Financiële begroting (overzicht van baten en lasten)

Toelichting begroting (baten en lasten)

Toelichting op overzicht baten en lasten

Terug naar navigatie - Toelichting op overzicht baten en lasten

Het algemene uitgangspunt is een sluitende begroting. Wettelijk gezien hoeft alleen het 1e begrotingsjaar sluitend te zijn. Als dit niet het geval is moet de begroting meerjarig (laatste jaarschijf) sluitend zijn. De begroting is in het begrotingsjaar 2021 structureel en reëel sluitend.

Bij het opstellen van de begroting 2021 is rekening gehouden met de uitgangspunten zoals deze bij de vaststelling van de financiële kaderstelling begroting 2021 door de raad zijn bepaald. Daarnaast is de besluitvorming bij de perspectiefnota kaderstellend geweest voor de samenstelling van de begroting en zijn de financiële consequenties van de meicirculaire 2020 daarin (aanvullend) verwerkt. Ook heeft er op grond van de “BBV-notitie structurele en incidentele baten en lasten” een beperkte administratieve verschuiving plaatsgevonden van de incidentele ruimte (voordeel) naar de structurele ruimte (nadeel). Er wordt in de notitie van uit gegaan dat in principe alle baten en lasten structureel van aard zijn. Incidentele baten en lasten zijn de uitzondering. Deze worden hierna toegelicht. Alle baten en lasten van het bestaande beleid zijn verwerkt in de meerjarenraming.

 

De provincie geeft in de “Gemeentelijk financieel toezichtkader 2020” de nodige aandachtspunten. Ook de BBV voorschriften schrijven voor dat, naast de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd, ook de motivering daarvan moet worden opgenomen. De gronden en motivering treft u onderstaand aan:

  • Teneinde de gemeentelijke koopkracht op peil te houden zijn de gemeentelijke belastingen op basis van de financiële kaderstelling verhoogd met een (nagecalculeerd) inflatiepercentage van 2,50%. De verhoging van belastingen en rechten, waarbij sprake is van volledige kostendekking, is afhankelijk van de opgetreden kostenstijging. 
  • De berekening van de uitkering uit het gemeentefonds is geraamd op basis van de meicirculaire 2020. Ook houden we er rekening mee dat de extra rijksmiddelen voor jeugdhulp ook voor 2022 t/m 2024 ontvangen worden. De financiële effecten van de septembercirculaire 2020 zullen wij t.z.t. via een mededeling ter kennis brengen van uw raad, zodat u de financiële effecten daarvan alsnog kunt betrekken bij de besluitvorming over deze begroting. Eventuele significante wijzigingen als gevolg van de septembercirculaire 2020 worden ook via een aparte begrotingswijziging aan u voorgelegd. De uitkering is opgenomen tegen een constant loon- en prijsniveau.
  • De ramingen die onderhevig zijn aan nominale ontwikkelingen (aantal inwoners, aantal woningen, aantal bijstandontvangers e.d.) zijn in meerjarenramingen aangepast.
  • Voor de jaren 2021 tot en met 2024 is uitgegaan van een constant loon- en prijsniveau met als basis het niveau zoals opgenomen in de begroting 2021.
  • De uitgaven aan onderhoud van kapitaalgoederen zijn gebaseerd op beleidskaders en beheerplannen per kapitaalgoed. De onderhoudsbudgetten zijn reëel verwerkt in de meerjarenraming. Ook zijn alle volle structurele jaarlasten van de nog te realiseren (her)investeringen opgenomen in de meerjarenraming. Er wordt geen achterstallig onderhoud voorzien.
  • In het meerjarig investeringsprogramma 2020–2024 is rekening gehouden met een jaarlijks rentepercentage van 1,25%.
  • De verwerking van reserves en voorzieningen geschiedt op basis van het vastgestelde beleidskader.
  • De ramingen die aan rente-effecten onderhevig zijn (bespaarde rente, investeringen e.d.) worden verwerkt overeenkomstig de gedragslijn, zoals opgenomen in de rentenotitie van de commissie BBV.
  • De loonkosten worden geraamd op basis van de toegestane formatie 2021. Voor 2021 houden we rekening met een generieke loonontwikkeling van 2,80% (basis Macro Economische Verkenningen 2020). Naast deze loonontwikkeling houden we rekening met de periodieke verhogingen van personen die daarvoor in aanmerking komen.
  • Zowel in de begroting als in de meerjarenraming zijn de aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen geraamd, zoals ziektekosten- en pensioenpremies en vakantie- en overige IKB gelden. Dat is in overeenstemming met de vereisten volgens de BBV-voorschriften.
  • Lasten voor nieuw beleid/investeringen wordt reëel geraamd. De onderuitputting kapitaallasten is opgenomen in het overzicht van incidentele baten en lasten.
  • De lasten van het sociaal domein zijn afgestemd op de realisatiecijfers van vorige jaren in combinatie met afgesloten contracten.
  • De deelnemende gemeenten in een gemeenschappelijke regeling (GR) zijn verantwoordelijk voor de financiële positie van de GR.
  • De beschikbare weerstandscapaciteit dient gekoppeld te worden aan de risico’s.
  • De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van de vergunningshouders, asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen.
  • De incidentele lasten en / of baten moeten van materiële omvang zijn. In de Financiële verordening 2019 hanteren we daarom een ondergrens voor alle incidentele posten vanaf € 10.000,-.

 

Overzicht geraamde baten en lasten op hoofdtaakniveau

Overzicht geraamde baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht geraamde baten en lasten

De aansluiting op de financiële gegevens per hoofdtaakveld en een onderbouwing daarvan zijn ondergebracht in de financiële begroting. Dit hoofdstuk bevat een totaaloverzicht van de lasten en baten van alle hoofdtaakvelden. Overhead en de algemene dekkingsmiddelen worden afzonderlijk weergegeven. Daarnaast zijn voor extra inzicht in de financiële positie de baten en lasten per hoofdtaakveld geschoond van de beoogde verrekeningen met reserves. De verrekeningen met reserves maken formeel geen onderdeel uit van de begroting van lasten en baten. Voor reserves geldt dat onttrekkingen evenals de stortingen via de resultaatbestemming lopen.

 

Het concernresultaat is, zoals hiervoor vermeld, tot stand gekomen op grond van de richtlijnen BBV. Dit leidt tot een nadelig resultaat van € 1.573.000,- in 2021. Dit is het saldo van de mutaties tussen de begroting van baten en lasten. In de begroting hebben daarnaast reeds tot een bedrag van per saldo in 2021 € 1.709.000,- mutaties in reserves plaatsgevonden. Het geraamd positief resultaat bedraagt dan € 136.000,-, waarvan € 19.000,- incidenteel en € 117.000,- structureel voordeel. De begrotingsresultaten worden verrekend met de algemene reserve.

