5.4 Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Financieringsbeleid
Financiering gaat over de manier waarop de gemeente geld aantrekt dat zij nodig heeft om haar activiteiten uit te voeren. De kaders hiervoor zijn te vinden in de Wet Fido (Wet financiering decentrale overheden). In deze wet staan ook kaders voor het (tijdelijk) beleggen van geld. De gemeente Bladel hanteert in beginsel totaalfinanciering (voor de realisatie van MFA Hapert hebben we in juli 2019 als uitzondering op de regel projectfinanciering afgesloten.) Kaders voor financiering zijn vastgelegd in de Financiële verordening gemeente Bladel 2021 en in het Treasurystatuut 2014. 

Ons financieringsbeleid heeft de volgende doelstellingen:

  • beschikbaar hebben van voldoende liquiditeiten om de door de raad vastgestelde plannen te kunnen uitvoeren;
  • beheersen van de risico’s die zijn verbonden aan de financieringsfunctie, zoals de kasgeldlimiet en de renterisiconorm;
  • minimaliseren van de kosten van geldleningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;
  • zo lang mogelijk de uitgaven met 'kort (goedkoper) geld' te financieren en pas vaste leningen aan te trekken (consolideren) wanneer dat noodzakelijk is;
  • verkrijgen en handhaven van toegang tot de financiële markten.

Verwachtingen voor de korte rente
De korte termijnrente ramen wij op 0,25%. Voor de jaren ná 2022 gaan wij, zoals verwoord bij de financiële kaderstelling 2023, uit van licht stijgende rentepercentages.

Verwachtingen voor de lange rente
De Nederlandse grootbanken hebben de verwachting dat de lange rente op termijn zal gaan wijzigen. Hoewel de voorspelbaarheid (door ons) van de rente op langere termijn gering is, gaan wij voor het aangaan van financiële transacties in principe steeds uit van de navolgende vuistregels:

  • de rente van vaste leningen is door de langere looptijd financieel van groter belang dan de rente van leningen met een kortere looptijd;
  • bij een verwachte daling van de lange rente verdient het de voorkeur om het aantrekken van vaste langlopende leningen zoveel mogelijk uit te stellen tot de rentedaling is ingetreden;
  • bij een verwachte stijging van de lange rente verdient consolidatie van korte schuld de voorkeur; indien de korte schuld beperkt is, kan overwogen worden langlopende leningen met een uitgestelde storting te sluiten ter dekking van de toekomstige financieringsbehoefte;
  • bij een te verwachten stabiele renteontwikkeling moet in de actuele financieringsbehoefte worden voorzien met de financieringsvormen die absoluut gezien de laagste rente dragen: kasgeld of vaste leningen;
  • de bepaling van de financieringsbehoefte gebeurt in beginsel integraal (totaalfinanciering) waarbij alle kasstromen worden betrokken.

In de begroting is op basis van de financiële kaderstelling vooralsnog rekening gehouden met een rentepercentage van 0,75% voor eventueel nieuw aan te trekken geldleningen in 2023. De lange rentetarieven zijn onder invloed van de oplopende inflatie echter gaan oplopen. Onder andere veroorzaakt door de naweeën van corona, verstoringen in de productieketens en de oorlog in Oekraïne. Door de meerjarige begrotingsoverschotten wordt onze liquiditeitspositie aanzienlijk verbeterd. Dit leidt tot een lagere financieringsbehoefte en dus tot lagere rentelasten. Daarom hebben wij in deze begroting die middelen afgezonderd om de rentenadelen bij consolidatie van korte lopende schuld naar lange lopende schuld daarmee op te kunnen vangen. 

