Indien een redelijke inschatting van het gewenste weerstandsvermogen kan worden gegeven, kan hieruit een indicatie voor de gezondheid en flexibiliteit van de gemeentelijke financiën op de korte én langere termijn worden gegeven. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, wordt de relatie gelegd tussen de gemiddelde omvang van de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste omvang van de algemene reserve enerzijds en de omvang van de algemene reserve anderzijds. Het beschikbare weerstandsvermogen is tenminste even groot als de omvang van het bepaalde risicoprofiel.
De financiële risico’s worden per programma nader toegelicht. Voor elk risico is een inschatting gemaakt van de kans dat de aangegeven gebeurtenis zou kunnen optreden. Hierbij worden drie categorieën onderscheiden, namelijk ‘laag’, ‘midden’ en ‘hoog’. Gesproken wordt van een ‘laag’ risicoprofiel indien de kans gemiddeld voor 25% zou kunnen optreden. Een ‘midden’ risicoprofiel beweegt zich op 50% en een ‘hoog’ risicoprofiel op gemiddeld 75%. Anders gezegd, een kwalificatie met ‘hoog’ impliceert dat het al bijna noodzakelijk is om voor dat risico een voorziening te treffen. Vervolgens is een financiële indicatie opgenomen van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is.
Personeelsvoorzieningen (1)
In het geval van ziekte en/of arbeidsongeschiktheid moet de gemeente als werkgever maximaal twee jaar het salaris aan de betrokken werknemer doorbetalen. Wanneer zich een geval van ziekte voordoet, waarvoor vervanging nodig is, kost dit de gemeente extra geld. Daarnaast geldt dat er binnen onze organisatie ook een behoorlijke mate van kwetsbaarheid is ten aanzien van specifieke kennis, omdat deze ingevuld worden door zgn. “éénmensfuncties”. Door de gemeenteraad noodzakelijk en wenselijk geachte activiteiten (maar ook de reguliere werkzaamheden) moeten veelal (mede) worden gerealiseerd via inzet van de ambtelijke medewerkers. Om alles tijdig te realiseren moet er evenwicht zijn tussen de te leveren prestaties en de beschikbare menskracht. Het is de taak van ons college om samen met het management dit evenwicht te zoeken en te handhaven. Waar dat niet mogelijk is zullen keuzes onvermijdelijk zijn. Het financieel risico wordt ingeschat op een bandbreedte van € 50.000,- tot € 100.000,-.
Risico’s op eigendommen (2)
De gemeente Bladel wordt ook steeds meer geconfronteerd met toenemende vernielingen aan de gemeentelijke eigendommen. Daar de dader(s) vaak niet meer te achterhalen zijn kunnen de kosten van herstel niet in alle gevallen verhaald worden. Op basis van uitgevoerde risico-analyses uit het verleden wordt dit incidenteel risico ingeschat op een bandbreedte van € 15.000 tot € 25.000,-.
Gevolgen waardering activa (3)
De raad heeft in zijn vergadering van 25 maart 2021 het nieuwe afschrijvingsbeleid vastgesteld, waarin uitgangspunt is dat afgeschreven wordt tot een boekwaarde van € 0,-. Voor sommige vaste activa kan echter van tevoren vastgesteld worden dat sprake dient te zijn van een restwaarde, omdat een deel van het actief geacht wordt altijd zijn waarde te behouden (tot het moment van verkoop of buitengebruikstelling natuurlijk). Het hanteren van een restwaarde kan voor de langere termijn daarentegen onzekerheden bestaan met financiële consequenties tot gevolg. Om deze onzekerheid weg te nemen willen we hiervoor bij de bepaling van de omvang van het weerstandsvermogen een bedrag opnemen binnen een bandbreedte van € 100.000,- tot € 500.000,-. Het incidentele risicoprofiel schatten wij vooralsnog als ‘laag‘ in.
Informatiebeveiliging en privacy (4)
Als gemeente hebben we te maken met gegevens en gevoelige informatie van onze inwoners. Zij verwachten dat wij zorgvuldig met deze gegevens omgaan. Gemeente Bladel moet daarom zowel bij intern gebruik als externe uitwisseling van informatie rekening houden met beveiligings- en privacyaspecten. Dat zorgt niet alleen voor betrouwbaarheid, maar ook voor een goede kwaliteit van de bedrijfsvoerings- en dienstverleningsprocessen.
