Voorwoord

Wat is opgenomen in de perspectiefnota?

Terug naar navigatie - Wat is opgenomen in de perspectiefnota?

Hierbij bieden wij u de perspectiefnota 2021 aan. Wij bieden u een zo compact mogelijk overzicht waarbinnen u de kaders aan kunt geven waarbinnen wij de begroting 2022 moeten maken. In de termen van de beleidsklok zou u het een Keuzenotitie kunnen noemen. De perspectiefnota is te benaderen via https://bladel.begrotingsapp.nl/.

We lichten op voorhand een drietal actuele zaken nader toe die invloed zullen of kunnen hebben op onze financiële positie. Het betreffen de onzekere gevolgen van het coronavirus, de herijking van het gemeentefonds en de correctie van de extra verhoging van de tarieven voor de onroerende zaakbelastingen. De financiële consequenties zijn voor de eerste twee zaken in meer of mindere mate ongewis. Wij verwachten dat de gevolgen van het coronavirus vooralsnog nog steeds incidenteel van aard zijn. Wij zijn in deze perspectiefnota van uitgegaan dat de financiële effecten van de corona-crisis vooralsnog budgettair neutraal zullen verlopen. In dit verband verwijzen wij u naar de paragraaf Covid-19. De gevolgen van de herijking van het gemeentefonds zijn daarentegen structureel van aard en kunnen een (zware) wissel gaan leggen op ons meerjarenperspectief. Voor een gedeelte hebben wij hierop al voorgesorteerd in deze perspectiefnota. De correctie van de extra verhoging van de OZB-tarieven is een bewuste keuze van het college temeer omdat het verloop van het geprognosticeerde meerjarenperspectief, ondanks een omvangrijk pakket van aanvullende nieuwe beleidsvoornemens, nog steeds meer dan structureel sluitend aangeboden kan worden. Wij willen onze burgers en het bedrijfsleven niet meer belastten dan strikt noodzakelijk is. 

Coronavirus
We staan op een bijzonder punt. De besmettingen met het coronavirus nemen nog steeds toe. Ook liggen er nog te veel mensen met corona in het ziekenhuis. Aan de andere kant: er worden nu snel steeds meer mensen gevaccineerd. De verwachting is dat er over een aantal weken veel minder mensen met corona in het ziekenhuis liggen. We snakken naar een samenleving zonder coronamaatregelen. Het veilig openen van de samenleving gaat stap voor stap. Dit kan alleen als er minder mensen met corona in het ziekenhuis worden opgenomen. Het is ook belangrijk dat iedereen zich aan de basisregels houdt. Handen wassen, afstand houden en thuisblijven en testen bij klachten voorkomt besmettingen. Zo kan er sneller meer. En met toegangstesten kan er ook steeds meer. 

Het kabinet heeft daarom een openingsplan (zie bijlage I) gemaakt. De eerste stap is inmiddels gezet: de terrassen en winkels zijn onder voorwaarden open gegaan, de avondklok is vervallen en mag iemand 2 mensen thuis ontvangen in plaats van 1. Aanvankelijk zou op 11 mei jl de tweede stap van het openingsplan worden gezet. Dan moet het aantal nieuwe ziekenhuisopnames van coronapatiënten wel weer duidelijk verder zijn afgenomen. Dan kan er bijvoorbeeld weer meer als het gaat om sporten. Daarna volgt de derde stap waarin nog meer binnen mag, zoals het onder voorwaarden openen van restaurants, bioscopen en musea. Hiervoor geldt dan nog wel een maximaal aantal gasten of bezoekers. In de stappen die volgen, wordt dit aantal verhoogd. Welke maatregelen vanaf wanneer worden losgelaten, als de cijfers het toelaten, zie je ook in dit overzicht van het openingsplan.

 Herijking van het gemeentefonds  
Op 3 februari jl zijn de voorlopige uitkomsten van de herverdeling van het gemeentefonds gepubliceerd op de website van de rijksoverheid. Deze uitkomsten vloeien voort uit onderzoekgegevens van 2017. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft toen ook, mede namens de staatssecretaris van Financiën, een adviesaanvraag over de herijking van het gemeentefonds ingediend bij de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). Inmiddels heeft de ROB ook laten weten nog veel vragen te hebben over het voorstel. Op liefst 25 punten vraagt de ROB het ministerie van BZK om nadere toelichting voordat een advies afgegeven kan worden. De adviesraad zet zowel vraagtekens bij de onderbouwing als bij de uitkomsten van het voorstel. Of de voorgenomen herijking van het gemeentefonds in deze vorm doorgaat is daarmee nog lang niet zeker. Na ontvangst van het ROB-advies wordt ook de VNG nog geconsulteerd. Dat zal plaatsvinden op basis van geactualiseerde maatstafgegevens en een geactualiseerde omvang van de clusters waaruit de verdeling is opgebouwd. Dit leidt ongetwijfeld nog tot verschuiving in de herverdeeleffecten. 

