In de paragrafen worden onderwerpen die versnipperd in de begroting staan bij elkaar in beeld gebracht. Het gaat met name om de beleidslijnen voor beheersmatige aspecten, die grote financiële gevolgen kunnen hebben voor het realiseren van de (hoofd)taakvelden. Zij geven een horizontale dwarsdoorsnede van de begroting. De paragrafen zijn bedoeld om extra informatie te geven voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en lange(re) termijn.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risicio-inventarisatie
Terug naar navigatie - Risicio-inventarisatieDe doelstelling van de paragraaf weerstandsvermogen is een zodanig inzicht te verschaffen dat op een verantwoorde wijze de hoogte van het vrij aanwendbare vermogen kan worden bepaald. Het weerstandsvermogen is het vermogen om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten. Anders gezegd: beschikt de gemeente over het vermogen om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat het beleid behoeft te worden aangepast. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente Bladel voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenraming.
Om een juist beeld van de financiële positie van de gemeente te verkrijgen is het noodzakelijk dat het ook helder is met welke risico’s de gemeente nog kan worden geconfronteerd. Het gaat hierbij om mogelijke uitgaven c.q. inkomsten waarvan de hoogte op voorhand niet kan worden vastgesteld. Voor zover risico’s wel financieel vertaald kunnen worden, zullen daarvoor bedragen van het eigen vermogen dienen te worden afgezonderd. Waar mogelijk zijn voor potentiële risico’s al voorzieningen getroffen. Deze blijven hier dan ook verder onvermeld.
Primair dienen risico’s uiteraard zoveel mogelijk te worden beperkt of te worden voorkomen door zorgvuldigheid van procedures. Het is van belang om periodiek een zo breed mogelijke analyse van de risico's te maken welke de financiële zelfstandigheid van de gemeente in gevaar kunnen brengen. Onder risico wordt in dit verband verstaan ‘een niet door de gemeente te beïnvloeden gebeurtenis, onvoorspelbaar en onafwendbaar indien deze zich voordoet, met veelal financiële of materiële gevolgen die niet specifiek af te dekken zijn’.
De financiële risico’s worden per beleidsveld nader toegelicht. Voor elk risico is een inschatting gemaakt van de kans dat de aangegeven gebeurtenis zou kunnen optreden. Hierbij worden drie categorieën onderscheiden, namelijk ‘laag’, ‘midden’ en ‘hoog’. Gesproken wordt van een ‘laag’ risicoprofiel indien de kans gemiddeld voor 25% zou kunnen optreden. Een ‘midden’ risicoprofiel beweegt zich op 50% en een ‘hoog’ risicoprofiel op gemiddeld 75%. Anders gezegd, een kwalificatie met ‘hoog’ impliceert dat het al bijna noodzakelijk is om voor dat risico een voorziening te treffen. Vervolgens is een financiële indicatie opgenomen van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is.
Financiële indicatie risico-inventarisatie en -kwantificering
Terug naar navigatie - Financiële indicatie risico-inventarisatie en -kwantificeringIn onderstaand tabel is een financiële indicatie opgenomen, ten opzichte van de inschattingen in jaarstukken 2020, van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is. Er is ten opzichte van de bij de jaarstukken 2020 gemelde risico´s één afwijking.
- Gevolgen waardering activa
De raad heeft in zijn vergadering van 25 maart jl het nieuwe afschrijvingsbeleid vastgesteld, waarin uitgangspunt is dat afgeschreven wordt tot een boekwaarde van € 0,-. Voor sommige vaste activa kan echter van tevoren vastgesteld worden dat sprake dient te zijn van een restwaarde, omdat een deel van het actief geacht wordt altijd zijn waarde te behouden (tot het moment van verkoop of buitengebruikstelling natuurlijk). Het hanteren van een restwaarde kan voor de langere termijn daarentegen onzekerheden bestaan met financiële consequenties tot gevolg. Om deze onzekerheid weg te nemen willen we hiervoor bij de bepaling van de omvang van het weerstandsvermogen een bedrag opnemen binnen een bandbreedte van € 100.000,- tot € 500.000,-. Het incidentele risicoprofiel schatten wij vooralsnog als ‘laag‘ in. Jaarlijks monitoren we het risicoprofiel in de reguliere P&C-documenten.