 

De mutaties van de reserves worden in het begrotingsjaar waarin de uitgaven/inkomsten worden gedaan geautoriseerd. Bij de rekening vindt een vergelijkbare procedure plaats. De jaren 2019 – 2024 geven dan het navolgende beeld:

Hoofdtaakvelden Jaarrekening 2019 Gewijzigde begroting 2020 Begroting 2021 Meerjarenraming
(bedragen x € 1.000,-) lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo saldo 2022 saldo 2023 saldo 2024
0. Bestuur en ondersteuning -2.305 793 -1.512 -1.716 1.009 -707 -1.662 496 -1.166 -1.166 -1.161 -1.161
1. Veiligheid -1.591 89 -1.502 -1.697 88 -1.609 -1.720 82 -1.638 -1.639 -1.636 -1.627
2. Verkeer en vervoer -2.335 167 -2.168 -2.594 92 -2.502 -2.725 58 -2.667 -2.846 -2.988 -3.106
3. Economie -643 1.340 697 -777 984 207 -591 1.297 706 781 816 826
4. Onderwijs -2.477 253 -2.224 -3.331 246 -3.085 -2.895 33 -2.862 -2.383 -2.379 -2.377
5. Sport, cultuur en recreatie -3.865 662 -3.203 -4.341 658 -3.683 -4.174 639 -3.535 -3.541 -3.543 -3.574
6. Sociaal domein -20.237 4.190 -16.047 -24.005 4.937 -19.068 -21.662 2.629 -19.033 -19.253 -18.997 -18.787
7. Volksgezondheid en milieu -5.748 4.616 -1.132 -5.976 4.474 -1.502 -5.210 4.053 -1.157 -1.247 -1.164 -1.176
8. VHROSV -3.049 2.477 -572 -6.606 5.769 -837 -5.007 3.564 -1.443 -776 1.411 -854
Subtotaal (excl.overhead, algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien) -42.250 14.587 -27.663 -51.043 18.257 -32.786 -45.646 12.851 -32.795 -32.070 -29.641 -31.836
Algemene dekkingsmiddelen
Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is:
- Uitvoering wet WOZ woningen -233 -233 -226 -226 -151 -151 -150 -150 -152
- Uitvoering wet WOZ niet woningen -2 -2 -30 -30 -30 -30 -30 -30 -30
- OZB woningen -17 49 32 -12 4 -8 -11 4 -7 -8 -8 -8
- OZB niet-woningen -6 -6 -7 3 -4 -7 3 -4 -3 -3 -3
- Baten heffing en invordering OZB woningen 2.317 2.317 2.422 2.422 2.470 2.470 2.637 2.720 2.792
- Baten heffing en invordering OZB niet-woningen 1.780 1.780 1.980 1.980 1.988 1.988 2.166 2.279 2.352
Uitkeringen gemeentefonds:
- Algemene uitkeringen -5 30.239 30.234 -5 31.708 31.703 -5 32.030 32.025 31.688 31.566 31.448
- Integratie-uitkering sociaal domein
Dividend -6 179 173 -4 80 76 -2 169 167 167 167 167
Saldo van de financieringsfunctie -456 511 55 -467 368 -99 -437 441 4 74 54 67
Overige algemene dekkingsmiddelen 356 356 424 424 270 270 219 234 229
Vennootschapsbelasting 40 40 -26 -26 -17 -17 -14 -14 -14
Totaal algemene dekkingsmiddelen -685 35.431 34.746 -777 36.989 36.212 -660 37.375 36.715 36.746 36.815 36.848
Overhead -5.362 261 -5.101 -6.043 259 -5.784 -5.949 179 -5.770 -5.689 -5.575 -5.664
Onvoorzien en stelposten 26 26 -58 -58 277 277 326 229 160
Saldo van baten en lasten -48.297 50.305 2.008 -57.921 55.505 -2.416 -51.978 50.405 -1.573 -687 1.828 -492
Reserves
Bestuur en ondersteuning -9.737 9.005 -732 -2.816 4.155 1.339 -4.420 6.129 1.709 774 -1.391 857
Geraamd resultaat -58.034 59.310 1.276 -60.737 59.660 -1.077 -56.398 56.534 136 87 437 365
waarvan incidentele baten en lasten -1.137 19 159 330 268
waarvan structurele baten en lasten 60 117 -72 107 97
(- = nadeel en + = voordeel)

Overzicht incidentele baten en lasten

Overzicht incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht incidentele baten en lasten

Om inzicht te krijgen in de financiële positie van de gemeente is het onderscheid tussen structureel en incidenteel vooral van belang. In het algemeen geldt dat de gemeente structurele taken uitvoert en daarvoor structurele lasten raamt in de begroting. Structurele lasten zijn dus de regel, incidentele lasten zijn de uitzondering.

 

Incidentele baten en lasten betreffen die posten die het begrotingssaldo incidenteel beïnvloeden. Het gaat om eenmalige zaken en om (meerjarige) projecten of subsidies als deze eveneens het karakter van tijdelijkheid c.q. eindig doel hebben. In de toelichting op het BBV staat als hulpmiddel dat voor het bepalen van een nadere invulling van het begrip ‘incidenteel’ gedacht kan worden aan baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Dit betekent dat baten en lasten die zich drie jaar of minder voordoen kunnen kwalificeren als incidenteel, maar gewoon structureel van aard kunnen zijn. Baten en lasten die zich vier jaar of langer voordoen zijn in beginsel structureel van aard. De scheidslijn tussen drie jaar of langer is zoals gezegd een hulpmiddel bij het bepalen of er sprake is van incidenteel of structureel; de soort of de eigenschap van een begrotingspost van het taakveld gaat altijd boven dit hulpmiddel. Zo blijft een incidentele baat of last, die vier jaar of langer geraamd wordt, gezien de soort of de eigenschap van een begrotingspost altijd incidenteel en wordt dus niet opeens structureel door deze langer dan drie jaar te ramen.

 

De incidentele baten en lasten worden onderstaand op hoofdlijnen nader toegelicht.

 

Bestuur en ondersteuning
Jaarlijks worden opbrengsten geraamd van verkoop gronden, die niet via de grondexploitatie lopen. Op grond van provinciale voorschriften mogen deze opbrengsten niet als structureel aangemerkt worden.

 

Overhead en ondersteuning organisatie
De vijf Bladelse ouderenbonden hebben onlangs hun visie op het gemeentelijk ouderenbeleid aangeboden aan de gemeente. In reactie op dit visiedocument ‘(voorbereiden op) Ouder worden in de gemeente Bladel’, is voor een periode van 2 jaar één ouderenconsulent Bladel aangesteld. Deze gemeentelijke ouderenconsulent moet de zelfstandig thuiswonende Bladelse ouderen ondersteunen op het gebied van wonen, welzijn, inkomen en zorg.

Gelet op een aantal majeure projecten (voorbereiding van herinrichting N284, centrumontwikkelingen Bladel en realisatie MFA Hapert) welke aanzienlijke ambtelijke capaciteit vragen is het noodzakelijk dat voor 2021 personeel ingehuurd wordt om te borgen dat de lopende zaken toch adequaat uitgevoerd kunnen worden. Voor het akoestisch optimaliseren van het gemeentehuis worden voor 2021 eenmalige middelen geraamd.

Bij Samenwerking Kempengemeenten (SK) wordt het project van “Kempengemeenten opnieuw verbinden” uitgevoerd. Dat project is afgerond voor 2023. Voor dit project zijn eenmalige middelen begroot voor eventuele onderzoeks- of advieskosten. Daarnaast worden de incidentele baten a.g.v. de onderuitputting van de kapitaallasten bij SK verrekend met de deelnemende gemeenten.

 

Algemene dekkingsmiddelen
In de raadsvergadering van 23 maart 2017 heeft uw raad de nota “waarderen, activeren en afschrijven van vaste activa” vastgesteld. In deze nota is voor het nieuwe afschrijvingsbeleid aansluiting gezocht bij het “Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK)” van de provincie. Hierin is vastgelegd hoe Gedeputeerde Staten invulling geven aan het financieel toezicht met name wat de onderuitputting van de kapitaallasten betreft inzake nieuwe investeringen.

