Sociaal domein

Iedereen moet ongeacht zijn leeftijd, culturele achtergrond, fysieke of economische situatie als volwaardig lid kunnen deelnemen aan de samenleving. Beperkingen mogen geen reden zijn voor uitsluiting.

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Maatschappelijk effect:
Iedereen, ongeacht leeftijd, culturele achtergrond, fysieke of economische situatie, neemt als volwaardig lid deel aan de samenleving. Aan mensen voor wie zelfredzaamheid en meedoen niet vanzelfsprekend is, wordt ondersteuning geboden.
Als gemeente dragen we hier onder meer aan bij door uitvoering van de participatiewet, WMO en jeugdwet. Daarbij werken we samen met onder andere vrijwilligersorganisaties, de jeugdcoach, mantelzorgondersteuner en ouderenconsulent. Daarnaast hebben we een subsidie jaarprogramma. 

Bijstelling budgetten

Terug naar navigatie - Bijstelling budgetten

Toelichting bijstelling budgetten

Doorbelasting kosten Maatschappelijke Dienstverlening (MD)
We werken met de overige Kempengemeenten samen op verschillende beleidsterreinen. De werkzaamheden van de afdeling MD hebben directe relatie met externe klanten. Dit samenwerkingsonderdeel is als directe kosten toegerekend aan de verschillende beleidsvelden, omdat ze volledig gericht zijn op de externe klant. De afdeling MD geeft namens de gemeente uitvoering aan de Wmo, Jeugdhulp, Bijzondere Bijstand, Schuldhulp, Sociaal Raadsliedenwerk, Wvggz en meldpunt zorgwekkend gedrag. De bedrijfsvoeringskosten van het onderdeel MD stijgen op basis van de ontwerpbegroting 2023 van de SK met de aangegeven bedragen voor de jaren. Dit wordt veroorzaakt doordat de formatie voor CJG+ is uitgebreid om hiermee de druk op de dienstverlening op te vangen. De formatie biedt dan voldoende ruimte om de dienstverlening volgens de visie "dichtbij, in samenhang en effectief" uit te voeren. Omdat er door de extra inzet meer ruimte komt om gezinnen te begeleiden vanuit CJG+ zelf heeft dit geleid dat de specialistische jeugdhulp afneemt (zie  hierna). Vanaf 2023 en verder is er daarna sprake van een stijging door doorwerking van de gekozen verdeelsleutels in combinatie met reguliere indexatie van lonen en prijzen.

In de meerjarenraming was aanvankelijk rekening gehouden met een tijdelijke flexibele schil voor Jeugdzorg. Het CJG+ kampt met wachtlijsten en een hoge werkdruk en kan de dienstverlening conform de vastgestelde visie niet worden uitgevoerd met een afbouw van de flexibele schil. De hoge werkdruk leidt tot problemen in de uitvoering van het werk en ook in het werksfeer. In de huidige krappe arbeidsmarkt is het moeilijk aan personeel te komen terwijl piekbelasting zich vaak op het onverwachte moment voordoet. Door de inzet van flexibel personeel is dit tot nu toe opgevangen. Het verder afbouwen van de flexibele schil zal volgens MD acuut een groot probleem veroorzaken.
Een structureel budget voor flexibele personeelsformatie is noodzakelijk om de taken vanuit de Jeugdwet uit te voeren volgens de visie van de Kempengemeenten. Ook is het noodzakelijk om pieken in de vraag, die zich de afgelopen jaren veelvuldig hebben voorgedaan, op te kunnen vangen met kwalitatief personeel. In plaats van de verdere afbouw is in de ontwerpbegroting 2023 van de SK opgenomen om de flexibele schil structureel te stabiliseren op € 300.000,-. Mede hierdoor stijgen onze kosten hiermee vanzelfsprekend ook.

Bij afdeling MD is een incidentele flexibele schil begroot om wisselingen in de vraag naar dienstverlening op te vangen. Vanaf 2022 wordt dit afgebouwd. Deze afbouw is haalbaar en maatregelen daartoe worden in overleg met deelnemende gemeenten voorbereid. 