Deze herijking is door het huidige kabinet geplaatst in een breder perspectief van financiële en bestuurlijke verhoudingen en de financiële positie van gemeenten. Naast de verdeling en de omvang van het gemeentefonds zijn ook de nog lopende gesprekken met gemeenten over onder andere de toereikendheid van de financiering van de jeugdzorg daarbij van belang. Dat geldt ook voor de verruiming en modernisering van het gemeentelijk belastinggebied en de evaluatie van de normeringssystematiek. Daarover moet het volgende kabinet besluiten. 

Op basis van deze voorlopige uitkomsten zijn de financiële effecten voor onze gemeente aanzienlijk gunstiger ten opzichte van waar we in de begroting 2021 nog van uit waren gegaan. Hoewel het voorlopig nadelig financieel effect ca € 28.000,- bedraagt willen we deze vooralsnog fixeren op € 100.000,- in verband met de mogelijke verschuiving in de herverdeeleffecten, zoals hiervoor aangegeven. In de meerjarenraming waren we nog uitgegaan van een aanzienlijke hogere korting van € 521.000,- (€ 25,- per inwoner). 

De besluitvorming over de invoering van de nieuwe verdeling wordt ook overgelaten aan het volgende kabinet en daardoor is de voorgestelde invoeringsdatum verschoven naar 1 januari 2023. De formatie van een nieuw kabinet verloopt ook niet zo (voor)spoedig als gehoopt. De kans dat er in de komende meicirculaire duidelijkheid wordt gegeven over de herijking van het gemeentefonds en verruiming van de omvang van het gemeentefonds achten wij zeer klein. Er is ook nog geen enkele garantie dat de komende septembercirculaire die gewenste duidelijkheid wel gaat geven. Wanneer er na het publiceren van de septembercirculaire, maar in ieder geval voor vaststelling van de begroting 2022, toch officiële berichtgeving (inclusief bijbehorende cijfermatige uitwerking) komt van het ministerie van BZK over het gemeentefonds, dan zullen wij u hiervan tijdig in kennis stellen zodat u dit kunt betrekken bij uw besluitvorming over de begroting 2022.

Correctie extra verhoging OZB-tarieven
In de begroting 2021 gingen we nog uit dat we geconfronteerd zouden worden met aanzienlijke nadelige herverdeeleffecten als gevolg van de herijking van het gemeentefonds, zoals hiervoor toegelicht. Deze nadelige effecten zouden grote invloed op onze financiële positie hebben. Nadeel wat volledig veroorzaakt wordt door (voorgenomen) rijksbeleid. Om de gevolgen van deze herijking op te vangen was in de meerjarenraming het beleidsvoornemen opgenomen om de tarieven voor de onroerende zaakbelastingen daarvoor extra te verhogen. Dit betekende een gefaseerde extra verhoging van de OZB-tarieven oplopend naar 12,40% in 2024 en volgende . Nu de financiële nadelen voor onze gemeente blijken mee te vallen stellen wij voor om het beleidsvoornemen van de extra verhoging van de tarieven van de onroerende zaakbelastingen meerjarig volledig terug te draaien. Het geprognosticeerde meerjarenperspectief is in meerjarig perspectief bezien dan nog steeds meer dan structureel sluitend. 

Met deze perspectiefnota heeft u het totaalbeeld van het meerjarenperspectief. Per hoofdtaakveld geven wij u in de volgende hoofdstukken een overzicht van de budgettaire ontwikkelingen.

De begroting sluit in planjaar 2021 met een structureel overschot van € 1.031.000,- en 2022 met een structureel overschot van € 402.000,-. Het positieve begrotingsresultaat 2021 biedt onzes inziens ook (voldoende) ruimte om de mogelijke financiële gevolgen van de coronacrisis in 2021 op te kunnen vangen. In meerjarig perspectief bezien sluit de begroting dan met structureel overschot van € 530.000,- in 2025. De onzekerheid over de definitieve herverdeeleffecten van de herijking van het gemeentefonds voor onze gemeente blijft echter gedurende dit jaar boven ons hoofd hangen. Ook ons weerstandsvermogen is meer dan voldoende om onze risico's daarmee op te kunnen vangen.