Bij activering van een investering zal voor de toezichthouder in redelijkheid vast moeten staan, dat de gemeente in staat is om de volle jaarlasten binnen een structureel sluitende begroting van t+0 (eventueel op termijn binnen de meerjarenraming) te kunnen opvangen. In aansluiting op het toezichtkader van de provincie worden de kapitaallasten voortaan geraamd met ingang van 1 januari van het jaar waarin de investeringskredieten beschikbaar worden gesteld (t+0). Tevens wordt in het eerste planjaar (t+0) eenmalige onderuitputting geraamd op basis van dezelfde structurele (afschrijvings- en rente) parameters.

In uw vergadering van 20 juni 2019 heeft u het krediet voor de realisatie van MFA Hapert beschikbaar gesteld. Realisatie hiervan geschiedt gefaseerd (in 2020 en 2021). Dit leidt gedurende deze jaren tot onderuitputting van kapitaallasten, welke verrekend worden met de algemene reserve.

 

Verkeer en vervoer
In de bereikbaarheidsagenda hebben de 21 gemeenten uit de Metropoolregio Eindhoven een breed pakket aan plannen en maatregelen voor de periode t/m 2030 vastgesteld om de bereikbaarheid van de regio te verbeteren. Als uitwerking hiervan hebben de vier Kempengemeenten een visie en een maatregelenpakket De Kempen-A67 opgesteld. De visie is door de (publieke en private) projectpartners onderschreven en zijn over-een gekomen om de projecten in het maatregelenpakket te gaan uitvoeren om zo een duurzame bereikbaarheid op de corridor te realiseren en de verkeersdruk op de A67 en A2-Randweg Eindhoven te verminderen.

Vanaf de zomer van 2020 wordt bovengenoemd maatregelenpakket, verder uitgewerkt in een planstudie. De-ze planstudie heeft een looptijd van 3 jaar (t/m 2022) en wordt in samenwerking met de projectpartners uitgevoerd. Ons aandeel hierin is ca € 11.000,- per jaar.

 

Economie
Er is gewerkt aan een plan van aanpak voor een update van Bedrijventerrein de Sleutel. Dit plan van aanpak heeft betrekking op digitale, ondergrondse en bovengrondse infrastructuur, de kwaliteit en bruikbaarheid van het vastgoed, duurzaamheid, de inrichting en uitstraling van de openbare ruimte en de aantrekkelijkheid van het bedrijventerrein als geheel. Vorig jaar zijn, onder andere naar aanleiding van 20 gesprekken met ondernemers, op De Sleutel concrete acties opgesteld en is nagedacht hoe uitvoering kan worden gegeven aan de concrete acties. Dit betekent dat er een budget noodzakelijk is om quick wins te kunnen faciliteren en realiseren. Ook in 2021 blijven projecten lopen waarbij financiering of ondersteuning door de gemeente noodzakelijk is. Daarom wordt ten behoeve van dit project een budget gevraagd van € 20.000,-. De acties zijn zowel gericht op ondernemers als gemeente. In sommige gevallen moeten we het samen doen. De acties zijn ondergebracht in drie thema’s:
Thema 1: Verkeer en vervoer op orde (o.a. upgrade huidige ontsluiting, variant tweede ontsluiting, voet- en fietspaden op terrein en werktijden spreiden)
Thema 2: Uitstraling terrein naar hoger niveau (o.a. gevelrenovatiefonds, aanpak incourant vast-goed/leegstand wegwerken, opgeruimde kavels)
Thema 3: Duurzaam De Sleutel (o.a. gezamenlijk inkoop zonnepanelen, restwarmte buurbedrijven uitwisselen en benutten grote daken voor zonnepanelen)

Van het KBP wordt op basis van een dienstverleningsovereenkomst tot en met 2023 vergoeding ontvangen voor tijdelijke administratieve ondersteuning en het beschikbaar stellen van ICT-faciliteiten. Na 2023 zal de gemeenschappelijke regeling expireren.

 

Onderwijs
In de planning wordt uitgegaan dat met ingang van 2020 de bestaande basisschool Marnix en basisschool Het Palet in 2020 resp. 2021 gesloopt worden in verband met realisatie van de nieuwbouw van MFA Hapert. De afwaardering van de bestaande boekwaarde, alsmede de sloop- en verhuiskosten worden verrekend met de algemene reserve.

 

Sociaal domein
Eenmalige kosten voor D’n Tref en Kloostertuin a.g.v. de realisatie van MFA Hapert. De uitgaven voor participatie zijn door KempenPlus geactualiseerd. Een deel van de gemeentelijke bijdrage aan KempenPlus heeft betrekking op frictiekosten om gefaseerd te “groeien” naar de gewenste bedrijfsvoering. Het zijn extra kosten met een éénmalig karakter die uitgaan boven het normaal beschikbare budget voor reguliere werkzaamheden, zoals kosten van inhuur van o.a. (ICT)inrichtingsvraagstukken en procesmanagement.

 

Volksgezondheid en milieu
In de raadsvergadering van 19 december 2019 is de Subsidieverordening duurzame energie voor particulieren 2020-2021 vastgesteld. Door het beschikbaar stellen van subsidie worden particuliere woningeigenaren in de gemeente Bladel gestimuleerd om duurzame maatregelen te treffen gericht op energiebesparing en energie-opwekking. Voor 2021 is voor deze subsidieregeling een bedrag van € 250.000,- beschikbaar. Deze kosten worden gedekt ten laste van de algemene reserve.

 

VHROSV
Voor de invoering van de Omgevingswet is in 2020, naast een uitvoeringsbudget van € 130.000,-, een investering beschikbaar van € 75.000,- voor het digitaliseren van informatie voor de Omgevingswet en een uitfasering van ICT-applicaties. Voor het opnieuw schrijven van digitale werkprocessen en het opnieuw inrichten van software voor de clusters Vergunningen en Toezicht en Handhaving worden voor de jaren 2020 en 2021 aanvullende ramingen van € 25.000,- per jaar nodig geacht. De minister voor Milieu en Wonen heeft de Tweede Kamer op 1 april 2020 geïnformeerd dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet wederom uitgesteld wordt. De inwerkingtreding was aanvankelijk voorzien op 1 januari 2021. De minister zal na overleg met de bestuurlijke partners met een voorstel voor een nieuwe inwerkingtredingsdatum komen.

In de meerjarenraming zijn tussentijdse winstuitnames geraamd op basis van de zgn. voorzichtige variant. Daarnaast houden we op grond van raadsbesluit van 20 juni 2019 rekening met de verkoopopbrengst ad € 2.196.000,- vanwege de inspanningsverplichting om de herontwikkeling van de achterblijvende locaties van MFA Hapert uiterlijk in 2023 te realiseren.

Om de ruimtelijke kwaliteit van het landschap te verbeteren en het opwekken van duurzame energie te bevorderen, is door uw raad besloten om de bestaande reserve ‘ruimtelijke kwaliteit buitengebied’ te verbreden en een nieuwe reserve ‘duurzaamheid’ in te stellen. Verrekening vindt plaats ten laste of ten gunste van de be-treffende reserves (zie hierna).