In de begroting van de SK zijn de inkoopkosten Bizob (Wmo) voor vijf Kempengemeenten en DVO21 (Jeugdhulp) voor vier Kempengemeenten onder gebracht. Dit in tegenstelling tot de inkoopkosten DVO10 (Samen voor Jeugd -SVJ), deze vormen onderdeel van de Programmakosten voor elke gemeente. De algemene stelregel is dat kosten die direct gelinkt worden aan inwoners, vallen onder de programmakosten.  In de ontwerpbegroting wordt een voorstel gedaan tot overheveling van de inkoopkosten DVO SVJ van programmakosten naar bedrijfsvoeringskosten zodat de gehele lijn gelijk en eensluidend is. 

Wij hebben besloten om een zienswijze aan uw raad voor te leggen over de ontwerpbegroting 2023 van de SK. De ontwerpbegroting laat immers buitenproportionele kostenstijgingen zien (zie ook sociaal domein). In de ontwerpbegroting is nog rekening gehouden met de financiële gevolgen van de implementatie van Opnieuw Verbinden. De financiële gevolgen hiervan verwachten wij eind 2022 te ontvangen. 

Doorbelasting kosten KempenPlus
De kosten van KempenPlus zijn gebaseerd op de ontwerpbegroting 2023. Op basis hiervan stijgen de lasten voor 2023 aanzienlijk (ca € 281.000,-). Voor de jaren hierna bedraagt de extra gemeentelijke bijdrage resp. € 243.000,-, € 222.000,- en € 231.000.,- Deze stijgingen worden veroorzaakt door de doorwerking van de loonontwikkeling van 2,3% en de prijsontwikkeling van 1,6% in combinatie met de geactualiseerde verdeelsleutels. Ook is de verwachting dat de omzet neerwaarts bijgesteld moet worden. Op basis van de meicirculaire 2021 hebben wij middelen afgezonderd van gemiddeld € 128.000,- voor het kunnen opvangen van loon- en prijsbijstellingen van KempenPlus. Deze loon- en prijsbijstellingen zijn verdisconteerd in de ontwerpbegroting van KempenPlus, zodat deze afgezonderde middelen nu vrij kunnen vallen als (gedeeltelijke) dekking van de extra kosten van KempenPlus.

Energietoeslag
Op 10 december 2021 heeft het kabinet besloten om een eenmalige energietoeslag voor huishoudens met een laag inkomen mogelijk te maken. Het kabinet heeft voor de eenmalige energietoeslag een budget gereserveerd van 200 miljoen euro in 2022. Deze regeling dient te worden uitgevoerd door gemeenten. Het gaat daarbij om een richtbedrag van € 200,- per huishouden. Op dit bedrag is veel kritiek, nu dit lang niet voldoende is om deze huishoudens te kunnen compenseren. Uit zeer recente berichtgeving volgt dat de tegemoetkoming mogelijk zal worden opgehoogd naar een bedrag van € 800,- per huishouden. Op 25 februari jl. heeft de ministerraad ingestemd met een wetsvoorstel waarin de energietoeslag wordt geregeld. Het voorstel wordt nu voor advies naar de Raad van State gestuurd. Zodra er vanuit het Rijk en/of de VNG richtlijnen worden verstrekt kan er worden aangevangen met de uitvoering ervan. Momenteel kunnen inwoners die in aanmerking wensen te komen voor deze regeling zich alvast aanmelden bij MD, zodat MD direct contact met hen kan opnemen zodra er een aanvraag hiervoor kan worden ingediend. Vooralsnog gaan we uit van het bedrag dat we via de algemene uitkering gaan ontvangen en bedraagt ca € 435.000,-. In de loop van 2022 kunnen we dit bijstellen, nadat meer bekend is over hoeveel huishoudens hier aanspraak op kunnen maken.

