4.10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Gemeente Bladel voert een solide financieel beleid. We doen geen uitgaven die we niet kunnen betalen en kiezen voor goede lange termijn investeringen. Door realistisch te begroten en regelmatig te rapporteren, houden we grip op onze financiën. We spannen ons in om de gemeentelijke lasten voor onze inwoners op een laag niveau te houden. Het is belangrijk om voldoende weerstandsvermogen te hebben, zodat financiële risico's kunnen worden opgevangen zonder effect op de lopende begroting.

Meerjarenprogramma

Terug naar navigatie - Meerjarenprogramma

Onderstaand worden de (nieuwe) wensen voor de planperiode 2024-2028 opgesomd en toegelicht.

A/B omschrijving investeringen budgettaire lasten / baten
(bedragen x € 1.000,-) 2024 2025 2026 2027 2028 2024 2025 2026 2027 2028
A Algemene uitkering jeugdzorg 2026 t/m 2028 236 175 207
totaal lasten algemene dekkingsmiddelen 236 175 207
(- = nadeel en + = voordeel)

Toelichting meerjarenprogramma

Terug naar navigatie - Toelichting meerjarenprogramma

Algemene uitkering jeugdzorg 2026 t/m 2028
Gemeenten en Rijk hebben in juni 2023 een definitief akkoord bereikt over het financiële kader voor de Hervormingsagenda Jeugd. In de meicirculaire 2023 zijn middelen beschikbaar gesteld voor jeugdzorg voor de jaren 2024 en 2025. De beschikbaarstelling van de middelen voor 2026 en verder vindt later plaats, maar we hebben hiervoor al een stelpost opgenomen.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Algemene uitkering
Met ingang van 2026 worden gemeenten gekort op het gemeentefonds. Dit leidt ertoe dat de taken, middelen en ambities vanaf 2026 uit balans zijn gebracht. In de Voorjaarsnota van het Rijk is de opschalingskorting vanaf 2026 structureel geschrapt, waardoor een deel van de korting is opgeheven. Het restant van de korting blijft staan. In het hoofdlijnen akkoord van het nieuwe kabinet zijn stappen in het herstellen van de verdere balans nog niet zichtbaar. Het nieuwe kabinet zal met de VNG in gesprek moeten voor de verdere uitwerking. Tot die tijd blijft de financiële toekomst voor gemeenten onzeker. Conclusie: er zijn stappen gezet, maar we zijn er nog niet. De voortdurende onzekerheid over de financiën vraagt veel van de gemeenten in een tijd waarin de gemeenschappelijke opgaven groot zijn. 

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?

a. Lokale heffingen
Bladel kent de onroerende zaakbelastingen als heffing die aan de algemene middelen worden toegevoegd. Hoewel we de toeristenbelasting ook als algemeen dekkingsmiddel beschouwen is deze opbrengst (op grond van het BBV) echter verantwoord onder programma Economie.

Voor een nadere toelichting verwijzen we naar de paragraaf lokale heffingen.

Onroerende zaakbelastingen
Voor de OZB zijn de tarieven in eerste aanleg verlaagd om de waardeontwikkeling te compenseren. Stijgt de waarde van de onroerende zaak, dan daalt in de regel het tarief, daalt de waarde van de onroerende zaak, dan stijgt het tarief. Alleen op deze wijze is het mogelijk om gemeentebreed de baten gelijk te houden. Daarna worden de OZB-tarievenverhoogd met een trendmatige aanpassing van 3,40%. De hoogte van de OZB wordt afgeleid van de WOZ-waarde (een promillage). Dit percentage is, afhankelijk van eigenaar/gebruiker niet-woning en eigenaar woning, bepalend voor de hoogte van elke individuele aanslag OZB. Jaarlijks houden we ook rekening met de autonome groei van de opbrengsten als gevolg van ver- en nieuwbouw van woningen en bedrijfsruimten. De lasten voor heffing en invordering hebben betrekking op toerekening van ambtelijke kosten, alsmede taxatiekosten voor de uitvoering van de Wet waardering Onroerende Zaken (WOZ).

b. Uitkeringen gemeentefonds
Het gemeentefonds is specifiek opgedeeld in een algemene uitkering en enkele decentralisatie- en integratie-uitkeringen. Voor deze uitkeringen geldt dat de gemeente vrij is ze in te zetten.

