Sociaal domein

Iedereen moet ongeacht zijn leeftijd, culturele achtergrond, fysieke of economische situatie als volwaardig lid kunnen deelnemen aan de samenleving. Beperkingen mogen geen reden zijn voor uitsluiting.

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De inclusieve samenleving is het kernbegrip waar het bij maatschappelijke participatie in het sociale domein om gaat. Iedereen moet ongeacht zijn leeftijd, culturele achtergrond, fysieke of economische situatie als volwaardig lid kunnen deelnemen aan de samenleving. Beperkingen mogen geen reden zijn voor uitsluiting. Voor mensen voor wie zelfredzaamheid en meedoen niet vanzelfsprekend is, is meestal een vorm van ondersteuning mogelijk.

Het beleidsveld sociaal domein omvat het op weg helpen van inwoners naar betaald werk en maatschappelijke participatie, het bestrijden van armoede en het bevorderen van zelfredzaamheid. Doel van het beleidsveld is de zelfstandigheid en maatschappelijke participatie van onze inwoners te bevorderen en daar waar nodig bestaansvoorzieningen te verstrekken. De doelstellingen van re-integratie en participatie blijven actueel, alleen het moet met minder middelen en er wordt een groter beroep gedaan op de eigen kracht en verantwoordelijkheid van de betreffende doelgroep.

Bijstelling budgetten

Terug naar navigatie - Bijstelling budgetten

Toelichting bijstelling budgetten

Gevolgen coronacrisis
- Tozo-regeling
In kader van specifieke ondersteuning aan zelfstandigen ten tijde van de coronacrisis ontvangt de gemeente een specifieke doeluitkering. Dit betreft de regeling “Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo)”. De Tozo is een van de maatregelen van het kabinet om ondernemers te ondersteunen tijdens de coronacrisis. De regeling heeft tot doel om gedurende de periode tot 1 oktober 2021 zelfstandigen tijdelijk in hun levensonderhoud te voorzien en een lening te kunnen verstrekken voor bedrijfskapitaal om hiermee hun bedrijf tijdens de coronapandemie in stand te kunnen houden. 

Volgens de regeling worden alle uitkeringen gecompenseerd door het rijk, verantwoording door de gemeente verloopt via de sisa-bijlage als onderdeel van de jaarstukken 2021. De uitvoeringskosten zijn onderdeel van de specifieke uitkering. De gemeente ontvangt per besluit op een aanvraag levensonderhoud een vergoeding voor uitvoeringskosten van € 450,- en per besluit op een aanvraag kapitaal € 800,-. Dit bedrag geldt zowel voor toe- als afwijzingen. Het rijk heeft de gemeente inmiddels voorzien van een voorschot van € 1.185.000,- (waarvan € 976.000,- reeds geraamd).

De Tozo-regeling wordt door KempenPlus namens de gemeente uitgevoerd. Door KempenPlus wordt ingeschat dat de totale uitgaven 2021 ca € 600.000,- zullen bedragen. Op basis van eerdere prognose hadden we hiervoor € 480.000,- geraamd. Gelet op deze prognose zullen wij bij het opmaken van de jaarstukken 2021 er rekening mee houden dat we een belangrijk deel van de ontvangen Tozo-gelden (€ 585.000,-) zullen moeten terug betalen aan het rijk.

-TONK-regeling
De beleidsregels voor de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) worden aangepast. De grootste veranderingen zitten met name in het vergroten van de doelgroep, het verhogen van de bedragen en het verlengen van de regeling. De doelgroep wordt vergroot door het (kunnen) ontvangen van huur- of woonkostentoeslag niet langer als afwijzingsgrond op de nemen. Door het vergroten van de doelgroep en het opnieuw beoordelen van alle reeds ontvangen aanvragen, verwachten we dat dit zal leiden tot meer toekenningen. Tevens worden de bedragen die onder de vorige TONK zijn toegekend met terugwerkende kracht verhoogd. We doen dit om met de beschikbaar gestelde middelen alsnog zoveel mogelijk getroffen inwoners financieel te ondersteunen. Daarnaast wordt de periode waarvoor de TONK kan worden aangevraagd verlengd tot 1 oktober 2021. Voor cliënten die eerder al een bedrag toegekend hebben gekregen betekent dit dat er, indien voldaan aan de voorwaarden, een aanvullende tegemoetkoming wordt uitgekeerd.
Echter, in de praktijk is gebleken dat het aantal aanvragen en toekenningen voor de TONK tegen eerdere verwachting in achterblijven, waardoor de beschikbare gelden ten behoeve van de TONK niet volledig worden gebruikt.  Op advies van Maatschappelijke Dienstverlening wordt het budget daarom met € 95.000,- verlaagd.