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Het onderdeel risicobeheer is een weergave van het verwachte risicoprofiel van de gemeente Bladel. De risico´s vallen in vijf soorten uiteen:
-  renterisico´s op vlottende schuld;
-  renterisico´s op vaste schuld;
-  liquiditeitsrisico´s;
-  risico’s op verstrekte gemeentegaranties en
-  debiteurenrisico’s.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Het renterisico op korte termijn financiering (leningen met een looptijd korter dan één jaar) wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet. Deze stelt beperkingen aan financiering van uitgaven met korte termijn leningen. Op basis van de Wet Fido bedraagt de kasgeldlimiet 8,5% over de omvang van de begroting. De kasgeldlimiet mag maximaal twee achtereenvolgende kwartalen overschrijden. De toezichthouder toetst hierop. Het voornemen is om de ruimte binnen de kasgeldlimiet maximaal te benutten, omdat kort geld momenteel aanzienlijk goedkoper is dan lang geld. In de volgende tabel zijn de cijfers meerjarig opgenomen. 

(bedragen x € 1.000,-) 2023 2024 2025 2026
begrotingstotaal 68.998 60.199 61.319 55.092
toegestane kasgeldlmimiet 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
kasgeldlimiet in bedrag 5.865 5.117 5.212 4.683

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

Het doel van deze norm uit hoofde van de Wet Fido is te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rentestand grote schokken optreden in de hoogte van de rente die de gemeente moet betalen. De norm beperkt de budgettaire risico’s. De jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van de totale lasten van de begroting. Deze norm is door het rijk ingesteld om een enigszins stabiele rentelast over de jaren te bewerkstelligen.

De ruimte onder de renterisiconorm is het bedrag wat de gemeente nog uit zou mogen geven aan aflossingen op nieuw af te sluiten geldleningen. In de volgende tabel zijn de cijfers meerjarig opgenomen. 

(bedragen x € 1.000,-) 2023 2024 2025 2026
1. begrotingstotaal 68.998 60.199 61.319 55.092
2. wettelijk vastgesteld percentage 20% 20% 20% 20%
3. renterisiconorm (1 x 2) 13.800 12.040 12.264 11.018
4. renteherziening 0 0 0 0
5. reguliere aflossingen -5.410 -5.162 -4.164 -4.166
6. renterisico (4 + 5) -5.410 -5.162 -4.164 -4.166
ruimte onder renterisiconorm (3 > 6) 8.390 6.878 8.100 6.852
overschrijding renterisiconorm (6 > 3)

Liquiditeitsrisico's

Terug naar navigatie - Liquiditeitsrisico's

De liquiditeitsrisico´s betreffen voornamelijk interne liquiditeitsrisico´s. Dit zijn risico´s ten aanzien van mogelijke afwijkingen van de liquiditeitsplanning met reguliere exploitatie, de investeringen, de grondexploitatie en de leningen als gevolg waarvan financieringskosten hoger uit kunnen vallen. Het liquiditeitengebruik wordt beperkt door de fysieke geldstromen op gemeenteniveau op elkaar af te stemmen. Door een meerjarige liquiditeitsplanning op te stellen ontstaat inzicht in de behoefte aan liquide middelen dan wel in het overschot aan liquide middelen. Daarnaast wordt periodiek de liquiditeitenstroom beoordeeld op tekorten en/of overschotten. We blijven de financieringsbehoefte nauwlettend volgen op basis van onze liquiditeitsprognoses. Deze is uiteindelijk bepalend voor de strategische afweging voor het aantrekken van kort of lang geld.