Algemene uitkering
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeente. De algemene uitkering wordt door het Rijk op grond van diverse verdeelsleutels (maatstaven) toegerekend aan de gemeente(n). De uit te keren bedragen worden in diverse circulaires bekendgemaakt. De algemene uitkering is doorgerekend op basis van de bijgestelde uitgangspunten met betrekking tot woningbouw, inwonersaantallen, uitkeringsgerechtigden enz. Hierbij zijn de financiële effecten tot en met de meicirculaire 2024 meegenomen. 
De financiële effecten van de septembercirculaire 2024 zullen wij t.z.t. via een raadsvoorstel met een voorstel tot wijziging van de begroting ter kennis brengen van uw raad, zodat u de financiële effecten daarvan alsnog kunt betrekken bij de besluitvorming over deze begroting. 

c. Dividend
De gemeente ontvangt dividend over haar kapitaalinbreng in de NV Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) en Brabant Water NV. Aan de hand van de laatste jaarcijfers van deze instanties kan de navolgende raming voor 2025 worden opgemaakt. 

 

aantal aandelen waarde rendement opbrengst

NV Bank voor Nederlandse Gemeenten

62.790 € 156.975 81,0% € 169.000
Brabant Water NV 17.706  € 1.771 0,0%  € 0

 d. Financiering
Het saldo van de financieringsfunctie is een correctie van de berekende rentelasten op de beleidsvelden ten opzichte van de omslagrente. De doorbelasting van rentelasten geschiedt, op basis van de gewijzigde BBV voorschriften, tegen het gemiddelde afgeronde rente-omslagpercentage van 1,15% (2024: 0,575%). Voor een specificatie wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.

e. Overige algemene dekkingsmiddelen
We berekenen geen bespaarde rente over het eigen vermogen. Voor de dekkingsreserve kapitaallasten investeringen maken we hiervoor een uitzondering, omdat naast de afschrijvingslast ook de rentelast van het betreffende activum verrekend wordt met de reserve. Het percentage van de rentetoerekening aan deze reserve (lasten) moet gebaseerd zijn op het gemiddelde rentepercentage van het vreemd vermogen. De bespaarde rente is hierop aangepast. In 2025 wordt € 124.000,- toegevoegd aan de dekkingsreserve kapitaallasten investeringen.

f. Vennootschapsbelasting
Sinds 1 januari 2016 moeten overheidsondernemingen die economische activiteiten verrichten belasting betalen over hun (fiscale) winst. Uitgangspunt van de wet is dat ieder overheidslichaam vennootschapsbelastingplichtig (Vpb) is, indien er een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal is, die deelneemt aan het economische verkeer en winst beoogt, of waarbij winst redelijkerwijs te verwachten valt.

Jaarlijks beoordelen we of de gemeentelijke activiteiten voldoen aan de hiervoor genoemde uitgangspunten. Per activiteit beoordelen we of met de uitoefening van de betreffende activiteit een onderneming in fiscaalrechtelijke zin wordt gedreven. De meeste activiteiten komen niet door de zgn. “ondernemerspoort”. Dit komt omdat deze activiteiten geen winst genereren of doordat in fiscale zin de gemeente niet deelneemt aan het economische verkeer. Voor een drietal geclusterde werkvelden wordt in principe door de ondernemerspoort gegaan, te weten: grondexploitaties, inzameling van huishoudelijke afvalstromen en woningexploitaties.

g. Onvoorziene uitgaven en stelposten
Voor de dekking van incidentele onvoorziene, onvermijdbare en onuitstelbare uitgaven is in de begroting 2025 een bedrag van € 13.000,- opgenomen. Voor de dekkingsmaatregelen wordt verwezen naar de toelichting hiervoor. 

Onvoorziene uitgaven en stelposten krijgt dan het navolgende verloop:

bedragen x € 1.000 s/i 2024 2025 2026 2027 2028
a. onvoorziene uitgaven s -6 -13 -13 -13 -13
b door te belasten rente en afschrijvingen / overhead s 420 -52 -50 -62 -74
totaal onvoorzien en stelposten   414 -65 -63 -75 -87

 
In onderstaand overzicht wordt het totaal van lasten en baten van de algemene dekkingsmiddelen opgenomen.

Bedragen Rekening Begroting Begroting Meerjarenraming
(bedragen x € 1.000,-) 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Lasten
algemene dekkingsmiddelen n -888 n -336 n -997 n -913 n -915 n -971
Totaal lasten n -888 n -336 n -997 n -913 n -915 n -971
Baten
algemene dekkingsmiddelen v 46.381 v 49.208 v 50.210 v 48.114 v 48.221 v 48.348
Totaal baten v 46.381 v 49.208 v 50.210 v 48.114 v 48.221 v 48.348
Geraamd saldo van baten en lasten v 45.493 v 48.872 v 49.213 v 47.201 v 47.306 v 47.377
(- = nadeel en + = voordeel)