Met dit perspectief voldoen wij onzes inziens aan de eisen die de Gemeentewet stelt aan het structureel en reëel in evenwicht zijn van de ontwerp-begroting 2022, zodat repressief toezicht in beginsel leidend zal zijn.  Wij menen dat wij met deze perspectiefnota u de juiste informatie hebben gegeven om de discussie goed te kunnen voeren en ons de kaders mee te geven voor de begroting 2022 en het meerjarenperspectief. Met het gepresenteerd meerjarenperspectief hebben we onzes inziens ook redelijke buffer ingebouwd om de nadelige effecten van de coronavirus in 2021 op te kunnen vangen. De gevolgen hiervan voor 2021 kunnen we op dit moment nog niet kwantificeren. Dat doen wij in de najaarsnota 2021.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

In deze perspectiefnota zijn ten aanzien van de budgetten de belangrijkste (dreigende) tekorten of overschotten op jaarbasis 2021 geanalyseerd. Overige afwijkingen zijn op dit moment buiten beschouwing gelaten en komen bij de jaarstukken aan de orde. Er is derhalve nog sprake van onzekerheden die bij de jaarstukken uiteraard nog leiden tot aanvullende afwijkingen.

Voor onze financiële positie zijn wij in grote mate afhankelijk van de inkomsten die we van het rijk krijgen. Het rijk is de invoering van een nieuw verdeelmodel aan het afronden.  De eerste vooruitzichten zijn voor onze gemeente minder nadelig dan waar we in de begroting 2021 vanuit waren gegaan. Desondanks is het frustrerend te moeten vaststellen dat een dergelijk financieel vooruitzicht buiten de invloedsfeer van de gemeente zo nadrukkelijk aan de horizon verschijnt. Toch zal dat onderdeel worden van onze financiële realiteit. De besluitvorming over de invoering van de nieuwe verdeling wordt overgelaten aan het volgende kabinet en daardoor is de voorgestelde invoeringsdatum verschoven naar 1 januari 2023. De formatie van een nieuw kabinet verloopt ook niet zo (voor)spoedig als gehoopt. De kans dat er in de komende meicirculaire duidelijkheid wordt gegeven over de herijking van het gemeentefonds en verruiming van de omvang van het gemeentefonds achten wij zeer klein. Er is ook nog geen enkele garantie dat de komende septembercirculaire die gewenste duidelijkheid wel gaat geven. Wanneer er na het publiceren van de septembercirculaire, maar in ieder geval voor vaststelling van de begroting 2022, toch officiële berichtgeving (inclusief bijbehorende cijfermatige uitwerking) komt van het ministerie van BZK over het gemeentefonds, dan zullen wij u hiervan tijdig in kennis stellen zodat u dit kunt betrekken bij uw besluitvorming over de begroting 2022.

De voorlopige conclusie is dat het financieel meerjarenperspectief een erg positief beeld laat zien, zowel budgettair als de omvang van de algemene reserve (weerstandsvermogen). In de perspectiefnota is een aanzienlijk pakket van nieuwe en gewijzigde wensen opgenomen met aanzienlijke financiële consequenties (zie meerjarenprogramma). De extra lasten van dit ambitieus pakket kunnen we budgettair opvangen door met name hogere autonome groei van de algemene uitkering uit het gemeentefonds (met name door de doorwerking van extra inwoners en woningen) in combinatie met de positieve effecten van het onlangs vastgestelde afschrijvingsbeleid (verlenging afschrijvingstermijnen wegen), alsmede het nieuwe reserve- en voorzieningenbeleid (geen rente meer bijschrijven). Dit alles heeft er toe geleid dat wij ook de aanvankelijk voorgestelde extra verhoging van de tarieven voor de onroerende zaakbelastingen, oplopend naar 12,40% in 2024 en volgende volledig kunnen terugdraaien. We willen onze burgers en ondernemers niet meer belasten dan strikt noodzakelijk. 

De perspectiefnota 2021 sluit op dit moment met een in meerjarig perspectief bezien structureel overschot van € 530.000,-. Als uw raad nog gaat instemmen met het voorstel van de uitbreiding van de heffing van de toeristenbelasting naar arbeidsmigranten dan kan het perspectief hiermee nog aanzienlijk verbeterd worden. Ook ons weerstandsvermogen is meer dan voldoende om onze risico's op te kunnen vangen. Kortom: de gemeente Bladel is een financieel gezonde gemeente.

Ons college wil ook naar de toekomst toe vanuit een stabiel financieel kader, zoals dat nu voorligt, blijven opereren. Uw raad wordt gevraagd deze financiële stabiliteit mee vorm te geven. Wij verwachten dat u met deze nota verdere invulling kunt geven aan uw controlerende en kaderstellende rol.

Burgemeester en wethouders van Bladel
de secretaris,                                             de burgemeester,

drs. E.L.C.M. Mol                                     ir. R.P.G. Bosma