Inleiding

Voorwoord

Voorwoord

Terug naar navigatie - Voorwoord

Voor u ligt de begroting 2021 en het daarbij behorende meerjarenperspectief t/m 2024. De begroting is gericht op de toekomst van onze gemeente en getuigt tegelijkertijd van de keuzes die te maken hebben met de financiële realiteit van vandaag. Wij staan voor een tweeledige opgave. We werken aan toekomstbestendig beleid passend bij de gemeente die we willen zijn. En we staan voor een grote financiële uitdaging, met name als gevolg van landelijke ontwikkelingen zoals de stijgende kosten van de jeugdhulp en de Wmo, en de fors achter blijvende rijksuitkering uit het gemeentefonds als gevolg van de herijking van het gemeentefonds.

De begroting 2021 is ook om meerdere redenen bijzonder. Niet alleen omdat deze voor het eerst volledig in digitale vorm is. Het is ook de eerste begroting waarin wij eigen indicatoren opgenomen hebben. In deze begroting leest u wat wij het komende jaar willen bereiken, wat wij daarvoor gaan doen en wat dat mag kosten. Het gaat om keuzes voor Bladel op alle gebieden zodat iedereen er prettig, veilig en leefbaar kan wonen, werken, naar school kan gaan en oud kan worden.

 

Presentatie begroting

Omdat dit de eerste begroting is die wij in digitale vorm aanbieden, via de “begrotingsapp”, willen wij u enkele punten ter verduidelijking toelichten. In deze begroting hebben we zoveel mogelijk aanbevelingen vanuit de auditcommissie overgenomen. De begroting 2021 wijkt zowel qua inhoud, indeling als vormgeving af van de begrotingen tot en met het jaar 2020. De begroting 2021 vormt als verbeterd en modern vormgegeven sturingsinstrument de basis en eerste aanzet voor vernieuwing van het P&C instrumentarium (begroting-perspectiefnota-najaarsnota-jaarstukken).

 

Wij denken dat hiermee de inzichtelijkheid en daarnaast het leesgemak van de begroting verder verbeterd wordt. Een direct zichtbaar effect van deze aanpak is dat de begroting eenvoudiger is te doorzoeken en de informatie compacter is gepresenteerd. Elk hoofdtaakveld is ook voorzien van een overzicht van de kaderstellende beleidsdocumenten. Deze begroting kent ook een ander (gewijzigd) format dan voorheen. De wijzigingen zijn besproken in de auditcommissie van 9 juni 2020. De auditcommissie heeft ingestemd met de voorgestelde vernieuwingen. Kernachtig en overzichtelijk wordt de besteding van de middelen gekoppeld aan doelen en prestaties. Elk doel is nader uitgewerkt in de belangrijkste activiteiten nodig om de doelen te realiseren.

De raad heeft aangegeven indicatoren nodig te hebben voor de uitoefening van zijn kaderstellende en controlerende taken. Want met indicatoren wordt aangegeven welke inspanning moet worden geleverd, dan wel welk resultaat dient te worden bereikt, vervolgens kan de raad controleren of hieraan is voldaan. Om die sturing te vergroten en om de controlerende rol beter te kunnen vervullen hebben we bij de hoofdtaakvelden indicatoren opgenomen. Indicatoren vormen overigens geen doel op zich maar zijn altijd een afgeleide van de onderwerpen die bestuurlijk belangrijk zijn. Dit kan tot gevolg hebben dat voor de begroting 2021 niet bij ieder hoofdtaakveld een indicator benoemd wordt.

Doel is uiteindelijk om - op termijn - te komen tot een eigen volwaardige set indicatoren die een toegevoegde waarde hebben en daarmee de maatschappelijke en bestuurlijke agenda weerspiegelen. Daarmee kunnen de door de gemeente zelf ontwikkelde indicatoren de verplichte BBV-indicatoren aanvullen. Het toevoegen van eigen indicatoren breiden we daarom geleidelijk uit naarmate uw raad dit per (hoofd)taakveld wenselijk acht. Wij willen hierbij zeker niet onvermeld laten dat het proces van de totstandkoming van de juiste meetbare effect- en prestatie-indicatoren een proces van jaren is.

