Bedrijfsvoering algemeen
De loonkosten zijn gebaseerd op de begrote formatie, waarbij rekening gehouden wordt met een structurele loonstijging van 1,76% in 2020 en 2,80% in 2021. Ook wordt rekening gehouden met het toekennen van eventuele periodieke verhogingen voor de medewerk(st)ers die daarvoor in aanmerking komen. Algemeen worden steeds vaker startende medewerkers eerst ingehuurd via een detacheringsbureau. Deze invulling van de proeftijd is voor de gemeente prettig omdat geen verplichtingen ontstaan. Het wordt ook steeds meer noodzaak omdat de bureaus de mensen direct van de opleidingen binnenhalen om op deze wijze in te zetten. De kosten zijn als directe kosten toegerekend aan de verschillende hoofdtaakvelden, omdat ze volledig gericht waren op de externe klant. Voorts ontvangen we vergoedingen van het KBP (t/m 2023) en Reusel-De Mierden (t/m 2020) wegens detacheringswerkzaamheden.
De vijf Bladelse ouderenbonden hebben onlangs hun visie op het gemeentelijk ouderenbeleid aangeboden aan de gemeente. In reactie op dit visiedocument ‘(voorbereiden op) Ouder worden in de gemeente Bladel’, is voor een periode van 2 jaar één ouderenconsulent Bladel aangesteld. Deze gemeentelijke ouderenconsulent moet de zelfstandig thuiswonende Bladelse ouderen ondersteunen op het gebied van wonen, welzijn, inkomen en zorg. Voor het akoestisch optimaliseren van het gemeentehuis worden voor 2021 eenmalige middelen geraamd.
Alle kosten, die direct toegerekend kunnen worden aan heffingen en leges, komen ten laste van deze producten. Voor indirecte kosten, ook wel overhead genoemd, is dit niet mogelijk. Deze indirecte kosten bestaan onder andere uit kosten voor ICT, huisvesting, inkoop en financiën. Deze kosten begroten we volgens de nieuwe verslagleggingsvoorschriften (BBV) centraal in taakveld ‘Overhead en ondersteuning organisatie’. Voor het berekenen van tarieven brengen we een deel van de indirecte kosten ten laste van de tarieven. Dit doen we met een opslag van de overhead als percentage op de directe loonkosten.
De grondslagen voor de toerekening van overhead zijn in de Financiële verordening 2019 vastgelegd. De toerekening van overhead aan de heffingen geschiedt op basis van een opslag met een vast percentage. Het percentage wordt vastgesteld met de formule:
(totale kosten overhead / omvang totale personeelslasten inclusief totale kosten overhead) x 100%. Het is een eenvoudige methode om de overhead toe te rekenen aan de doorbelaste directe loonkosten. De toerekening doen we op basis van gemiddelde uurtarieven.
Op basis van de cijfers uit de begroting 2021 betekent dit percentage 62% (2020: 65%).
Het centraal moeten begroten en verantwoorden van alle overhead, pakt nadelig uit als normaliter een deel van de overheadkosten ten laste van grote projecten of investeringen gebracht zouden kunnen worden. Daarom is het toegestaan de betreffende overheadkosten op indirecte wijze toch aan die investeringen en projecten (grondexploitaties) toe te rekenen. Concreet betekent dit dat we voor de rendabele activiteiten van de grondexploitaties alsnog € 223.000,- intra comptabele kosten toerekenen. Daarbij is dezelfde verdeelsleutel als bij de heffingen en tarieven gehanteerd.
De overige personeelskosten hebben voornamelijk betrekking op personeel gerelateerde kosten, zoals studiekosten, contributies, schrijf- en kantoorbenodigdheden, verzekeringen, bijdrage aan MRE archief, kosten van Bizob en dergelijke. Gelet op een aantal majeure projecten (voorbereiding van herinrichting N284, centrumontwikkelingen Bladel en realisatie MFA Hapert) welke aanzienlijke ambtelijke capaciteit vragen is het noodzakelijk dat gedurende drie jaar personeel ingehuurd wordt om te borgen dat de lopende zaken toch adequaat uitgevoerd kunnen worden. Dat verklaart de toename van de kosten.