nr. | omschrijving | geraamde | kans | gemiddeld | kans x effect | kans x effect | ||
omvang * | effect | incidenteel | structureel | |||||
25% | 50% | 75% | (c : 2) | (d,e of f x g) | (d,e of f x g) | |||
(a) | (b) | (c) | (d) | (e) | (f) | (g) | (h) | (i) |
Ondergrens risico’s | 779 | |||||||
Bovengrens risico’s | 1.513 | |||||||
Totaal gemiddelde risico’s | 1.147 | |||||||
Totaal na rekening 2020 na kansberekening | 374 | 189 | ||||||
Mutaties perspectiefnota 2021 | ||||||||
gevolgen waardering activa: restwaarde | 100-500 | x | 300 | 75 | ||||
Ondergrens risico’s | 879 | |||||||
Bovengrens risico’s | 2.013 | |||||||
Totaal gemiddelde risico’s | 1.447 | |||||||
Totaal na perspectiefnota 2021 na kansberekening | 449 | 189 |
Weerstandsvermogen
Terug naar navigatie - WeerstandsvermogenDe ratio weerstandsvermogen c.q. algemene reserve wordt uitgedrukt als de verhouding tussen de algemene reserve en het gemiddelde van de geïnventariseerde risico’s. De gewenste omvang van het weerstandsvermogen wordt bepaald op klasse C (voldoende).
De ratio weerstandsvermogen (c.q. de algemene reserve) wordt ten opzichte van de prognose in de begroting voor 2021 (inclusief resultaatbestemming jaarrekening 2020) bijgesteld. De ratio stijgt als gevolg van de verrekening van de extra voordelen van deze perspectiefnota.
Ten aanzien van de geraamde stand van de algemene reserve willen wij - met nadruk- niet onvermeld laten dat het vooralsnog geprognosticeerde resultaten betreffen. Daadwerkelijke bestedingsvoorstellen dienen steeds beoordeeld te worden aan de werkelijke gerealiseerde resultaten. In de vastgestelde nota’s weerstandsvermogen en risicomanagement en reserves en voorzieningen is bepaald dat bestedingsvoorstellen ten laste van de algemene reserve slechts zijn aan te bevelen, wanneer er middelen resteren boven de omvang van de risicoprofielen.
Het meerjarig geprognosticeerde verloop van de algemene reserve kan, rekening houdende met de geraamde mutaties, als volgt weergegeven worden:
(bedragen x € 1.000,-) | rekening 2020 | begroting 2021 | begroting 2022 | begroting 2023 | begroting 2024 | begroting 2025 |
a. ijzeren voorraad | 1.000 | |||||
b. noodzakelijke omvang (voldoende) | 606 | 2.026 | 2.026 | 2.026 | 2.026 | 2.026 |
c. totaal noodzakelijke omvang (weerstandsvermogen) | 1.606 | 2.026 | 2.026 | 2.026 | 2.026 | 2.026 |
d. geïnventariseerde risico's (gemiddeld) | 563 | 563 | 563 | 563 | 563 | 563 |
e. stand algemene reserve begin van het jaar | 9.690 | 9.350 | 11.190 | 11.828 | 5.028 | 5.772 |
f. stand algemene reserve eind van het jaar | 9.350 | 11.189 | 11.829 | 5.026 | 5.773 | 6.683 |
g. algemene reserve (vrije ruimte eind van het jaar): f - c | 7.744 | 9.163 | 9.803 | 3.000 | 3.747 | 4.657 |
h. ratio algemene reserve eind van het jaar f / c | 5,82 | 5,52 | 5,84 | 2,48 | 2,85 | 3,30 |
i. betekenis | uitstekend | uitstekend | uitstekend | uitstekend | uitstekend | uitstekend |