 

Reserves
De kosten voor de subsidieregeling duurzame energie particulieren worden gedekt ten laste van de algemene reserve. Voorts worden de tussentijdse winstuitnames uit grondexploitaties toegevoegd aan de algemene reserve. In 2021 is de beschikbare structurele ruimte voor MFA Hapert hoger dan de geraamde lasten. Het saldo hiervan ad € 265.000,- wordt verrekend met de algemene reserve.
Ten laste van de algemene reserve wordt de dekkingsreserve afschrijving geactiveerde investeringen gevormd voor CC Den Herd naar de Markt.

Daarnaast houden we op grond van raadsbesluit van 20 juni 2019 rekening met de verkoopopbrengst ad € 2.196.000,- vanwege de inspanningsverplichting om de herontwikkeling van de achterblijvende locaties van MFA Hapert uiterlijk in 2023 te realiseren. Deze opbrengst voegen we toe aan de dekkingsreserve afschrijving geactiveerde investeringen.
De kosten en opbrengsten voor de uitvoering van duurzaamheid en verbetering kwaliteit buitengebied worden verrekend met de reserves duurzaamheid en kwaliteit buitengebied.

 

Hoofdtaakveld 2021 2022 2023 2024
taakveld uitg. ink. uitg. ink. uitg. ink. uitg. ink.
Bestuur en ondersteuning
0.3 grondverkopen algemene dienst v 100 v 100 v 100 v 100
totaal bestuur en ondersteuning v 100 v 100 v 100 v 100
Overhead en ondersteuning organisatie
0.4 gemeentelijk ouderenconsulent n -50 n -25
0.4 inhuur tijdelijk personeel en opstellen sportbeleid n -38
0.4 onderzoek akoestisch optimaliseren gebouwen n -6
0.4 kempensamenwerking, aandeel onderuitputting en frictiekosten n -30 n -35 v 36 v 23
totaal overhead en ondersteuning organisatie n -124 n -60 v 36 v 23
Algemene dekkingsmiddelen
0.5 onderuitputting kapitaallasten (mip) v 199 v 229 v 161 v 145
0.5 project nieuwbouw MFA:onderuitputting kapitaallasten v 265
totaal algemene dekkingsmiddelen v 464 v 229 v 161 v 145
Verkeer en vervoer
2.1 voorbereiding projecten verkeer Kempenregio: cofinanciering n -11 n -11
totaal verkeer en vervoer n -11 n -11
Economie
3.1 update bedrijventerrein De Sleutel n -20
3.2 vergoeding KBP secretariaat, administratie en archief v 33 v 34 v 33
totaal economie n -20 v 33 v 34 v 33
Onderwijs
4.2 project nieuwbouw MFA: afwaardering scholen / sloopkosten n -466
totaal onderwijs n -466
Sociaal domein
6.1 project nieuwbouw MFA: eenmalige kosten n -51
6.4 bijdrage KempenPlus aandeel frictiekosten n -133 n -133
totaal sociaal domein n -184 n -133
Volksgezondheid en milieu
7.4 klimaatbeleid, subsidie duurzame energievoorziening n -250
totaal volksgezondheid en milieu n -250
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Stedelijke Vernieuwing
8.1 invoering omgevingswet:projectkosten/inrichten werkprocessen n -25
8.2 grondexploitaties: winstuitname v 130 v 102 v 86 v 38
8.2 project nieuwbouw MFA: opbrengst grondverkoop v 2196
8.3 duurzaamheid: maatregelen bevorderen duurzaamheid n -25 n -25
8.3 kwaliteit buitengebied: diverse projecten n -675 v 215 n -200 v 215 v 50 v 50
totaal volkshuisvesting, ruimtelijke ord.en stedelijke vernieuwing n -725 v 345 n -225 v 317 v 2332 v 88
Reserves
0.10 algemene reserve: dekkingsreserve CC Den Herd v 3393
0.10 algemene reserve: uitvoering duurzaamheid energie particulieren v 250
0.10 algemene reserve: mutatie project nieuwbouw MFA n -265 v 517
0.10 reserve grondexploitatie: winstuitnames n -130 n -102 n -86 n -38
0.10 reserve afschrijving: vormen dekkingsreserve CC Den Herd n -3393
0.11 reserve afschrijving: bijdrage reserve kwaliteit buitengebied (Groene Long) n -150
0.10 reserve afschrijving: toev.opbrengst grondverkoop nieuwbouw MFA n -2196
0.10 reserve duurzaamheid: dekking bevordering duurzaamheid v 25 v 25
0.10 reserve kwaliteit buitengebied: diverse projecten n -215 v 825 n -215 v 200 n -50 n -50
totaal reserves n -4153 v 5010 n -317 v 225 n -2332 n -88
totaal incidentele lasten en baten n -5469 v 5488 n -517 v 676 n -2135 v 2465 v 80 v 188
( - = nadeel en + = voordeel) 19 159 330 268

Overzicht reserves

Overzicht reserves

Terug naar navigatie - Overzicht reserves

Aan deze mutaties liggen raadsbesluiten en een bestendige gedragslijn ten grondslag, hetzij bij vaststelling van de oorspronkelijke begroting, hetzij bij vaststelling van de bestuursrapportages. Deze hebben voornamelijk betrekking op mutaties met dekkingsreserves. Voorts gaat het om toevoegingen als gevolg van tussentijdse winstnemingen grondexploitaties en rentebijschrijvingen. De meerjarige begrotingsresultaten worden vooralsnog verrekend met de algemene reserve. Uw raad geeft expliciet instemming aan de weergegeven toevoegingen en onttrekkingen via de begrotingsvaststelling.

Bij de berekening van de stand van de reserves en voorzieningen per 1 januari 2020 is uitgegaan van de rekeningcijfers 2019 vermeerderd c.q. verminderd met geraamde mutaties in 2020 op grond van de door uw raad genomen besluiten c.q. beleidsvoornemens. Onderstaand worden de reserves nader toegelicht.

 

Algemene reserve
De algemene reserve maakt deel uit van het weerstandsvermogen van de gemeente en heeft als doel de gemeente de mogelijkheid te bieden om niet-structurele financiële risico’s op te vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. De omvang van de algemene reserve is gebaseerd op het risicoprofiel van de gemeente. In de nota reserves en voorzieningen 2012 wordt de algemene reserve als normatief kader beschouwd en wordt uitgedrukt als de verhouding tussen de algemene reserve en het gemiddelde van de geïnventariseerde risico’s. De omvang van de algemene reserve wordt bepaald op klasse C (voldoende ). De rentebijschrijving aan de algemene reserve is aangepast aan de gewijzigde BBV-voorschriften.

 

De algemene reserve is onderverdeeld in stand 01-01-2021 stand 31-12-2021
1. ijzeren voorraad 1.000.000 1.000.000
2. noodzakelijke omvang 1.617.000 1.617.000
3. vrij aanwendbaar deel 6.832.000 2.090.000
4. saldo baten en lasten -1.077.000 136.000

De verlaging van de omvang van de algemene reserve ultimo 2021 wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de uitname voor de voorgestelde dekking van ver-/nieuwbouw CC Den Herd, de dekking van uitvoeringsprogramma duurzaamheid particulieren en de toevoeging van het geprognosticeerd batig exploitatieresultaat 2021. Ná 2021 neemt de omvang van de algemene reserve pro saldo toe als gevolg van rentebijschrijvingen, winstuitnames grondexploitaties en de negatieve/positieve (meerjarige) begrotingsresultaten.