Het verzamelen van de gegevens, en het omwerken ervan tot begrijpelijke en nuttige informatie, kost tijd en dus geld. Daarom hebben wij vooralsnog gezocht naar informatie die al verzameld wordt of die eenvoudig te verzamelen is. Soms wordt ook al gerapporteerd zoals op de site Waarstaatjegemeente.nl. Als voor indicatoren nieuwe gegevens verzameld moeten worden zullen wij de kosten hiervan in beeld brengen. U kunt dan alsnog beslissen of de informatie de investering waard is. Het effect van beleid wordt vaak pas langzaam zichtbaar. Door lang dezelfde gegevens te verzamelen kunnen deze in grafieken gezet worden en kunnen trends zichtbaar gemaakt worden.

Het streven is om de inzichtelijkheid en daarnaast het leesgemak van de begroting verder te verbeteren. De digitale begroting is te benaderen via internet: URL: Bladel.begrotingsapp.nl. Het voornemen is werkende weg -in overleg met de raad- jaarlijks te bekijken hoe de gebruiksvriendelijkheid van de begroting ten behoeve van raad en inwoners kan worden verbeterd.

 

Coronamaatregelen

Begin maart 2020 werd de eerste patiënt besmet met het coronavirus in Nederland vastgesteld. Het bericht, over ‘patiënt 0’ in Nederland, heeft voor heel Nederland en dus ook voor onze gemeente veel in het teken gestaan van de coronapandemie. Zoals voor heel Nederland ging dat ook in Bladel in golven. Na de schok was er de actiestand en na de actiestand kwam het besef dat corona heel veel gaat veranderen. ln de manier waarop mensen met elkaar omgaan, in de economische en sociale structuur. Bladel na de crisis zal (zeker in 2020) een andere gemeente zijn dan ervoor en dit stelde ook de gemeente voor een pakket aan uitdagingen.

De impact van corona op Bladel, op ons beleid én onze huishouding is relatief groot. De precieze impact zal afhangen van de snelheid waarmee het coronavirus onder controle komt in binnen- en buitenland. Het enige wat we weten is dat het een impact zal zijn die we begin maart 2020 nog op geen enkele wijze konden bevroeden. Het zijn bijzondere tijden waarin we met zijn allen in Nederland de schouders eronder moeten zetten voor de gezondheid van eenieder.

Nu inmiddels de maatregelen weer enigszins versoepeld worden, komt er ook meer zicht op de sociaal-economische gevolgen van de maatregelen. Het rijk heeft daarbij vastgesteld dat de medeoverheden hun verantwoordelijkheid hebben genomen in de uitvoering van noodzakelijke maatregelen gericht op het opvangen van de effecten van de uitbraak.

Het is dan ook reëel dat de medeoverheden (gemeenten, provincies en waterschappen) duidelijkheid hebben over wat ze van het rijk mogen verwachten aan compensatie ten aanzien van de gevolgen van de coronamaatregelen. Zij maken immers extra kosten en lopen geraamde inkomsten mis, zowel op korte als op wat langere termijn, hetgeen (grote) gevolgen heeft voor de financiële positie van de medeoverheden, in het bijzonder die van gemeenten.

 

De Nederlandse overheid pakt in een snel tempo nieuwe taken op en heeft inmiddels een noodpakket van vele miljarden euro's aan maatregelen getroffen. Extra inkomensregelingen werden geïntroduceerd en diverse bedrijven konden (staats)steun aanvragen. Zowel de rijksoverheid als de gemeente(n) krijgen er door zowel de restrictieve maatregelen als door het steunpakket taken bij die een aanzienlijke financiële impact (kunnen) hebben. We hebben van het rijk in 2020 compensatie ontvangen. Deze compensatie heeft vooralsnog betrekking op de periode tot 1 juni 2020. Het kabinet heeft aangegeven dat ook ná 1 juni 2020 reële compensatie verstrekt zal worden als daar aanleiding toe bestaat. Aangekondigd is dat in de septembercirculaire 2020 aanvullende compensatiemaatregelen bekend gemaakt zullen worden.

Vanwege dit premature karakter gaat het derhalve om een eerste verkenning, die op een later moment nader aangevuld en gekwantificeerd kan worden. Wij gaan er daarom van uit dat de coronacrisis vooralsnog slechts financiële gevolgen zal hebben voor 2020. Wij verwachten dat de financiële gevolgen van de genomen coronamaatregelen voor onze gemeente in 2020 overigens pro saldo te overzien zijn. Het overgrote deel van de consequenties worden immers volledig of gedeeltelijk door het rijk gecompenseerd.