Opvang Oekraïners
De oorlog in Oekraïne, een dramatische bladzijde in de geschiedenis die heel veel onschuldige slachtoffers kent. In de eerste plaats in het land zelf. Het menselijk leed dat er hiermee gepaard gaat blijkt onder meer uit de grote vluchtelingenstroom die op gang is gekomen. Dat laat niemand onberoerd, ook in Nederland niet, getuige de vele initiatieven die worden ontplooid. Het kabinet houdt er rekening mee dat de komende weken en maanden tienduizenden vluchtelingen in Nederland opgevangen moeten worden. Daarom heeft het kabinet aan alle 25 veiligheidsregio’s, waaronder Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, de opdracht gegeven om samen met gemeenten voor opvangplekken voor vluchtelingen uit Oekraïne te zorgen. Deze opvang zal mogelijk geruime tijd, maanden of zelfs nog langer, duren.

Alle 21 gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant zetten alles op alles om 1.000 opvanglocaties te vinden en bruikbaar te maken. Als de gemeenten deze plekken beschikbaar hebben, wordt gekeken naar nog eens 1.000 plekken. In totaal gaat het dus om 2.000 opvangplekken in onze regio. Inmiddels worden de eerste Oekraïense vluchtelingen opgevangen in Eindhoven. In onze gemeente is de potentiële beschikbare opvangcapaciteit voorlopig ingeschat op ca 150 Oekraïense vluchtelingen. In onze gemeente zijn (per peildatum 12 mei 2022) 74 personen gehuisvest, waarvan door de gemeente 42 personen en 32 personen door gastgezinnen. We wachten de beslissingen van de Veiligheidsregio over de plaatsing van eventuele extra Oekraïense vluchtelingen voorlopig af.

In afwachting van meer definitieve kostenramingen hebben wij op dit moment eenmalig € 150.000,- (ten laste van de algemene reserve) budget geraamd om hiermee de eerste kosten op te kunnen vangen. Het kabinet heeft aangegeven dat reële compensatie van de kosten het uitgangspunt is. Gedacht wordt aan een normbedrag per gerealiseerde opvangplek. Voor het leefgeld en de andere verstrekkingen aan Oekraïense vluchtelingen geldt het uitgangspunt dat dit gelijkwaardig is aan de verstrekkingen aan asielzoekers en vergunninghouders die verblijven bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Op het moment dat we meer inzicht hebben op het aantal daadwerkelijk gevestigde Oekraïense vluchtelingen zullen wij t.z.t. de ramingen van de uitgaven en inkomsten daarop aanpassen.

Bbz zelfstandigen / schuldhulpverlening / minimabeleid 
In 2021 worden de uitvoeringsplannen welke voortkomen uit de kadernota Armoedebestrijding 2021-2024 geconcretiseerd. Het nieuwe beleidskader is op vroeg signalering, preventie en taboedoorbreking gericht. Deze aanpak kan in een grotere cliëntgroep resulteren. Deze cliëntgroep zal met een aanbod van individuele en collectieve dienstverlening een stap richting een schuldenvrije toekomst zetten. In het nieuwe beleidskader is de doelstelling duurzame uitstroom, nadrukkelijker beschreven. Het doen toenemen van de financiële draagkracht bij inwoners met financiële problemen is het sleutelwoord. Dit doen wij door samen met het voorliggend veld een omvangrijk collectief aanbod op te zetten, dat aansluit bij de behoefte van de doelgroep. Het gevolg van deze beleidswijziging is dat inwoners langduriger ondersteuning ontvangen, waarmee eventuele recidive wordt voorkomen.

Onder beëindigende zelfstandige wordt verstaan de zelfstandige die zijn activiteiten moet (gaan) beëindigen, omdat deze financieel gezien niet meer levensvatbaar is. De lopende zaken mogen nog worden afgewerkt, waarna het bedrijf definitief gestaakt dient te worden. Gedurende deze fase is financiële ondersteuning mogelijk.