Wij willen hier echter – met nadruk – niet onvermeld laten dat het vooralsnog geprognosticeerde resultaten zijn. Daadwerkelijke bestedingsvoorstellen moeten steeds beoordeeld worden aan de hand van de werkelijke gerealiseerde resultaten. Voorts verwijzen wij u naar de paragraaf weerstandsvermogen.

 

Bestemmingsreserves
De bestemmingsreserves worden onderverdeeld in dekkingsreserves en overige bestemmingsreserves. In onderstaande grafiek wordt de meerjarige ontwikkeling van de dekkingsreserves en de overige bestemmingsreserves zichtbaar gemaakt. De omvang van de dekkingsreserves nemen jaarlijks of door de geraamde aanwendingen ten gunste van de exploitatie ter dekking van kapitaallasten en wegvallende winstuitkeringen HNG. Daarentegen neemt de omvang van de overige bestemmingsreserves aanzienlijk toe. Dat wordt met name veroorzaakt door de toevoeging van de ‘overschotten’ op het sociaal domein.

Het verloop van de bestemmingsreserves wordt in onderstaande grafiek weergegeven:

 

Dekkingsreserves
Deze reserves zijn enerzijds ingesteld ter (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten van investeringen met een economisch en maatschappelijk nut en anderzijds is aan de reserve verkoopopbrengst NRE een inkomensfunctie toegekend. Voor de afwikkeling verkoop hypotheekfonds Noord-Brabantse Gemeenten (HNG) is een dekkingsreserve gevormd. De dekkingsreserves nemen jaarlijks af met een bedrag ter dekking van, een deel van, de kapitaallasten.

 

Reserve afschrijving geactiveerde investeringen
Afdekken van de kapitaallasten van diverse investeringen (met economisch en maatschappelijk nut). Daarnaast wordt de rente van een verkochte landbouwpersoneel structureel ten gunste van de exploitatie verantwoord. Aanwending is afgestemd op de afschrijvingstermijnen van de betreffende investeringen. In 2021 wordt € 3.393.000,- toegevoegd t.b.v. de dekking van de verplaatsing van CC Den Herd naar de Markt en € 150.000,- t.b.v. gedeeltelijke dekking van de Groene Long.

stand 01-01-2021  12.161.000
stand 31-12-202  14.768.000

 

 

 

Overige bestemmingsreserves
Deze reserves zijn ingesteld voor een bepaald doel.

 

Algemene reserve grondexploitaties
De reserve grondexploitatie is een reserve om algemene risico’s op het gebied van grondexploitatie op te vangen. Alle resultaten lopen via de algemene reserve grondexploitatie. Als een gemeentelijke grondexploitatie positief wordt afgesloten, wordt de winst toegevoegd aan de algemene reserve grondexploitatie. Als op een gemeentelijke grondexploitatie een tekort wordt verwacht, wordt hiervoor een voorziening ingesteld die wordt gedekt uit de algemene reserve grondexploitatie. Om deze reden vervult de algemene reserve grondexploitatie evenals de algemene reserve een bufferfunctie (zie ook § grondbeleid).

stand 01-01-2021 595.000
stand 31-12-2021  595.000

 

 

 

Reserve bovenwijkse voorzieningen
Deze reserve is bedoeld om de aanleg van infrastructurele werken met meer dan uitsluitend planbetekenis mogelijk te maken zoals bijv. randwegen, hoofdriolering, parkeervoorzieningen etc.

stand 01-01-2021 172.000
stand 31-12-2021 172.000

 

 

 

Reserves vervanging sportmaterialen sporthal Eureka
Het meerjarig opvangen van kosten van het regulier vervangen van sportmaterialen en inventaris in de sporthal Eureka.

stand 01-01-2021  44.000
stand 31-12-2021 36.000

 

 

 

Reserve vervanging sportmaterialen sporthal X-sport
Het meerjarig opvangen van kosten van het regulier vervangen van sportmaterialen en inventaris in de sporthal X-sport.

stand 01-01-2021  108.000
stand 31-12-2021  99.000

 

 

 

Reserve duurzaamheid
Bevorderen van het opwekken en ontwikkelen van duurzame energie.

stand 01-01-2021  50.000
stand 31-12-202 25.000

 

 

 

Reserve ruimtelijke kwaliteit buitengebied
Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap, gekoppeld aan gemeentelijke projecten. In 2021 wordt € 215.000,- toegevoegd aan de reserve en € 675.000,- onttrokken voor de dekking van een aantal bestedingsdoelen en € 150.000,- t.b.v. gedeeltelijke dekking van de Groene Long.

stand 01-01-2021  781.000
stand 31-12-2021 171.000

 

 

 

Naast de begrotingsramingen en de lastenontwikkeling zijn ook de reserves van belang voor de beoordeling van de financiële situatie waarin de gemeente zich bevindt. Met name de reserves geven immers een indicatie van het weerstandsvermogen van de gemeente, dat wil zeggen de mate waarin de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten. Daarnaast laten de reserves zien welke bestedingsmogelijkheden aanwezig zijn voor (nog) niet in de begroting opgenomen activiteiten. Het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen is vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen 2012. In onderstaand overzicht worden de meerjarige mutaties van de reserves gespecificeerd. De geraamde mutaties zoals opgenomen in het meerjarenprogramma zijn hier aanvullend in opgenomen:

 

Bedragen Begroting Begroting Meerjarenraming
2020 2021 2022 2023 2024
Algemene reserve inc. v 1.721 v 502
Algemene reserve: rentebijschrijvingen struct. n -211 n -101 n -60 n -63 n -69
Reserve afschrijving geactiveerde investeringen struct. v 426 v 434 v 427 v 508 v 494
Reserve afschrijving geactiveerde investeringen inc, n -110 n -2.196
Algemene reserve grondexploitatie inc. n -904 n -130 n -102 n -86 n -38
Bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen inc. v 40
Reserve ruimtelijke kwaliteit buitengebied inc. v 27 v 460 n -15 n -50 n -50
Reserve duurzaamheid inc. n -50 v 25 v 25
Egalisatiereserve verkoop HNG struct. v 120
Reserve vervanging sportmaterieel X-sport struct. v 6 v 9 v 1 v 1 v 27
Reserve ververvanging sportmaterieel Eureka struct. v 8 v 7 v 4 v 8 v 8
Totaal beoogde mutaties reserves via bestaand beleid v 1.073 v 1.206 v 280 n -1.878 v 372
Bestemming begrotingsresultaat inc. v 1.137 n -19 n -158 n -330 n -268
Bestemming begrotingsresultaat struct. n -60 n -117 v 73 n -106 n -97
Totaal mutaties reserves v 2.150 v 1.070 v 195 n -2.314 v 7
Mutaties algemene reserve via meerjarenprogrogramma inc. v 600 v 3.393
Mutaties reserve afschrijving geactiveerde investeringen via meerjarenprogramma struct. v 268 v 503 v 495 v 487 v 484
Mutaties reserve ruimtelijke kwaliteit buitengebied via meerjarenprogramma inc. v 150
Mutaties reserve afschrijving geactiveerde investeringen via meerjarenprogrogramma inc. n -600 n -3.543
Totaal mutaties reserves v 2.418 v 1.573 v 690 n -1.827 v 491
(+ = voordeel/aanwending en -= nadeel/storting)

Overzicht voorzieningen

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Het onderscheid tussen reserves en voorzieningen is vooral van belang omdat voorzieningen te beschouwen zijn als vreemd vermogen en reserves als eigen vermogen. Aan voorzieningen kleven verplichtingen. De gemeente heeft daarom weinig keus als het gaat om de vraag welke voorzieningen aanwezig moeten zijn en welke omvang deze moeten hebben. Dit betekent dat alle voorzienbare en kwantificeerbare risico’s en verplichtingen zijn afgedekt. De voorschriften uit het BBV zijn hiervoor bepalend.

