenomen waren in de perspectiefnota 2020. Hieronder zijn in tabelvorm deze wensen/aanpassingen weergegeven. Voor een inhoudelijke toelichting en onderbouwing per onderwerp wordt verwezen naar de verschillende hoofdtaakvelden. Voor een totaaloverzicht van het meerjarenprogramma wordt verwezen naar bijlage II.

 

A omschrijving s aanvullende wensen/budgetten
B (bedragen x € 1.000,-) i 2020 2021 2022 2023 2024
structurele mutaties
A actualiseren legestarieven s v 53 v 53 v 53 v 53
A online publicatieplatform P&C software s n -10 n -10 n -10 n -10 n -10
A temporiseren verhoging OZB-tarieven s n -521 n -252 n -126
A herfinanciering vlottende schuld s n -65 v 28 v 146 v 184 v 216
A oprichten Kempen Interventie Team (KIT) s n -6 n -6 n -6 n -6 n -6
B toeristenbelasting en arbeidsmigranten s v pm v pm v pm
A gebiedsplan Groene Long s n -18 n -18 n -18 n -18
A gebiedsplan Groene Long: pachten s v 3 v 6 v 6 v 6
A reserve geactiveerde investeringen: Groene Long s v 6 v 6 v 6 v 6
A bijstelling ontwerp-begroting 2021 KempenPlus: participatie s n -50 n -50 n -50 n -50
A bijstelling ontwerp-begroting 2021 KempenPlus s v 61 v 83 n -4 v 128
totaal structurele mutaties n -81 n -454 n -42 v 35 v 325
incidentele mutaties
A online publicatieplatform P&C software: implementatie i n -8
A onderuitputting kapitaallasten i v 18
A Reserve verbetering kwaliteit buitengebied i n -150
A Reserve afschrijving geactiveerde uitgaven: Groene Long i v 150
A gebiedsplan Groene Long: voorbereidingskosten i n -37
A bijstelling ontwerp-begroting 2021 KempenPlus i v 15 v 14
totaal incidentele mutaties n -45 v 33 v 14
totaal aanvullende mutaties n -126 n -421 n -28 v 35 v 325
(- = nadeel en + = voordeel)

Het meerjarenperspectief totaal

Terug naar navigatie - Het meerjarenperspectief totaal

Bij de samenstelling van de begroting is een onderscheid aangebracht in bestaand beleid en het nieuwe beleid, zoals opgenomen in het meerjarenprogramma 2020-2024. De bedoeling hiervan is om ruwweg een verdeling aan te geven tussen het bestaande en de onderdelen van het nieuwe beleid. Daarnaast worden de mutaties van de reserves afzonderlijk weergegeven.

De begroting maakt ook onderscheid tussen structurele en incidentele middelen. Structurele middelen zijn jaarlijks terugkerende middelen. Incidentele, en de naam zegt het al, zijn eenmalig of voor een beperkt aantal jaren. In de “BBV-notitie structurele en incidentele baten en lasten” worden hierover richtlijnen gegeven. Om het huishoudboekje van de gemeente gezond te maken en te houden is het van belang om de jaarlijks terugkerende lasten te kunnen betalen uit de jaarlijks terugkerende inkomsten.

Na de hiervoor genoemde (doorlopende) activiteiten wordt in onderstaand overzicht het geactualiseerde meerjarenperspectief gepresenteerd. Deze mutaties zijn bij de hoofdtaakvelden van de begroting uitgewerkt en samengevat in de financiële begroting.

De begroting 2021 sluit dan met een structureel overschot van € 117.000,- en een incidenteel overschot van € 19.000,-. Het positief begrotingsresultaat 2021 bedraagt pro saldo dan € 136.000,-. Deze ruimte biedt onzes inziens ook voldoende ruimte om de eventuele nadelige financiële consequenties van de na-ijlende gevolgen van de coronacrisis in 2021 op te kunnen vangen. In meerjarig perspectief bezien is er nog een structureel overschot van € 97.000,-. De meerjarige begrotingsresultaten worden vooralsnog verrekend met de algemene reserve.

 

Bij dit perspectief maken wij ook de kanttekening dat de uitkering uit het gemeentefonds op basis van de septembercirculaire 2020 dit perspectief mogelijk nog positief of negatief kan beïnvloeden. Wij verwachten dat de septembercirculaire in de derde week van september ontvangen wordt. Zodra de septembercirculaire door ons doorgerekend is, zullen wij de financiële resultaten hiervan ter kennis brengen van uw raad, zodat deze betrokken kunnen worden bij de besluitvorming over deze begroting.

 

De grootste kanttekening bij het gepresenteerde meerjarenperspectief zullen evenwel de nadelige gevolgen van de herijking van het gemeentefonds zijn. Eerst in de komende decembercirculaire zullen wij meer informatie ontvangen wat de financiële gevolgen voor onze gemeente zullen gaan bedragen. In deze begroting hebben wij reeds rekening gehouden met een indicatief nadeel van € 521.000,- vanaf 2022. We zullen dan, op basis van de prognose van dat moment, begin 2021 een plan van aanpak opstellen hoe we (raad, college en ambtelijke organisatie) invulling gaan geven aan de opdracht om de onbalans in onze meerjarenraming dan weer te herstellen. Alle hoofdtaakvelden worden daarbij betrokken. Ook kan de discussie over de extra verhoging van de OZB-tarieven voor de periode 2022-2025 kan dan hierbij weer betrokken worden.

 

(bedragen x 1.000,-) 2020 2021 2022 2023 2024
structureel:
structurele ruimte aanvaard beleid n -574 n -1.097 n -1.478 n -1.314 n -1.475
structurele mutaties reserves v 615 v 852 v 866 v 941 v 945
structurele ruimte bestaand beleid v 41 n -245 n -612 n -373 n -530
meerjarenprogramma 2020-2024 v 19 v 362 v 538 v 479 v 627
structurele begrotingsruimte a v 60 v 117 n -74 v 106 v 97
incidenteel:
incidentele ruimte aanvaard beleid n -1.816 n -1.051 v 7 v 2.500 v 211
incidentele mutaties reserves v 724 v 857 n -92 n -2.331 n -88
incidentele ruimte bestaand beleid n -1.092 n -194 n -85 v 169 v 123
meerjarenprogramma 2020-2024 n -45 v 213 v 244 v 161 v 145
incidentele begrotingsruimte b n -1.137 v 19 v 159 v 330 v 268
totaal begrotingsresultaat a+b n -1.077 v 136 v 85 v 436 v 365
mutaties ten laste/gunste van de algemene reserve v 1.077 n -136 n -85 n -436 n -365
totaal na mutaties reserves 0 0 0 0 0
(- = nadeel en + = voordeel)