Het kabinet stelt € 55.000,- beschikbaar voor lokaal cultuur en buurt- en dorpshuizen te compenseren voor schade als gevolg van de coronamaatregelen.  Deze middelen zonderen we hiervoor af. Als gevolg van de coronamaatregelen vinden er minder activiteiten plaats binnen het Praktijkhuis en kan een deel van het budget 2021 voor programma- en huisvestingskosten ad € 9.000,- vrijvallen. De lasten met betrekking tot de voormalige gemeentewerf aan de Bleijenhoek stijgt in 2021 per saldo met circa € 6.000,-, met name als gevolg van een toegekende huurcompensatie 2020 aan een drietal verenigingen wegens corona.

De raming voor toezichtkosten kinderopvang door de GGD kan in 2021 eenmalig met € 10.000,- worden verlaagd. Ook dit jaar heeft minder (extra) toezicht bij gastouders plaatsgevonden i.v.m. corona en veel toezichthouders zijn nog ingezet op taken m.b.t. corona). Hogere subsidies aan gemeenschapshuizen van wege corona tot een bedrag van € 22.000,-.  Hier tegenover staat compensatie van het rijk tot een bedrag van € 22.000,-. 

BUIG-uitkeringen (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) / participatie
Gemeenten ontvangen van het Ministerie van SZW jaarlijks een budget om daaruit de kosten van uitkeringen mee te kunnen betalen, dit is het BUIG budget. In principe moeten gemeenten zich redden met dit toegekend budget, overschotten mag de gemeente houden en tekorten moeten - in beginsel - uit eigen middelen worden aangezuiverd. De financiering van de inkomensvoorzieningen WWB, IOAW, IOAZ en Bbz-starters door het Rijk worden voor het overgrote deel bekostigd op basis van het historisch model. Dat betekent dat telkens de situatie van twee jaar geleden bepalend is voor de vaststelling van het budget (t-2). Op basis van de voorlopige toegekend budget dient deze voor 2021 met € 20.000,- en voor 2022 met € 46.000, - verlaagd te worden.

De omvang van het totale BUIG-klantenbestand (PW/IOAW/IOAZ en Bbz-levensonderhoud starters) is afgenomen. Een mogelijke verklaring voor deze afname is het feit dat de diverse ondersteunende maatregelen van het rijk een dempend effect hebben gehad op het aantal ontslagen uit een dienstbetrekking en het beëindigen van zelfstandig ondernemerschap en daarmee op het beroep op de Participatiewet. Voor de ontwikkeling van het bijstandsvolume is daarnaast een aantal factoren relevant. In een aantal gevallen leidt een melding voor een uitkering niet tot een toekenning van bijstand. Vanuit KempenPlus worden, na een melding voor een eventuele uitkering, gerichte inspanningen, zoals directe arbeidsbemiddeling, gepleegd om te voorkomen dat daadwerkelijk een beroep op een uitkering wordt gedaan. Mede door deze actieve invulling van de poortwachtersfunctie leidt een melding in veel gevallen niet tot een toekenning van een uitkering. Naast de ontwikkeling op de arbeidsmarkt leidt de Participatiewet tot een toestroom van personen die aangewezen zijn op financiële ondersteuning door de gemeenten, omdat met deze wet de toegang tot de Wsw is afgesloten en de toegang tot Wajong beperkt is.