Risico's op verstrekte gemeentegaranties

Terug naar navigatie - Risico's op verstrekte gemeentegaranties

Uw raad heeft vooral in het verleden garanties verstrekt voor leningen die onder meer door lokale woningbouwverenigingen, verzorgingstehuizen en dergelijke zijn aangegaan. Tegenwoordig opereren er waarborgfondsen voor woningbouw, zorg en dergelijke. Hiermee wordt een rechtstreeks beroep op de gemeente om garant te staan voor leningen, aangegaan door deze instanties, steeds kleiner. Bij de woningbouw is de gemeente nog steeds verplicht om als ‘achtervang’ garant te staan. De eerste garantstelling vindt plaats door het waarborgfonds sociale woningbouw.
Onze gemeente staat voor het Bladelse deel indirect garant. Voor nieuw afgesloten hypotheken ná 31 december 2010 staat de gemeente niet meer garant, maar het rijk alleen. Het risico dat we bij de bestaande garantstelling lopen is nog steeds erg gering. Mochten er tussentijds signalen komen dat de risico’s voor Bladel significant toenemen dan zullen wij uw raad bijtijds informeren. In de raadsvergadering van 21 maart 2019 is de beleidsnota ‘verlenen van garanties en verstrekken van geldleningen’ vastgesteld. Op basis van deze nota gaan we voortaan uit van het eigen kunnen en eigen kracht van onze inwoners. Het is niet aan ons om te sturen en te regelen, maar als dat nodig en mogelijk is willen we wel kunnen ondersteunen. Het verstrekken van een garantie of lening past hierbij. Anderzijds moeten we de financiële houdbaarheid van onze garantie- en leningportefeuille niet uit het oog verliezen. Daarom hanteren we hiervoor het Nee, tenzij-beleid.

Debiteurenrisico's

Terug naar navigatie - Debiteurenrisico's

Dit betreft het risico dat vorderingen op debiteuren niet kunnen worden geïnd en afgeboekt. Ter afdekking van mogelijke oninbare vorderingen (belasting)debiteuren is de voorziening dubieuze debiteuren gevormd. Deze voorziening bedraagt per 1 januari 2023 € 80.000,-. Verder is er nog een voorziening gevormd ter afdekking van de risico's met betrekking tot debiteuren sociale zaken/KempenPlus voor een bedrag van € 143.000,-.

Renteresultaat

Terug naar navigatie - Renteresultaat

Het renteresultaat bestaat uit het verschil tussen de daadwerkelijk te betalen en te ontvangen rente en aan de exploitatie toegerekende rente. De toe te rekenen rente aan de grondexploitatie (Bouwgronden In Exploitatie) is het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen. Voor 2023 is dit begroot op 0,637%. Jaarlijks wordt dit percentage herrekend. Er is voor de realisatie van MFA Hapert in 2019 een specifieke lening aangetrokken.

De gemeente Bladel berekent in beginsel geen rente over het eigen vermogen en voorzieningen. De reserve kapitaallasten investeringen is hierop een uitzondering, omdat naast de afschrijvingslasten ook de rentelasten verrekend worden met deze reserve.

Het totaal aan taakvelden toe te rekenen rente bedraagt in 2023 € 544.000,-. De omslagrente berekenen we door de werkelijk aan de taakvelden toe te rekenen rente te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa. Bij de toerekening is gerekend met een afgerond percentage van 0,650%. Dit leidt naar verwachting tot € 602.000,- aan doorbelaste rente. Dit levert een begroot renteresultaat van € 58.000,- voordelig op. Jaarlijks beoordelen we of het renteomslagpercentage aangepast moet worden. Dit heeft geen gevolgen voor het saldo van de meerjarenraming. De totale rentelasten zijn namelijk verwerkt in dat saldo.

Ten behoeve van de getrouwe weergave van de rentelasten op de taakvelden wordt een correctie op basis van nacalculatie verplicht gesteld indien de werkelijke rentelasten die over een jaar aan de taakvelden hadden moeten doorbelast meer dan 25% afwijken van de rentelasten die op basis van de voorgecalculeerde renteomslag aan de taakvelden zijn toegerekend. Onderstaand overzicht geeft dat meerjarig inzicht.