Als achteraf blijkt dat de compensatie vanuit het rijk wellicht niet alle kosten en inkomstendervingen van de gemeente dekt dan kan de algemene reserve als achtervang dienen om het ongedekte deel in 2020 op te vangen. De omvang van de algemene reserve is meer dan voldoende om dit op te kunnen vangen. In de begroting 2021 hebben wij overigens geen rekening gehouden met eventuele financiële gevolgen daarvan.

 

Het financiële beeld

Wij vinden het van belang om onze traditie van duurzaam verantwoord financieel beleid voort te zetten. Ondanks de aanzienlijke financiële opgave door autonome ontwikkelingen, in combinatie met de maatschappelijke opgaven waar de gemeente voor staat, realiseert deze begroting een structureel sluitend meerjaren beeld. Dat wil zeggen dat de structurele baten nagenoeg ieder jaar tenminste de structurele lasten dekken en de ramingen realistisch zijn. De algemene reserve wordt hierbij op een financieel verantwoord niveau gehouden.

 

Bij het vaststellen van de perspectiefnota 2020 was duidelijk dat er tekorten zouden ontstaan, voornamelijk door de beoogde negatieve herverdeeleffecten van de herijking van het gemeentefonds. Er lag een uitdaging bij de taken die wij uitvoeren in het sociaal domein. Tekortschietende middelen en tegenvallende ontwikkelingen bij de uitkering die we van het rijk ontvangen maakten het er niet gemakkelijker op. Voor de begroting betekende dit een ombuigingstaakstelling van aanvankelijk € 400.000,-. Inmiddels hebben wij hiervan al € 250.000,- concreet gerealiseerd. Naast deze taakstelling hadden wij aanvankelijk ook noodgedwongen moeten voorstellen om de tarieven van de onroerende zaakbelastingen extra te verhogen met 12,40%. Dat zou een extra OZB-opbrengst opleveren van € 521.000,-.

 

Na het gereedkomen van de perspectiefnota konden we gelukkig, mede op basis van de meicirculaire, voor de eerste drie planjaren structurele voordelen inboeken als gevolg van extra uitkeringen uit het gemeentefonds. Daarnaast is er een pakket van diverse structurele meevallers. Mede door deze meevallers konden we het meerjarenperspectief alsnog positief bijstellen. Dit is voor ons reden om de aanvankelijk voorgestelde extra OZB-verhoging van 12,40% te temporiseren. Extra verhoging van de tarieven blijft onzes inziens nog noodzakelijk, maar we doen dat nu gefaseerd over drie jaar. Dit betekent een extra verhoging (boven op de inflatiecorrectie) van 6,40% in 2022, 9,40% in 2023 en 12,40% in 2024. De aanvankelijk voorziene extra verhoging van 3.40% voor 2021 werd door de raad door een unaniem aangenomen amendement niet geëffectueerd en wordt uit de begroting gehaald.

 

De uitkering uit het gemeentefonds is een bepalende factor in de lokale financiën (ca 56% van de totale inkomsten). Een belangrijk onderdeel van de herziening van de financiële verhoudingen is de herijking van het gemeentefonds. In de komende decembercirculaire zullen we eerst geïnformeerd worden over de definitieve herverdeeleffecten van deze herijking. De vooruitzichten zijn niet erg gunstig. Aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal dat voor onze gemeente aanzienlijke(re) nadelige financiële effecten met zich brengen. We weten dus pas ná het verschijnen van de decembercirculaire hoe we er werkelijk financieel voorstaan. We moeten er dus rekening mee houden dat we met tekorten geconfronteerd zullen worden. Wij zullen er daarom waarschijnlijk niet aan ontkomen om t.z.t. samen met uw raad een (omvangrijk) pakket van ombuigingsmaatregelen te moeten nemen.

Daarbij is niet alleen het financiële van belang, maar eveneens een duurzaam beleidsperspectief voor de toekomst van Bladel. Wij achten het onze plicht om zorg te dragen dat de nieuwe raad in 2022 met een financieel gezonde positie zal kunnen starten voor de nieuwe raadsperiode.