Op basis van de (lagere) uitgaven over het tweede kwartaal 2021 en de herziene prognose over de volume ontwikkeling voor het gehele jaar 2021, worden door KempenPlus de lasten per saldo naar beneden bijgesteld. De BUIG-lasten bestaan overigens uit lasten voor de PW-uitkeringen en de verstrekte structurele loonkostensubsidies. In gevallen waarin er sprake is van voldoende inkomen uit arbeid is de uitkering op grond van de Participatiewet beëindigd. Er is dus sprake van enige verschuiving vanuit het BUIG-bestand naar werken met inzet van structurele loonkostensubsidie.

De belangrijkste reden van instroom is beëindiging WW-uitkering. Verlies van arbeid in dienstbetrekking en vestiging van asielzoekers/gedoogden zijn daarna de belangrijkste redenen dat er een beroep gedaan werd op een uitkering. De instroom betreft veelal personen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt (problematiek op verschillende leefgebieden / psychische hulpverlening / problematische gezinssituatie).

In tegenstelling tot eerdere verwachtingen is er (nog) geen sprake van een toenemend beroep op de Participatiewet als gevolg van de corona-crisis. Mede dankzij de steunpakketten voor banen en economie is het aantal faillissementen beperkt gebleven en zijn de werkloosheidscijfers laag. KempenPlus plaatst dan ook de uitdrukkelijke kanttekening dat de ontwikkeling van het bijstandsvolume en de daarmee gemoeid zijnde lasten moeilijk zijn in te schatten.

Maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
De tarieven voor hulp bij het huishouden voor zorg in natura zijn per 1 juli 2021 met 4,9% geïndexeerd. Deze prijsindexatie en reguliere groei kunnen we binnen de huidige begroting 2021 opvangen. Eerder is voor 2022 en verder reeds rekening gehouden met een verhoogde instroom van cliënten.

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) deed op 26 mei 2021 de uitspraak dat individuele begeleiding op grond van de Wmo in uren moet worden toegekend (begeleiding - ZIN). De CRvB verwijst naar eerdere uitspraken (uit 2016 en 2018) over hulp bij het huishouden. De motivatie van de uitspraak is als volgt: toekenning in resultaten met een ondersteuningsplan waarin vermeld is welke activiteiten met welke frequentie in het kader van de begeleiding worden aangeboden, is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel omdat hiermee voor een cliënt niet duidelijk is op hoeveel uren/minuten begeleiding per week hij/zij recht heeft. De aanbesteding van de maatwerkvoorziening Begeleiding sluit bij deze uitspraak aan. Op het moment dat de nieuwe overeenkomst op 1 april 2022 ingaat, wordt overgestapt van resultaatfinanciering (bedrag per maand; onafhankelijk van de inzet van de aanbieder) naar p*q-financiering (bedrag per uur/dagdeel dat door de aanbieder feitelijk wordt ingezet). De achterliggende gedachte is dat gemeenten op basis van deze manier van bekostigen meer kunnen sturen.
De instroom van cliënten ligt in Bladel gemiddeld 1,9% hoger ten opzichte van de overige Kempengemeenten (gemiddeld 5,3%).  Daarnaast wordt rekening gehouden met extra lasten doordat  een aantal cliënten een duurder cliëntprofiel hebben. Dit leidt pro saldo tot een aanzienlijke kostenstijging ad € 249.000,-.

Algemene voorzieningen Wmo
Voor uitvoeringskosten in het kader van de Wmo (eigen beleid) is in de begroting 2021 en meerjarenraming een structurele raming van € 50.000,- opgenomen. Voor het jaar 2021 worden, behoudens geringe kosten, geen specifieke projecten en/of kosten meer op dit gebied verwacht zodat een bedrag van € 45.000,- eenmalig kan vrijvallen.

Collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV)
Als gevolg van de Covid-19 pandemie wordt Taxbus geconfronteerd met ander reisgedrag van cliënten en een andere combigraad in de voertuigen. Daarnaast zijn de tarieven aangepast om het vervoersniveau op peil te houden en om de vervoerder die de Kempen bedient reële tarieven te blijven betalen voor kosten die niet direct beïnvloedbaar zijn. Nu zijn de aangepaste tarieven, zogenaamde staffeltarieven, voor alle Kempengemeenten gelijk. Echter, het reisgedrag (aantal ritten, ritafstanden) op gemeenteniveau is verschillend, waardoor de afzonderlijke begrotingen 2021 (€ 45.000,-) en 2022 (€ 18.000,-) verschillend wijzigen. 
Gemeente Bladel heeft de intentie om te onderzoeken hoe verder te gaan met het ouderenvervoer voor inwoners met een bepaald inkomen dat wordt uitgevoerd via Taxbus. Bladel is hierin uniek, want de overige Kempengemeenten voorzien in het ouderenvervoer op andere manieren.

Woonvoorzieningen
Op basis van de 1e managementrapportage 2021 van Maatschappelijke Dienstverlening  werd als uitgangspunt gekozen om de begroting op te stellen op basis van de gemiddelde kosten per inwoner. Vanaf de de 2e managementrapportage wordt deze manier van begroten weer losgelaten., omdat het geen recht doet aan de omvang van de prognose van de feitelijke voorziening. Pas als er sprake is van een feitelijke melding/aanvraag voor deze voorziening, worden de lasten ervan als uitgave opgenomen in de begroting van de gemeente waar de melder/aanvrager woont. Als gevolg hiervan wordt kunnen de ramingen thans neerwaarts met € 16.000,- bijgesteld worden.

Jeugdhulp
Vanaf de tweede helft van 2021 wordt door CJG+ blijvend geïnvesteerd op het effectief toepassen van maatwerkvoorzieningen zonder verblijf. In het project ‘Grip op Jeugd’ zijn hiervoor plannen ontwikkeld. De implementatie is in de eerste helft van het jaar voorbereid en wordt in het tweede half jaar geïmplementeerd in de verschillende teams en doorontwikkeld. Vanaf begin 2021 zijn maatregelen getroffen om het CJG+ zoveel mogelijk ambulante begeleiding zelf uit te laten voeren, zodat de instroom in de maatwerkvoorzieningen daar waar mogelijk beperkt blijft. In de eerste helft van 2021 blijkt uit de meest recente cijfers dat dit inmiddels enig effect lijkt te hebben, het behoeft echter enige terughoudendheid om hier harde conclusies over te trekken.

Veilig Thuis, SEZ (Spoedeisende Zorg), jeugdbescherming en jeugdreclassering vallen onder dit onderdeel van de begroting. Het zijn specialistische onderdelen van zorg die slechts in zeer beperkte mate beïnvloedt kunnen worden door beleid. Jeugdbeschermings- en reclasseringsmaatregelen worden bepaald door de rechter en hebben in de uitvoering en financiering een verplichtend karakter. Landelijke Jeugdhulp is één van de meest gespecialiseerde vormen van jeugdhulp. Het komt relatief weinig voor en gaat om zeer complexe problematiek. Lokale gemeenten hebben weinig invloed op de instroom en uitstroom, waardoor het voeren van beleid op deze vorm van ondersteuning bemoeilijkt wordt. De meeste indicaties voor Landelijke Zorg worden door medici van (universitaire) ziekenhuizen verstrekt. Tarieven en inkoop wordt op landelijk niveau bepaald en gerealiseerd. Door het specialistische karakter zijn de trajectkosten hoog, waardoor de instroom van één client een grote invloed kan hebben op de begroting. Het is van belang om cliënten met deze vorm van jeugdhulp zo goed mogelijk te volgen in hun ondersteuningsbehoefte en te ondersteunen daar waar mogelijk. Het CJG+ is bij de meeste cliënten betrokken. 

Op basis van het historisch en actueel gebruik van PGB passen we op basis van het advies van Maatschappelijke Dienstverlening de begroting vanaf 2021 aan. Omdat de tarieven van jeugdbescherming en jeugdreclassering met terugwerkende kracht vanaf 2021 verhoogd zijn stijgen de kosten. Ook houden we rekening  met de verhoogde instroom van enkele cliënten en de verwachtingen op basis van de lengte van de huidige beschikkingen. De hogere lasten voor jeugdzorg en Wmo vangen we  op door de (ten laste van de algemene uitkering) gevormde stelpost hiermee tot een bedrag van € 300.000,- te verlagen.