 

Voorzieningen worden op grond van artikel 44 BBV gevormd voor:
- verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs te schatten is;
- bestaande risico’s op de balansdatum ter zake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is;
- kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar de oorsprong hebben in het begrotingsjaar of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie;
- de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven en
- tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden.

 

Voorzieningen voor te verwachten verplichtingen en verliezen
Het gaat om verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar wél redelijkerwijs te schatten is. Het betreft dus verplichtingen die schulden kunnen worden.

 

Voorziening wethouderspensioenen
Bekostigen van de pensioenuitkeringen van wethouders die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, alsmede opvangen verplichtingen voortvloeiende uit het overgedragen elders opgebouwd pensioenkapitaal wethouders. Voorzien is dat in 2021 per saldo € 126.000,- uitgekeerd wordt.

stand 01-01-2021  2.374.000
stand 31-12-202 2.248.000

 

 

 

Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders
Het opbouwen van vermogen voor het kunnen dekken van de wachtgeldverplichtingen van voormalige wethouders.

stand 01-01-2021 0
stand 31-12-2021 0

 

 

 

Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalig personeel
Het opbouwen van vermogen voor het kunnen dekken van de wachtgeldverplichtingen van een voormalige medewerker. Voorzien is dat in 2021 per saldo € 40.000,- uitgekeerd wordt.

stand 01-01-2021 50.000
stand 31-12-2021  10.000

 

 

 

Voorziening verliesgevende complexen grondexploitatie
Deze voorziening is bedoeld voor het opvangen van verliezen in bouwgrondcomplexen.

stand 01-01-2021 0
stand 31-12-2021 0

 

 

 

Voorziening dubieuze debiteuren (incl. ISD)
Ingesteld ter dekking van kosten die voortvloeien uit vermoedelijk oninbare privaat- en publiekrechtelijke vorderingen.

stand 01-01-2021  325.000
stand 31-12-2021  325.000

 

 

 

Voorzieningen voor risico’s ter zake van verplichtingen en verliezen
Dit betreft voorzieningen wegens op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of risico’s. Het gaat om risico’s in verband met verplichtingen of verliezen die worden verwacht bij het vaststellen van de balans: de omvang moet redelijk te schatten zijn. Voorbeeld: Schadeclaims van derden, lopende beroepschriften en rechtsgedingen.

Deze voorzieningen zijn (vooralsnog) niet van toepassing voor de gemeente Bladel.

 

Voorzieningen voor gelijkmatige verdeling van lasten
In tegenstelling tot het voorgaande gaat het hier niet om de vraag of een verplichting of verlies zich al dan niet voordoet. Deze voorzieningen worden ingesteld als egalisatierekeningen, met als doel de kosten gelijk-matig over de jaren te spreiden. Als expliciete voorwaarde voor het instellen van deze voorzieningen geldt dat er sprake moet zijn van een één op één onderbouwing van het betreffende beheerplan. Deze voorziening heeft een verplichtend karakter: de gelden moeten aan het vooraf bepaalde doel worden besteed.

 

Voorziening onderhoud wegen
Het meerjarig opvangen van de kosten van het uitvoeren van adequaat onderhoud aan de wegen.

stand 01-01-2021  176.000
stand 31-12-2021  176.000

 

 

Voorziening renovatie riool
In het jaar dat de gemeente de vervangingsinvesteringen realiseert moet de gemeente de investering voor de volle omvang activeren (artikel 62, lid 1 BBV). Het bedrag dat de gemeente in de voorziening ‘vervanging riolering’ heeft gespaard middels de (via het tarief geïnde) spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen moet op grond van artikel 62, lid 4 BBV daarop in mindering worden gebracht. Voor de vervanging/renovatie van het riool wordt jaarlijks € 100.000,- geraamd.

stand 01-01-2021  37.000
stand 31-12-2021  37.000

 

 

 

Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen
Het meerjarig opvangen van de kosten van het uitvoeren van het systematisch adequaat onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen. In 2021 wordt € 386.000,- gedoteerd en € 381.000,- onttrokken wegens groot onderhoud.

stand 01-01-2021  1.092.000
stand 31-12-2021  1.097.000

 

 

 

Voorzieningen voor vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven
Betreft een voorziening die gevormd wordt door via het tarief gepland te „sparen? voor vervangingsinvesteringen (riolering en afvalstoffenheffing). Dit sparen voor vervangingsinvesteringen wordt in de gemeente Bladel vooralsnog niet toegepast.

 

Voorzieningen wegens van derden verkregen middelen
Het betreft van derden verkregen middelen onder strikte condities voor de richting van de aanwending (met uitzondering van de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen).

 

Voorziening egalisatie afvalstoffenheffing
Het egaliseren van het saldo lasten/baten dat in een bepaald jaar ontstaat in de afvalverwijdering, alsmede het meerjarig opvangen van schommelingen in de tarieven voor de afvalstoffenheffing. In 2021 is het positief exploitatiesaldo van € 5.000,- toegevoegd aan de voorziening.

stand 01-01-2021  58.000
stand 31-12-2021  63.000

 

 

 

Voorziening egalisatie riolering
Het egaliseren van het saldo lasten/baten dat in een bepaald jaar ontstaat in de riolering, alsmede het meerjarig opvangen van schommelingen in de tarieven voor de rioolheffingen. In 2021 is het positief exploitatiesaldo van € 21.000,- toegevoegd aan de voorziening.

stand 01-01-2021  1.568.000
stand 31-12-2021 1.589.000



Investeringen

Investeringen

Terug naar navigatie - Investeringen

Bij gemeenten worden tot 2017 twee soorten investeringen onderscheiden, namelijk investeringen met een meerjarig economisch nut en investeringen met een maatschappelijk, maar geen economisch nut. Investeringen met een economisch nut moeten worden geactiveerd en afgeschreven.
Voor investeringen vanaf 2017 geldt dat investeringen met een maatschappelijk nut (dat wil zeggen, investeringen in goederen die niet verhandelbaar zijn en waar geen tarief voor gevraagd mag worden, zoals bruggen en wegen) voortaan ook over de levensduur afgeschreven moeten worden. Voorheen konden die investeringen ook nog in één keer ten laste van bijvoorbeeld de algemene reserve gedekt worden. Vanaf 2017 mag dat dus niet meer. Het is overigens wel toegestaan om voor bijvoorbeeld ten laste van de algemene reserve dekkingsreserves te vormen.

 

Afschrijving vindt plaats op basis van de nota ‘waarderen, activeren en afschrijven van vaste activa 2017’.

- Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa, waaronder de kosten van onderzoek en ontwikkeling, worden gewaardeerd op basis van verkrijgings- of vervaardigingprijs, verminderd met afschrijvingen. Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de geactiveerde kosten, gebaseerd op de verwachte toekomstige gebruiksduur, met een maximum van vijf jaar.

