Het coronavirus heeft onze samenleving en economie ernstig op de proef gesteld. Voor veel bedrijven, ondernemers en werkenden is het afgelopen anderhalf jaar een enorme uitdaging geweest en heeft deze periode veel gevraagd van hun uithoudingsvermogen en creativiteit. Een zware tijd waarin complete sectoren tot stilstand kwamen en mensen soms afscheid moesten nemen van hun baan of bedrijf. Mede dankzij de steunpakketten voor banen en economie is het aantal faillissementen gelukkig beperkt gebleven en zijn de werkloosheidscijfers laag. Het generieke steunpakket heeft in deze periode de klap voor bedrijven, ondernemers en werkenden voor een groot deel opgevangen. De economie staat er ondanks de crisis goed voor en ook de prognoses zijn goed: het Centraal Planbureau (CPB) voorziet in zijn meest recente raming een economische groei van 3,8% in 2021 en 3,2% in 2022.
Daarbij nadert het vaccinatiebeleid het moment waarop iedereen die wil worden gevaccineerd, ook daadwerkelijk volledig zal zijn gevaccineerd. Door het vaccinatiebeleid kunnen de contactbeperkende maatregelen steeds verder worden opgeheven en wordt de economie (grotendeels) heropend. Hiermee zijn we in een nieuwe fase gekomen. Hoewel onzekerheid nog zal blijven bestaan, is deze fase meer structureel van aard dan de fases van de afgelopen tijd.
Het kabinet heeft daarom de generieke steunmaatregelen per 1 oktober 2021, die de afgelopen anderhalf jaar de Nederlandse economie zoveel mogelijk door de coronacrisis hebben geholpen, stop gezet. Dit betekent dat de regelingen Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) en diverse fiscale maatregelen vanaf die datum niet worden verlengd. De beperkende maatregelen zijn grotendeels opgeheven, de economie draait weer volop en de werkloosheid is laag.
Ondernemers die financiële ondersteuning nodig hebben, kunnen vanaf 1 oktober 2021 weer een beroep doen op de reguliere bijstand voor zelfstandigen (het Bbz). Om dit voor gemeenten uitvoerbaar te houden, heeft het kabinet besloten de uitvoering van de regeling tot eind dit jaar te vereenvoudigen. Dit betekent dat gemeenten geen vermogenstoets hoeven uit te voeren, dat ondernemers met terugwerkende kracht van maximaal twee maanden een Bbz-uitkering kunnen aanvragen en dat de gemeente het inkomen en de hoogte van de Bbz-uitkering per kalendermaand (in plaats van per boekjaar) vaststelt. Vanaf 1 januari 2022 voeren gemeenten het Bbz weer zonder wijzigingen uit.
Doorgaan met de generieke maatregelen uit het steunpakket verstoort dit herstel. Het oplopend tekort op de arbeidsmarkt is hiervoor een duidelijke aanwijzing. Daarom eindigde het steunpakket, zoals aangegeven, op 1 oktober 2021. Het kabinet beseft dat de situatie voor sommige groepen de komende tijd nog moeilijk is. De nachthoreca is nog steeds verplicht gesloten. Daarnaast zijn er bedrijven die te maken hebben met een veranderde wereld ten opzicht van begin 2020. Daarom blijft in het vierde kwartaal een aantal ondersteunende regelingen van kracht, om de dynamiek op de arbeidsmarkt te bevorderen en om de aanpassing van de economie te bevorderen. In totaal is ruim 80 miljard euro aan uitgaven voorzien sinds de invoering van het steunpakket in maart 2020.