BUIG-uitkeringen (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten) / participatie 
Gemeenten ontvangen van het Ministerie van SZW jaarlijks een budget om daaruit de kosten van uitkeringen mee te kunnen betalen, dit is het BUIG budget. In principe moeten gemeenten zich redden met dit toegekend budget, overschotten mag de gemeente houden en tekorten moeten - in beginsel - uit eigen middelen worden aangezuiverd. De financiering van de inkomensvoorzieningen WWB, IOAW, IOAZ en Bbz-starters door het rijk worden voor het overgrote deel bekostigd op basis van het historisch model. Dat betekent dat telkens de situatie van twee jaar geleden bepalend is voor de vaststelling van het budget (t-2). De hoogte van de (voorlopige) BUIG-uitkering 2022 is in september 2021 vastgesteld. Op basis hiervan ontvangen we meer uitkering van het rijk. 

Het “voorspellen” van ontwikkelingen in deze post-coronatijd gecombineerd met de actuele politieke en economische situatie in de wereld is zeer lastig. Zowel de omvang van de instroom van nieuwe klanten in de Participatiewet als de omvang van uitstroom van bestaande klanten wordt bepaald door diverse factoren. De ontwikkeling van de economie als geheel en de effecten daarvan op de arbeidsmarkt, alsmede het beroep op de Participatiewet blijven moeilijk te prognosticeren. Verder is het aantal statushouders dat een beroep gaat doen op de Participatiewet een onzekere factor. Maar een en ander zal zeker in 2022 invloed hebben op het aantal aanvragen en uitkeringen Participatiewet / Bbz.

Voor de ontwikkeling van het bijstandsvolume is een aantal factoren relevant. Naast de ontwikkeling op de arbeidsmarkt die leidt tot een beroep op de Participatiewet, is er sprake van instroom in de Participatiewet van statushouders die gehuisvest worden in onze gemeente. De ervaring leert dat de statushouders een beroep moeten doen op de Participatiewetten en ook meer en langer begeleiding nodig hebben. Door de krapte op de woningmarkt en coronacrisis is het moeilijker geworden om statushouders te huisvesten. Hierdoor is het onvoorspelbaarder geworden wanneer en hoeveel statushouders instromen. De afstand tot de arbeidsmarkt van de nieuwe instroom is vaak dermate groot dat uitstroom naar werk moeilijker is te realiseren en meer tijd en begeleiding vraagt van de participatiecoaches.   

De toename van de lasten is te verklaren door te verwachten toename van het aantal beschut werkers. De  Kempengemeenten hebben de realisatie van de taakstelling als doel. De lasten zijn vooruitlopend op deze ontwikkelingen aangepast. Doordat steeds meer cliënten een groter afstand tot d arbeidsmarkt en verminderde loonwaarde hebben, is de loonkostensubsidie een belangrijk middel om cliënten richting werk te begeleiden en te bemiddelen. In de voorgaande begroting was er geen rekening gehouden met de sterke toename van het aantal beschut werkers.

Maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Afdeling MD van de SK geeft namens de Kempengemeenten dagelijks uitvoering aan een groot pakket van taken; dit vindt steeds in nauwe samenwerking met de Kempengemeenten plaats. Landelijk en ook Kempisch zijn verschillende acties ingezet om grip te krijgen op de financiële impact voor gemeenten. Het doel van de Wmo is om inwoners te helpen zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en deel kunnen nemen aan de maatschappij. We zijn blijven werken vanuit het volgende principe: inwoners hebben de verantwoordelijkheid om ondersteuning zelf, met het sociale netwerk of met voorliggende voorzieningen te regelen. Als deze mogelijkheden er niet of onvoldoende zijn, dan wordt pas bekeken welke maatwerkvoorziening(en) op grond van de Wmo passend en adequaat is (zijn).