 

We zullen daarvoor, op basis van de prognose van dát moment, begin 2021 een plan van aanpak opstellen hoe we (raad, college en ambtelijke organisatie) invulling gaan geven aan de opdracht om de onbalans in onze meerjarenraming weer te herstellen. Alle hoofdtaakvelden worden daarbij betrokken. Ook willen we de noodzaak over de extra verhoging van de OZB-tarieven voor de periode 2022-2025 hierbij weer betrekken. We zullen keuzes op inhoud moeten maken op basis van de financiële realiteit van dát moment. En natuurlijk gaat de Bladelnaar daar wat van merken. We willen Bladel allemaal graag houden zoals het bekend staat, een prettige en veilige woongemeente met veel verenigingen en voorzieningen. Daarvoor is het belangrijk om de volgende begroting sluitend en toekomstbestendig te maken, ook als dat soms pijn doet. De uitwerking van het ombuigingspakket nemen we dan op in de perspectiefnota 2021.

We moeten zorgvuldig omgaan met de financiële ruimte en deze niet volledig inzetten voor langdurige (structurele) verplichtingen. Dan zijn wij een gemeente die is toegerust om flexibel en adequaat te reageren op veranderende omstandigheden in de “buitenwereld”, zonder dit meteen te moeten vertalen naar lastenverzwaring voor de burgers en ondernemers.

 

Het financiële beeld in één oogopslag

De meerjarenraming tot en met 2024 betreffende het bestaande beleid sluit met een structureel negatief saldo (zie regel 1. van de onderstaande tabel). Bij de incidentele baten (onder regel 2) moet u denken aan zaken als grondverkopen buiten grondexploitaties en winstuitnames grondexploitaties . Dit is de ruimte die de gemeente heeft voor nieuw beleid. Het begrotingsresultaat na invulling van het nieuwe beleid is weergegeven onder regel 5, verdeeld naar structureel en incidenteel begrotingsresultaat.

 

Ons weerstandvermogen, de algemene reserve, is meer dan voldoende om de risico’s die we lopen te dekken. In de regels 6, 7, en 8 ziet u dat in alle jaren meer, behalve in 2023, meer onttrokken wordt aan de reserves. In 2023 wordt er weer meer gestort dan onttrokken. Deze verwachte ontwikkeling is op basis van geplande stortingen en onttrekkingen. De ervaring leert dat deze sterk kunnen afwijken. Belangrijkste oorzaken zijn vertraging in grote werken, vertraging van plannen in de grondexploitaties en het saldo van de jaarrekening.

 

(bedragen x 1.000,-) 2020 2021 2022 2023 2024
beschikbare ruimte
1. saldo bestaand beleid structureel v 41 n -245 n -612 n -373 n -530
2. saldo bestaand beleid incidenteel n -1.092 n -194 n -85 v 169 v 123
totaal beschikbare ruimte (1 + 2) n -1.051 n -439 n -697 n -204 n -407
geplande nieuwe uitgaven
3. structurele lasten meerjarenprogramma v 19 v 362 v 538 v 479 v 627
4. incidentele lasten meerjarenprogramma n -45 v 213 v 244 v 161 v 145
totaal netto nieuwe uitgaven (3 + 4) n -26 v 575 v 782 v 640 v 772
5. totaal begrotingssaldo (1 t/m 4) n -1.077 v 136 v 85 v 436 v 365
5. waarvan structurele uitgaven en inkomsten v 60 v 117 n -74 v 106 v 97
5. waarvan incidentele uitgaven en inkomsten n -1.137 v 19 v 159 v 330 v 268
(- = nadeel en + = voordeel)
reserves
6. beoogde stortingen in reserves n -2.816 n -4.420 n -533 n -2.562 n -315
7. beoogde onttrekkingen aan reserves v 4.155 v 6.129 v 1.308 v 1.171 v 1.171
8. saldo beoogde mutaties voor resultaatbestemming v 1.339 v 1.709 v 775 n -1.391 v 856
8a. geprognosticeerde verrekening met algemene reserve v 1.077 n -137 n -85 n -436 n -366
totaal beoogde mutaties reserves na resultaatbestemming v 2.416 v 1.572 v 690 n -1.827 v 490
(- = storting en + = onttrekking)

Lastendruk

Terug naar navigatie - Lastendruk

De lokale lastendruk wordt bepaald door de onroerende zaakbelastingen (OZB) en de riool- en afvalstoffenheffing. De OZB-tarieven worden in eerste instantie verlaagd als gevolg van de verwachte waardeontwikkelingen per 1 januari 2020 en vervolgens verhoogd met een nagecalculeerde trendmatige aanpassing van 2,50%. De aanvankelijk opgenomen extra OZB-verhoging van 3,40% voor 2021 werd door de raad middels een unaniem aangenomen amendement niet geëffectueerd. Na 2021 stellen we voor om de OZB-tarieven extra te verhogen om met name de voorziene nadelige herverdeeleffecten van het gemeentefonds gefaseerd op te kunnen vangen binnen de bestaande exploitatie. De netto gevolgen van deze verhoging voor elke individuele huiseigenaar hangt af van de waardeontwikkeling van de woning.