Wsw / KempenPlus
Het rijk heeft in 2020 steunmaatregelen getroffen voor sociale werkbedrijven (KempenPlus) om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Bladel heeft hiervoor in 2020 € 391.000,- compensatie ontvangen. Verwacht werd dat bedrijfsopbrengsten waarmee (deels) de loonkosten van medewerkers die werkzaam zijn voor KempenPlus worden gefinancierd weg zouden vallen. Omdat in 2020 verwacht werd dat het vermogen van KempenPlus gecorrigeerd moest worden met de gevolgen van de fraude hebben we deze middelen via resultaatbestemming 2020 afgezonderd om hiermee ons aandeel in de aanzuivering van het vermogen op te kunnen vangen.
De overdracht van de controle werkzaamheden aan een nieuwe accountant en de afwikkeling van de fraude hebben ertoe geleid dat de provincie tegemoet is gekomen aan het verzoek om aan KempenPlus uitstel te verlenen voor het indienen van de jaarrekening 2020, welke onlangs afgerond is. Op basis hiervan resteert een beperkt positief resultaat over 2020 wat toegevoegd wordt aan het vermogen van KempenPlus. Daarnaast hebben wij van KempenPlus vernomen dat door een interne maatregel in combinatie met het toevoegen van het batig exploitatieresultaat 2020 aan de algemene reserve de omvang van het weerstandsvermogen weer binnen de vastgestelde normering zal gaan begeven. Het weerstandsvermogen behoeft dan ook niet meer aangezuivend te worden, zodat het beschikbare budget ad € 391.000,- vrij kan vallen. 

Gemeentelijk minimabeleid
Nu de samenleving voorzichtig weer opengaat en door de versoepelingen weer meer mogelijk is, zoals fysieke samenkomsten, kunnen de activiteiten zoals opgenomen in de Kadernota Armoedebestrijding 2021-2024 verder worden opgepakt en waar nog nodig worden vormgegeven.

Wet Inburgering
Per 1 januari 2022 treedt de nieuwe Wet inburgering in werking. Als onderdeel van de nieuwe Wet Inburgering krijgt de gemeente de taak om inburgeraars te begeleiden in de weg naar financiële zelfredzaamheid. Deze taak valt uiteen in twee opdrachten, namelijk het financieel ontzorgen van de inburgeraar gedurende de eerste zes maanden en het begeleiden van de inburgeraar naar financiële zelfredzaamheid. Samen met de Kempengemeenten, Maatschappelijke Dienstverlening, KempenPlus en Vluchtelingenwerk Nederland wordt gekeken naar hoe deze taak het beste vormgegeven kan worden in de praktijk. Deze opdracht ligt in het verlengde van de preventieve activiteiten op het gebied van armoedebestrijding en schuldhulpverlening, die worden opgepakt vanuit de ‘kadernota armoedebestrijding’ die in het najaar van 2020 is vastgesteld. We hebben van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor 2022 hiervoor een specifieke uitkering ontvangen van € 130.000,-, welke ingezet wordt voor de  dekking van de kosten van voorzieningen die bijdragen aan de inburgeringsplicht.

Gemeenschapshuizen
De lasten met betrekking tot de gemeenschapshuizen stijgen in 2021 per saldo met € 39.000,-. Dit betreft met name de afrekening van subsidies 2020 van De Poel, D’n Aord en D’n Anloop in verband met corona, huurverhoging + indexering Kerkstraat 33 alsmede hogere onderhoudskosten De Poel en D’n Anloop.

Gemeenschapshuis Den Herd aan de Markt
Voor de kosten van gas-en elektriciteitsverbruik, belastingen en telefoonkosten wordt voor het jaar 2021 rekening gehouden met een aanvullende raming van € 55.000,-.

Pand Bleyenhoek
In structurele zin is sprake van lagere energiekosten (gas en elektriciteit) ad € 4.000,-.