Het beheersen van de kosten van de Wmo blijkt een hele uitdaging., ook gezien de blijvende aanzuigende werking van het abonnementstarief en de complexiteit van het speelveld (dubbele vergrijzing, langer thuis blijven wonen, extramualisering, overgang Wmo/Wlz, krapte op de arbeidsmarkt). Het aantal cliënten en het aantal verstrekte voorzieningen nemen nog steeds toe, met name bij de maatwerkvoorzieningen Hulp bij het huishouden, Begeleiding en Woonvoorzieningen. MD adviseert ons om de kosten voor zorg in natura (ZIN) en ZIN PGB  structureel te verhogen met € 125.000,-. resp. € 260.000,-. Dit wordt veroorzaakt door de toename (aanzuiging) van het aantal cliënten, deels door zwaardere zorg en/of langere duur van indicaties, deels door de regulier geïndexeerde tarieven per 1 januari 2022 (met 3,1%). Met betrekking tot het abonnementstarief zelf zijn er geen mogelijkheden om beleidsmatig bij te sturen. Dit is een landelijk wettelijk kader. 

De vraag is of de omvang van de Wmo, in aantallen en kosten, minimaal stabiel blijft, want de vergrijzing en het zolang mogelijk thuis blijven wonen hebben daar geen gunstige invloed op. Vanwege een structurele toename van de vervoersvoorzieningen, met name de categorieën scootmobielen en overige vervoersvoorzieningen, in combinatie met de indexatie van de tarieven van 2,7% stijgen de lasten met € 25.000,-. 

Voor de procesondersteuning, procesregisseur en voorzitterschap van het COB (casuïstiek Bladel) wordt jaarlijks personeel ingehuurd vanuit Maatschappelijke Dienstverlening (SK). Op basis van de rekeningcijfers van de afgelopen jaren wordt hiervoor vanaf 2022 een structureel budget van € 15.000,- nodig geacht. In de raad van 16 december 2021 is het Beleidskader Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Bladel 2022-2025 vastgesteld. Rekening houdend met de nog beschikbare middelen vanuit de bestaande budgetten binnen de meerjarenbegroting worden voor het uitvoeringsplan van het nieuwe beleidskader aanvullende budgetten geraamd van € 27.000,- in 2022 en ca € 48.000,- voor de jaren 2023 en volgenden. Voor het onderdeel Wmo worden lasten geraamd voor nieuwe initiatieven zorg en welzijn, onderzoeken wonen en zorg en verbetering kwaliteit maatwerkvoorzieningen Wmo. Voor het onderdeel voorliggende voorzieningen gemeenschapshuizen wordt voor de jaren 2023 t/m 2026 lasten een budget van € 25.000,- geraamd. Voor het onderdeel  Sociaal huis Bladel is vooralsnog voor het jaar 2022 een budget van € 15.000,- geraamd. De activiteiten omvatten het uitwerken van de ambitie om één Bladelse front-office voor het Bladelse sociale domein te realiseren waar iedereen met een ondersteuningsvraag terecht kan. Het moet één entiteit worden van lokale medewerkers die, in eerste instantie gericht op zoek gaan naar lokale, ‘normale’ (niet-professionele) oplossingen in bestaande Bladelse structuren en aanbod. De ambitie wordt nog in een aparte nota verwerkt en separaat voorgelegd aan de raad. 