Wij voeren diverse risico-beperkende maatregelen uit, zoals jaarlijkse toetsing op naleving van wet- en regelgeving middels ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit), het jaarlijks uitvoeren van een risico-inventarisatie en -evaluatie en het uitvoeren van Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) om informatiebeveiligings- en privacy risico’s in kaart te brengen en waar mogelijk te verkleinen. Daarnaast stelt de Informatiebeveiligingsdienst ons op de hoogte van (acute) kwetsbaarheden, ontwikkelingen en grootschalige incidenten zodat wij passende maatregelen kunnen treffen. Ondanks deze maatregelen blijft het risico bestaan dat er een informatiebeveiligingsincident of datalek plaatsvindt. Met name de digitale dreiging is verder toegenomen door de oorlog in Oekraïne en de digitalisering en meegroeiende cybercriminaliteit. (Digitale) informatiebeveiligingsincidenten en datalekken hebben een grote impact op imago, bedrijfsvoering en kunnen behoorlijk wat tijd en geld kosten. Daarom hebben wij een bedrag van € 150.000,- als risico opgenomen in de begroting.
Gladheidbestrijding (5)
De gladheidbestrijding is middels een contract ondergebracht bij een aannemer voor de duur van vijf jaren. Gladheidbestrijding is een apart werkveld en het voorspellen van de duur en hevigheid van een winterperiode is erg moeilijk. Tijdens extreme situaties, bijvoorbeeld bij (hevige) sneeuwval in combinatie met strenge vorst, moet dan ook intensiever worden geschoven en gestrooid. Derhalve zijn naast een maandelijkse vergoeding ook eenheidsprijzen in het contract opgenomen met betrekking tot het schuiven en strooien van vooraf bepaalde routes. Bij de beschikbare gestelde middelen wordt uitgegaan van normale winterse omstandigheden, wat per winterseizoen neer komt op 27 maal de vooraf bepaalde routes schuiven en strooien. Zodra sprake is van extreme situaties kunnen de meerkosten oplopen doordat vaker dan gemiddeld wordt gestrooid. Rekening houdend met extremere situaties, waarbij een toename van 35% extra werkzaamheden met betrekking tot gladheidbestrijding aannemelijk wordt geacht, is er sprake van een risico van ca. € 25.000,- aan extra kosten.
Natuurplagen (6)
Door ‘natuurplagen’ (processierupsen, kevers, luizen, rattenplagen, iep- en kastanje ziektes e.d.) zullen er in voorkomende gevallen extra onderhoudswerkzaamheden verricht moeten worden aan het openbaar groen, sportvelden en de bossen. Op basis van eerdere onderhoudswerkzaamheden wordt dit incidenteel risico bepaald binnen een bandbreedte van € 100.000,- tot € 120.000,-.
Compenserende maatregelen (7)
Bij projecten en werkzaamheden loopt de gemeente het risico op het nemen van compenserende maatregelen. Bij compenserende maatregelen kan gedacht worden aan nadeelcompensatie, planschades, compensatie voor omzetderving of afkoop van contracten/overeenkomsten. Voor dit risico wordt een bedrag van € 200.000,- opgenomen in de begroting.
Actualisatie beheerplannen (8)
Elk jaar wordt naast dagelijks / correctief onderhoud ook preventief (groot) onderhoud gepleegd aan de gemeentelijke gebouwen. Hierbij is het meerjarenonderhoudsplan gemeentelijke gebouwen Bladel (MJOP) leidend. Het beheerplan geeft een doorkijk naar de geprognosticeerde onderhoudskosten voor een periode van 25 jaar. Momenteel wordt het beheerplan geactualiseerd, waarbij rekening gehouden wordt met beschikbare capaciteit en duurzaamheidskeuzes. Daarnaast zullen in 2025 nieuwe MJOP’s worden opgesteld voor het MFA Hart van Hapert en het gemeenschapshuis aan de Markt te Bladel. De uit voornoemde actualisatie en nieuwe MJOP’s voortvloeiende financiële consequenties zullen worden verwerkt in de perspectiefnota 2025.
Daarnaast wordt het beheerplan wegen geactualiseerd waarbij het plan beter wordt afgestemd op de beschikbare capaciteit en prioritering. In het najaar van 2024 zal een weginspectie worden uitgevoerd. Na actualisatie zullen de financiële consequenties worden verwerkt in de begroting, naar verwachting in de perspectiefnota 2025.
In afwachting van de actualisatie en verwerking van de financiële consequenties nemen we een bedrag van € 1.000.000,- op in deze risico-inventarisatie.