 

Voor de berekening van de belastingdruk zijn wij voor de onderdelen riool- en afvalstoffenheffingen nog uitgegaan van de tarieven uit de begroting 2020, omdat de tarieven voor de begroting 2021 voor die onderdelen eerst in de raadsvergadering van 17 december 2020 ter vaststelling aangeboden kunnen worden. In totaliteit stijgt de lastendruk in 2021 met gemiddeld ca € 7,- voor een meerpersoonshuishouden van 4 personen ten opzichte van het jaar 2020. Dit komt neer op circa 2,45% (2020 stijging met gemiddeld € 7,-). Voor een huishouden met 2 personen stijgt de totale lastendruk met gemiddeld ca € 7,-. Dit komt eveneens op een stijging van circa 2,45% (2020 daling met gemiddeld € 8,-). Deze extra lastenstijging is vooralsnog het gevolg van de trendmatige verhoging van de OZB-tarieven. 

 

Slot

Terug naar navigatie - Slot

Het is al goed wonen, werken en leven in onze kernen Bladel, Casteren, Hapert, Hoogeloon en Netersel en het prachtige gebied ertussen. Graag geven wij daar verder inhoud en vorm aan - samen met uw raad en samen met onze inwoners, bedrijven, instellingen en partners. Een goed samenspel zorgt voor een nog betere toekomst.

 

Bladel heeft naar huidig inzicht een gezonde financiële huishouding. De begroting 2021 sluit met een structureel overschot van € 260.000,- en een incidenteel overschot van € 19.000,-. Het netto-begrotingsresultaat ad € 279.000,- wordt in eerste aanleg toegevoegd aan de algemene reserve. Deze ruimte kan mogelijk ook aangewend worden om de eventuele nadelige na-ijlende gevolgen van de coronacrisis in 2021 op te kunnen vangen. Ook het fundament voor de jaren daarna is (nog) solide. Daarnaast is ons weerstandsvermogen (de algemene reserve) meer dan voldoende om de risico’s op te vangen. Ons weerstandsratio ligt boven het vastgestelde minimum. Dat alles geeft rust. Er is voldoende ruimte om noodzakelijke opgaven op te pakken, onze ambities waar te maken en, als het tegen zit, tegenvallers op te vangen.

 

Met een sluitende begroting voor 2021 zijn we er nog niet in ons streven naar een stabiele en solide financiële positie.  Voor onze financiële positie zijn wij in grote mate afhankelijk van de inkomsten die we van het rijk krijgen. Eerst in de komende decembercirculaire zullen we definitieve informatie ontvangen wat de financiële gevolgen van de herijking van het gemeentefonds voor onze gemeente zullen bedragen. De vooruitzichten zijn niet erg gunstig. Het is frustrerend te moeten vaststellen dat een dergelijk financieel vooruitzicht buiten de invloed sfeer van de gemeente zo nadrukkelijk aan de horizon verschijnt. Toch zal dat onderdeel worden van onze financiële realiteit. We weten dus pas ná het verschijnen van de decembercirculaire hoe we er werkelijk financieel voorstaan. Dit betekent dat er mogelijk  in 2021 nog fundamentele overwegingen voor de jaren 2022 en volgende nodig zijn. Daarbij is niet alleen het financiële van belang, maar eveneens een duurzaam beleidsperspectief voor de toekomst van Bladel.

 

Er is ook onzekerheid over de ontwikkeling van de zorgkosten voor zowel jeugd als binnen de Wmo (als gevolg van bijvoorbeeld demografische ontwikkelingen). De financiële consequenties van de Omgevingswet zijn nog niet bekend, maar de landelijke verwachting is dat deze een stevige impact gaan hebben. Uitwerking van de visies in de begroting heeft ten dele plaatsgevonden en zal vooral in 2021 aan de orde zijn. Dat betekent dat er in 2021 nog fundamentele overwegingen voor de jaren 2022 en volgende nodig zijn.


Tijdens de raadsvergadering van 5 november gaan we graag met u in gesprek over de gemaakte keuzes in deze begroting.