Garantiebanen
Ultimo 2023 dienen er door de gemeente Bladel 5,25 garantiebanen (van 25,5 uur per baan) gerealiseerd te zijn. Een garantiebaan is een extra, gecreëerde baan voor mensen met een arbeidsbeperking, die tot het zogenaamde doelgroepenregister behoren. Tot op heden is er één garantiebaner vast in dienst bij de gemeente Bladel. Om tot een gefaseerde uitbreiding te komen van deze banen is een structureel budget beschikbaar van € 67.000,-. Bestaande uit salariskosten voor de huidige garantiebaner ad. € 25.000,- en een stelpost uitbreiding garantiebanen ad. € 42.000,-, exclusief eventuele begeleidingskosten. Deze stelpost is tot op heden nog niet benut. Momenteel wordt nog gewerkt aan het projectplan en vinden voorbereidende gesprekken plaats met alle betrokken partijen. Besluitvorming hieromtrent zal richtinggevend zijn voor de verdere invulling van het garantiebanenproject. Daarom wordt, in afwachting van deze besluitvorming, het budget 2021 verlaagd met € 23.000,- voor 2021. Bij het opstellen van de jaarrekening 2021 leggen we verantwoording af over de daadwerkelijke invulling van de garantiebanen in 2021.

De autonome ontwikkelingen voor het bestaande beleid hebben pro saldo het navolgende verloop:

omschrijving i/s budgettaire lasten / baten
(bedragen x € 1.000,-) 2021 2022 2023 2024 2025
diverse structurele mutaties s v 59 n -23 v 25 v 25 v 25
diverse incidentele mutaties i v 336
mutaties sociaal domein v 395 n -23 v 25 v 25 v 25
(- = nadeel en + = voordeel)

Stand van investeringen 2021

Terug naar navigatie - Stand van investeringen 2021

Realisatie MFA Hart van Hapert
Voor de realisatie van de nieuwe MFA Hart van Hapert zijn in 2021 diverse uitvoerings-(rest)kredieten beschikbaar voor een totaalbedrag van € 16.709.000,-. Tot en met het 3e kwartaal 2021 is hiervan circa € 4.500.000,- uitgegeven. Begin september werd symbolisch de eerste steen gelegd en naam van het gebouw onthuld. De planning is dat de MFA op 1 april 2022 zal worden opgeleverd.

Verbouwing Rabobank t.b.v. gemeenschapshuis aan de Markt
Voor de advies- en architectkosten ten behoeve van de totale ontwerpopgaven voor de realisatie van een gemeenschapshuis aan de Markt in Bladel is in 2021 een krediet van € 739.000,- beschikbaar. Voor de verdere uitvoering staan de volgende fases nog op de planning en zullen na besluitvorming hierover per fase worden gegund:
• Bouwaanvraag /concept TO                              september 2021
• Bestek en tekening                                                 september 2021
• Bouwkundige inrichting                                      september 2021
• Aanbesteding (inlichtingen)                              december 2021
• Uitvoeringsgereed ontwerp                             2022
• Esthetische begeleiding                                      2022/2023

Samenvatting financiële consequenties

Terug naar navigatie - Samenvatting financiële consequenties

Na de hiervoor genoemde (doorlopende) activiteiten volgt in onderstaand overzicht “Wat het mag kosten?”

Bedragen x € 1.000,- raming 2021 raming 2022 raming 2023 raming 2024 raming 2025
Lasten
bestaand beleid v 211 n -87 v 24 v 24 v 24
meerjarenprogramma 2021-2025
Totaal Lasten v 211 n -87 v 24 v 24 v 24
Baten
bestaand beleid v 184 v 64 v 1 v 1 v 1
meerjarenprogramma 2021-2025
Totaal baten v 184 v 64 v 1 v 1 v 1
Exploitatieresultaat v 395 n -23 v 25 v 25 v 25
Mutaties reserves
Saldo mutaties meerjarenbegroting v 395 n -23 v 25 v 25 v 25
(- = nadeel en + = voordeel)