taakveld treasury (bedragen x € 1.000,-) % 2022 % 2023 % 2024 % 2025 % 2026
a. externe rentelasten over bestaande lange financiering 562 521 566 557 563
b. externe rentebaten 45 45 45 45 45
totaal toe te rekenen externe rente (a - b) 517 476 521 512 518
c1 rente door te berekenen aan grondexploitaties 0,637% 16 0,637% 14 0,637% -16 0,637% -15 0,637% -4
c2 rente door te berekenen aan projectfinancieringen 0,497% 57 0,497% 92 0,497% 89 0,497% 85 0,497% 82
saldo door te berekenen externe rente 444 370 448 442 440
d1 rentelasten over het eigen vermogen 0,809% 102 0,712% 154 0,712% 157 0,712% 154 0,712% 145
d2 rentelasten over voorzieningen (die gewaardeerd zijn op contante waarde) 0,000% 0 0,000% 0 0,000% 0 0,000% 0 0,000% 0
de aan taakvelden toe te rekenen rente 546 524 605 596 585
e. werkelijk aan taakvelden (inclusief overhead) toe te rekenen rente (rente-omslag) 0,650% 482 0,650% 580 0,650% 643 0,650% 621 0,650% 600
saldo renteresultaat treasury -64 56 38 25 15
*.afwijking is minder dan 25% (max.afwijking o.b.v. BBV) -12% 11% 6% 4% 3%

Overige informatie

Terug naar navigatie - Overige informatie

Relatiebeheer/kasbeheer
De gemeente Bladel heeft een rekeningcourantverhouding met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Rabobank. BNG is de huisbankier van de gemeente, waarmee een financiële dienstverleningsovereenkomst gesloten is. Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken, zullen wij het liquiditeitsgebruik beperken door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door de BNG. Wat het chartale geldverkeer betreft, houdt de gemeente de contante middelen in de kassen zo laag mogelijk: het streven is er op gericht dat betalingen zoveel mogelijk giraal geschieden en daarnaast wordt in voorkomende gevallen het “pinnen” en “chippen” aanbevolen.

Liquiditeitenbeheer / liquiditeitsprognose
Voor het bepalen van de financieringsbehoefte wordt uitgegaan van een meerjaren financierings- en investeringsprognose. De financieringsbehoefte zal op grond van deze prognose de komende jaren toenemen. Hoe snel dit zal gebeuren, hangt af van de voortgang van investeringen en de bouwgrondexploitatie.

Een belangrijk hulpmiddel voor een effectief liquiditeitenbeheer is het opstellen van een betrouwbare prognose van de te verwachten inkomsten en uitgaven. Op basis hiervan kan het aanvullen van liquiditeitstekorten en het uitzetten van overtollige liquiditeiten meer gericht plaatsvinden en wordt zoveel mogelijk voorkomen dat ad hoc maatregelen moeten worden genomen. In de financiële begroting hebben we de geprognosticeerde meerjarenbalans opgenomen. Hierin wordt globaal de omvang van de liquiditeitsbehoefte bepaald voor het begrotingsjaar met een meerjarige doorkijk, waarbij er vanzelfsprekend wel vanuit gegaan wordt dat bijvoorbeeld de investeringen ook conform de planning uitgevoerd worden.

Deze geprognosticeerde meerjarenbalans heeft hierdoor een "signaalfunctie", waarmee vroegtijdig grotere afwijkingen van de liquiditeitsprognoses van de afdelingen kunnen worden onderkend. Deze functie kan bijdragen aan het verkrijgen van een beter inzicht in afwijkingen tussen werkelijke en begrote rentelasten als gevolg van "volumeverschillen".

Schatkistbankieren
Met ingang van 2014 is met het oog op het terugdringen van het EMU-saldo Schatkistbankieren (SKB) voor decentrale overheden verplicht gesteld; hierbij moeten decentrale overheden hun overtollige middelen aanhouden in de Schatkist bij het ministerie van Financiën. Bedragen boven de € 1.000.000,- worden automatische afgeroomd naar de bankrekening van het ministerie van Financiën. Op het moment dat er een tekort dreigt op de BNG betaalrekening worden deze gelden teruggestort. Dit houdt in dat geld en vermogen niet langer bij banken buiten de schatkist mogen worden aangehouden. Het ministerie pretendeert dat een ander belangrijk gevolg van deelname aan schatkistbankieren een verdere vermindering van de beleggingsrisico’s is, waaraan decentrale overheden worden blootgesteld. Schatkistbankieren biedt geen leen- of roodstandfaciliteit aan. Aangezien onze gemeente een netto lenende gemeente is maken wij momenteel slechts incidenteel gebruik van het Schatkistbankieren (zie geprognosticeerde balans).