Niet alle ICT-kosten drukken op de begroting van de SSC-samenwerking. De SSC-kosten hebben slechts betrekking op ICT-kosten welke gerangschikt worden onder de noemer van ‘basisdienstverlening’. Deze kosten worden voor alle samenwerkende gemeenten gemaakt. Wij hebben daarnaast behoefte aan een aantal voor Bladel specifieke ICT faciliteiten. Deze faciliteiten zijn dus afgestemd op onze eigen specifieke wensen/behoeften. Omdat dit niet voor iedere gemeente van toepassing is moeten wij hiervoor afzonderlijk betalen.
Een deel van de kosten van het KCC zijn als directe kosten toegerekend aan de betreffende hoofdtaakvelden. De stijging van de kosten wordt veroorzaakt door de doorwerking van de geraamde loonmutaties 2021. De kosten van receptie en callcenter hebben betrekking op ondersteuning in het primaire proces en maken daarom onderdeel uit van de overheadkosten.
Voor de incidentele lasten wordt verwezen naar de toelichting in het overzicht in de financiële begroting.
Kempensamenwerking
We werken met de overige Kempengemeenten samen op verschillende beleidsterreinen. De werkzaamheden van de afdelingen Maatschappelijke Dienstverlening en Veiligheid, Toezicht en Handhaving (VTH) hebben directe relatie met externe klanten. Deze samenwerkingsonderdelen zijn als directe kosten toegerekend aan de verschillende hoofdtaakvelden, omdat ze volledig gericht zijn op de externe klant. De werkzaamheden van P&O en het SSC hangen daarentegen meer samen met de ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Deze kosten verantwoorden we daarom onder de noemer “overhead”.
De kosten van deze samenwerkingsonderdelen zijn gebaseerd op de vastgestelde begroting 2021 van de Samenwerking Kempengemeenten. De SK heeft 2018 en 2019 afgesloten met positieve rekeningresultaten. Het algemeen bestuur van de SK heeft besloten dit te restitueren aan de deelnemende gemeenten. Dit leidt voor de jaren 2019 en 2020 tot eenmalige voordelen.
Facilitair en huisvesting
De interne dienstverlening aan de organisatie is gericht op het efficiënt en effectief laten functioneren van de gemeentelijke organisatie. Dit doen we door het aanbieden van huisvesting en andere facilitaire diensten, het informatiebeheer (post- en archiefzaken) en de bestuurs- en managementondersteuning e.d. Deze uitgaven hebben betrekking op het beheer en onderhoud van het gemeentehuis, zoals energiekosten, schoonmaak, storting onderhoudsvoorziening en inventaris.
De kapitaallasten voor het gemeentehuis stijgen als gevolg van de geplande investeringen voor het energieneutraal maken en de renovatie van het dak van het gemeentehuis. Het verloop ná 2020 wordt ook veroorzaakt door lagere lasten als gevolg van vrijval kapitaallasten.
Bedragen |
Rekening |
Begroting |
Begroting |
Meerjarenraming |
|
|
|
(bedragen x € 1.000,-) |
|
2019 |
|
2020 |
|
2021 |
|
2022 |
|
2023 |
|
2024 |
|
|
|
Lasten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
overhead |
n |
-5.362 |
n |
-6.043 |
n |
-5.949 |
n |
-5.868 |
n |
-5.754 |
n |
-5.806 |
|
|
|
Totaal lasten |
n |
-5.362 |
n |
-6.043 |
n |
-5.949 |
n |
-5.868 |
n |
-5.754 |
n |
-5.806 |
|
|
|
Baten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
overhead |
v |
261 |
v |
259 |
v |
179 |
v |
179 |
v |
179 |
v |
141 |
|
|
|
Totaal baten |
v |
261 |
v |
259 |
v |
179 |
v |
179 |
v |
179 |
v |
141 |
|
|
|
Geraamd saldo van baten en lasten |
n |
-5.101 |
n |
-5.784 |
n |
-5.770 |
n |
-5.689 |
n |
-5.575 |
n |
-5.665 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|