 

- Materiële vaste activa
Materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van aanschaffingswaarde of vervaardigingprijs, verminderd met afschrijvingen. Afschrijving vindt plaats volgens een percentage van de aanschaffingswaarde, gebaseerd op de verwachte gemiddelde economische levensduur van de activa. Op gronden wordt niet afgeschreven. We houden hierbij (nog) geen rekening met een restwaarde van een investering. Wij gaan onder-zoeken of bij het afschrijvingsbeleid voortaan voor bepaalde activa wel rekening kunnen houden met een restwaarde, zeker als de gebouwen conform een gedegen plan goed onderhouden worden. De restwaarde moet vanuit het voorzichtigheidsbeginsel niet te hoog ingeschat worden.

 

- Financiële vaste activa
De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

In de Financiële verordening 2019 is geregeld dat nieuwe investeringen, waarvoor reeds politieke kaderstelling aanwezig is op basis van door uw raad vastgestelde beheerplannen, beleidsnotities en/of besluiten en (uitbreidings)investeringen gericht op interne bedrijfsvoering en ramingen van geringe omvang, bij de vaststelling van de begroting geautoriseerd worden.

Op basis van deze criteria hebben wij de noodzakelijke en gewenste investeringen voorzien van een A- of B-rubricering. De zgn. A-investeringen voldoen aan de hiervoor geformuleerde criteria. Reden waarom wij uw raad voorstellen om de uitvoering van deze investeringen in planjaar 2021 (en budgetten), na vaststelling van de begroting 2021 door uw raad, op te dragen aan ons college. In dit verband wordt bedoeld, dat uw raad bij de vaststelling tevens daarvoor formeel de noodzakelijke kredieten/budgetten beschikbaar stelt. Tevens wordt hiermee een doelmatigere en slagvaardigere werkwijze voor de organisatie bewerkstelligd.

 

Voor de uitvoering van de zgn. B-investeringen zal daarentegen nog steeds afzonderlijke besluitvorming door uw raad plaatsvinden. Voor een totaalbeeld verwijzen wij u naar bijlage II.

 

Geprognosticeerde balans

Geprognosticeerde meerjarenbalans

Terug naar navigatie - Geprognosticeerde meerjarenbalans

Met het oog op een betere raming en beheersing van het EMU-saldo is landelijk voorgeschreven dat bij de uiteenzetting van de financiële positie een geprognosticeerde balans moet worden opgenomen. Deze balans moet meerjarig zijn en geeft inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen (gebouwen, infrastructuur en riolering), het aanwenden van reserves en voorzieningen en in de financieringsbehoefte. De presentatie van de geprognosticeerde balans moet aansluiten op de balans in de jaarrekening, maar behoeft niet dezelfde mate van detail te kennen. Dit laatste zou schijnnauwkeurigheid suggereren en daar is hier geen sprake van.

 

Toelichting activa
- immateriële vaste activa
De balanswaarde van de immateriële vaste activa neemt met name toe als gevolg van de gevoteerde kredieten voor nieuwbouw basisschool De Vest en renovatie van Mariaschool. De balanswaarde van de immateriële vaste activa neemt door afschrijvingen per jaar af, alsmede door de afwaarderingen van de basisscholen Marnix en Het Palet.

 

- vaste activa
De balanswaarde van de materiële vaste activa neemt enerzijds door afschrijvingen per jaar af. Anderzijds wordt in de planningsperiode naar verwachting een aantal lopende en nieuwe investeringswerken afgerond, wat resulteert in een stijging van de materiële vaste activa. De belangrijkste investeringen hierin zijn de realisatie van MFA Hapert en de nieuwe investeringen vanuit het meerjarenprogramma welke cumulatief doorwerken naar de geprognosticeerde balans.
De financiële vaste activa ex artikel 36 lid b (kapitaalverstrekkingen) betreft de balanswaarde van ons aandelenbezit in NV Bank Nederlandse Gemeenten en Brabant Water. Daarnaast neemt de financiële vaste activa enerzijds toe wegens te verstrekken startersleningen en anderzijds weer af door aflossingen per jaar. De financiële vaste activa ex artikel 36 lid f betreft de balanswaarde van de geactiveerde opbrengsten van verkoop van hypotheekbedrijf HNG.

 

- vlottende activa
De voorraden nemen per jaar af. Dit komt door de verdere afwikkelingen van de diverse grondexploitaties. Daarnaast houden we rekening met eenmalige uitzettingen bij ‘s Rijksschatkist wegens tijdelijke financieringsoverschotten, vanwege de aangetrokken geldlening in 2020. Naar verwachting zijn er nauwelijks mutaties in vorderingen en liquide middelen.

 

Toelichting passiva
- vaste passiva
Het eigen vermogen, inclusief saldo van baten en lasten, fluctueert door de jaren heen. Er wordt pro saldo meer onttrokken aan de reserves dan er aan wordt gestort. In 2023 wordt er overigens meer gestort dan onttrokken. Ook de exploitatieresultaten worden jaarlijks verrekend met de algemene reserve. Het totaal van de voorzieningen fluctueert door de jaren heen. Dit wordt veroorzaakt door de wisselende onttrekkingen door de planperiode heen.
We hebben in 2019 voor de realisatie van MFA Hapert projectfinanciering afgesloten en in 2020 een geldlening voor de financiering van de in het meerjarenprogramma opgenomen investeringen. Gelet op het ambitieuze investeringsprogramma zullen we de komende jaren naar verwachting aanvullende financiering moeten aantrekken. Dat verklaart de toename van de vaste schuld. Ook lossen wij onze vaste schulden (1 jaar of langer) jaarlijks af, wat resulteert in afnemend lang vreemd vermogen op de meerjarenbalans.

 

- vlottende passiva
De vlottende passiva bestaat met name uit kortlopende leningen (korter dan 1 jaar). Voor de planjaren 2022-2024 ramen we financieringstekorten, welke gefinancierd worden middels kortlopende leningen (korter dan 1 jaar). Deze zijn afgestemd op de geraamde meerjarige omvang van de kasgeldlimieten. De overlopende activa neemt af vanwege de transitorische rente van afgesloten vaste geldleningen.

In de prognose zitten veel aannames, omdat de toekomstige mutaties nog ongewis zijn. Bij de prognoses is rekening gehouden met de mutaties voortvloeiend uit het investeringsprogramma, actualisatie grondexploitaties 2020 en de mutaties in de reserves en voorzieningen. Dit geeft het volgende beeld.

Activa: Rekening Begroting Begroting Meerjarenraming
bedragen x € 1.000,- 2019 eind 2020 begin 2021 begin 2022 begin 2023 begin 2024 begin 2024 eind
Vaste activa:
immateriële vaste activa 6.145 6.131 8.768 8.359 8.375 8.378 9.169
materiële vaste activa economisch nut 20.381 19.866 31.566 52.435 48.521 46.004 43.452
materiële vaste activa maatschappelijk nut 14.095 14.094 16.955 18.748 21.474 22.929 23.439
materiële vaste activa tbv heffingen 20.932 20.932 22.737 23.417 24.133 24.828 25.560
financiële vaste activa (art. 36 lid b) 159 159 159 159 159 159 159
financiële vaste activa (art. 36 lid c) 1.228 1.228 1.596 1.964 1.956 1.952 1.952
financiële vaste activa (art. 36 lid f) 120 120
Totaal vaste activa 63.060 62.530 81.781 105.082 104.618 104.250 103.731
Vlottende activa:
bouwgronden in exploitatie 3.270 3.800 3.305 2.384 1.851 1.582 1.042
uitzettingen in 's Rijks schatkist
uitzettingen korter dan 1 jaar 15.155 15.480 6.126
liquide middelen 7 7
overlopende activa 2.874 2.874
Totaal vlottende activa 21.306 22.161 9.431 2.384 1.851 1.582 1.042
Totaal activa 84.366 84.691 91.212 107.466 106.469 105.832 104.773
Passiva: Rekening Begroting Begroting Meerjarenraming
bedragen x € 1.000,- 2019 eind 2020 begin 2021 begin 2022 begin 2023 begin 2024 begin 2024 eind
Vaste passiva:
eigen vermogen 23.425 23.425 23.360 20.574 19.934 21.409 20.987
saldo van baten en lasten 1.274 1.274 -1.077 136 85 436 365
voorzieningen 6.140 6.465 5.682 5.547 5.464 5.491 5.521
vaste schulden bestaand 47.692 47.692 62.840 57.387 51.659 47.085 42.758
vaste schulden nieuw 18.670 24.232 26.361 30.128
Totaal vaste passiva 78.531 78.856 90.805 102.314 101.374 100.782 99.759
Vlottende passiva:
schulden korter dan 1 jaar 2.753 2.753 4.815 4.815 4.815 4.815
liquide middelen
overlopende passiva 3.082 3.082 407 337 280 235 199
Totaal vlottende pasiva 5.835 5.835 407 5.152 5.095 5.050 5.014
Totaal passiva 84.366 84.691 91.212 107.466 106.469 105.832 104.773

Emu-saldo

Emu-saldo

Terug naar navigatie - Emu-saldo

Met de totstandkoming van de Economische en Monetaire Unie (EMU) zijn grenzen gesteld aan de uitkomsten van het begrotingsbeleid waarbinnen keuzes over de uitgaven en ontvangsten van de overheid worden gemaakt. Het saldo van uitgaven en ontvangsten wordt het EMU-saldo genoemd. In het verdrag van Maastricht is ten aanzien van EMU-tekort een afspraak gemaakt over de maximale waarde die hiervoor mag gelden. De maximale waarde van 3% is uitgedrukt in een percentage van het bruto binnenlands product.
Het begrotingssaldo van de gemeente heeft betrekking op de baten en lasten van de exploitatiebegroting, terwijl het EMU-saldo ook kapitaaltransacties in de beschouwing meeneemt (zoals investeringen, aan- en verkopen grond). Voor het berekenen van het EMU-saldo moet daarom een aantal stappen worden gezet wanneer als uitgangspunt het exploitatiesaldo van de gemeente wordt genomen. Het is verplicht dat de gemeente haar EMU-saldo opneemt in de begroting.

Middels deze informatie probeert het kabinet het EMU-saldo van de decentrale overheden te monitoren.

2020 2021 2022
Omschrijving x € 1000,- x € 1000,- x € 1000,-
Volgens begroting 2020 Volgens begroting 2021 Volgens meerjarenraming in begroting 2021
1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) -2.416 -1.573 -689
2. Mutatie (im)materiële vaste activa 19.004 22.932 -458
3. Mutatie voorzieningen -783 -135 -83
4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) -495 -921 -533
5. Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa 0 0 0
Berekend saldo -21.708 -23.720 220

Stille reserves

Stille reserves

Terug naar navigatie - Stille reserves

Er is sprake van een stille reserve indien activa op de balans staan die te laag gewaardeerd zijn. Met name activa die in de loop der jaren meer waard zijn geworden dan de historische kostprijs. Bij de stille reserves gaat het om alle niet-bedrijfsgebonden activa (activa niet voor de openbare dienst bestemd) die een hogere waarde hebben dan de boekwaarde die is gebaseerd op de historische kostprijs.

 

Het in beeld brengen en (eventueel) vervolgens waarderen van een stille reserve met een beoordeling in het licht van de weerstandscapaciteit is geen eenvoudige zaak. Vaak zijn stille reserves niet voor niets voorlopig of langdurig ‘stil’ gebleven.
Stille reserves spelen ook een rol bij de bepaling van de weerstandscapaciteit. Echter pas bij daadwerkelijke verkoop blijkt of de hogere waarde daadwerkelijk wordt gerealiseerd ten opzichte van de boekwaarde. Tot die tijd is het slechts een potentiële bijdrage aan de weerstandscapaciteit. Op basis van het voorzichtigheidsbeginsel is in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement ingekaderd om eerst bij het realisatiemoment van een stille reserve (verkoop van het eigendom) deze middelen toe te voegen aan de weerstandscapaciteit.

 

De navolgende niet-bedrijfsgebonden activa kunnen worden genoemd:

 

- Winsten grondexploitatie
De gemeente Bladel betracht voorzichtigheid bij tussentijdse winstnemingen van de grondexploitatie. Voor de voorwaarden van tussentijdse winstnemingen wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Dit betekent dat gedurende jaren nog beperkte stille reserves in de jaarrekening in stand gehouden (moeten) worden.
De strategische aankopen inzake de grondexploitatie zijn bedoeld om op termijn in de ontwikkeling van woninglocaties of bedrijventerreinen te worden betrokken. Daarom worden ook deze eigendommen beschouwd als duurzaam verbonden aan de bedrijfsvoering.

 

-Overhoeken in afgesloten bestemmingsplannen / bos- en pachtgronden
In de afgesloten bestemmingsplannen zijn diverse verhuurde perceeltjes opgenomen met een boekwaarde van € 0,-. Hoewel de totale oppervlakte van deze gronden administratief niet vast ligt, kunnen aan deze gronden bij verkoop vanzelfsprekend wel waarden toegekend worden.  Hierbij moet wel aangetekend worden dat, indien bosgrond overgedragen wordt aan Staatsbosbeheer, DLG of Brabants Landschap, dit vaak tegen een symbolische prijs geschiedt. In dat geval moet het potentieel neerwaarts aangepast worden.

 

- Aandelen Bank Nederlandse Gemeenten
De aandelen van BNG staan op de balans voor ca € 157.000,-. De werkelijke waarde is in verband met de hoge winstgevendheid van deze instelling vele malen hoger. De opbrengstwaarde van de aandelen BNG kan gebaseerd worden op de intrinsieke waarde. Dit is de waarde op basis van het eigen vermogen. De BNG heeft een eigen vermogen van 4.887 mln en 55.690.720 aandelen geplaatst en volgestort. De intrinsieke waarde per aandeel komt daarmee uit op € 87,75. Bladel heeft 62.790 aandelen. De totale opbrengst waarde kan dan becijferd worden op ca € 5,510 mln. Opbrengstwaarde minus boekwaarde bedraagt dan ca € 5,353 mln.

 

Langlopende financiële rechten en verplichtngen

Langlopende financiële rechten en verplichtingen

Terug naar navigatie - Langlopende financiële rechten en verplichtingen

De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële rechten en verplichtingen. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze rechten en verplichtingen:

 

- Uitvoering decentralisaties
Voor de uitvoering van de drie decentralisaties zijn met name voor Jeugdhulp en Begeleiding Awbz naar Wmo diverse (meerjarige) contracten afgesloten. Daarnaast worden taken ondergebracht bij de Lokale Ondersteuningsteams (LOT’s). Het LOT vormt feitelijk de toegangspoort naar ondersteuning. De uitvoering van de Participatiewet blijft ondergebracht bij KempenPlus.

De financiële consequenties van al deze verplichtingen zijn gedekt in de meerjarenraming.


- Borgstellingen
De gemeente heeft zich garant gesteld voor geldleningen. Het totaalbedrag waarvoor garantie is verstrekt bedraagt per 1 januari 2020 € 63,713 miljoen.