Jeugdhulp
In 2022 is het nieuwe woonplaatsbeginsel van kracht. Het nieuwe woonplaatsbeginsel kent als woonplaats van een jeugdige de gemeente waar de jeugdige stond ingeschreven direct voorafgaand aan de zorg met verblijf. Voor ambulante zorg is dat de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven. Door deze verandering wordt het gemakkelijker om op basis van het woonplaatsbeginsel specialistische zorg toe te kennen aan de verantwoordelijke gemeente. Het vaststellen van de woonplaats van de gezagsdrager van een jeugdige leidt tot hoge uitvoeringslasten. Tegelijkertijd, als niet duidelijk is waar het gezag ligt waar de jeugdige is ingeschreven en welke gemeente verantwoordelijk is voor de kosten, zorgt dat ook voor onduidelijkheid tussen gemeenten en aanbieders en tussen gemeenten onderling, zeker bij ingewikkelde en dure hulpverleningstrajecten. Om die reden is het nieuwe woonplaatsbeginsel ingevoerd.
In 2021 zijn de voorbereidingen voor het nieuwe woonplaatsbeginsel al getroffen. De Kempengemeenten zelf hebben het complete cliëntenbestand inmiddels gecontroleerd en de ontvangende gemeenten op de hoogte gesteld. Landelijk kent het proces vertraging en het is tot 1 april 2022 mogelijk om cliënten aan te melden bij een ontvangende gemeente. Het is daarmee mogelijk dat nieuwe cliënten met verblijf worden aangemeld omdat het woonplaatsbeginsel van toepassing is op één van de Kempengemeenten. Dit kan een grote verschuiving op de begroting veroorzaken, ten nadele of ten voordele van een betrokken gemeente. Op basis van informatie vanuit MD zien we dat voor Bladel pro saldo in totaal 9 cliënten ‘verhuizen’ naar een andere gemeente. Dit werkt aanzienlijk positief door in de kosten voor jeugdzorg en dus in onze begroting.

Dit zegt echter nog weinig over de voorspelling van de financiële ontwikkelingen. Allereerst kunnen meerdere beschikkingen aan de unieke cliënten zijn gekoppeld. Omdat het veelal gaat over verblijfsindicaties kan de hoogte van de lasten grootschalig fluctueren. Bijvoorbeeld de tarieven voor pleegzorg, verblijf met behandeling en JeugdzorgPlus lopen zeer sterk uiteen. Ook is het mogelijk dat nog enkele verblijfscliënten worden aangemeld door andere gemeenten. Dit kan ook een verandering geven op het uiteindelijke resultaat.

Daarnaast is in de begroting rekening gehouden met de reguliere indexatie (OVA) en een extra indexering van 1,13% over de looncomponent met ingang van 1 januari 2022 voor de gecontracteerde zorgaanbieders Jeugdwet. De extra indexatie komt bovenop het reguliere OVA%. In de meerjarenbegroting is ook rekening gehouden met de effecten van het woonplaatsbeginsel. Voor de post ZiN zonder verblijf veroorzaakt dit een minimale verschuiving. De grootste veranderingen op het gebied van de meerjarenbegroting op deze post wordt veroorzaakt door de afspraken in het kader van de afhechting van de Variant B financieringssystematiek. Voor 2022 is een garantiebedrag als incidentele kostenpost opgenomen. In 2023 e.v. is dit garantiebedrag niet meer van toepassing. Derhalve wordt in de meerjarenbegroting rekening gehouden met de geprognosticeerde lagere uitgaven.

In 2021 was deze B financieringsvorm nog wel van toepassing op de meeste aanbieders van verblijf. In 2022 wordt nu inspanningsgerichte financiering toegepast. Dit houdt in dat alleen de zorgdagen worden gedeclareerd waarvan de cliënt gebruik van heeft gemaakt. Het is moeilijk te voorspellen welk effect dit zal hebben op de begroting. Maar zal in ieder geval goed gemonitord worden in 2022. In de post ZiN met Verblijf is ook JeugdzorgPlus opgenomen. Het gebruik van dit product gesloten Jeugdzorg laat zich moeilijk voorspellen; het is een uiterst middel dat wordt ingezet ter bescherming van een jeugdige tegen zichzelf of anderen. Inzet op één cliënt kan een groot effect hebben op de totale begroting. Dit geeft daarmee altijd een onzekerheid op de begroting. Door middel van verschillende beleidsdoelstellingen (lokaal en regionaal) wordt wel zoveel mogelijk ingezet om deze vorm van verblijf te voorkomen. Ook in 2022 wordt hier continu op ingezet.

Landelijke Jeugdhulp is één van de meest gespecialiseerde vormen van jeugdhulp. Het komt relatief weinig voor en gaat om zeer complexe problematiek. Lokale gemeenten hebben weinig invloed op de instroom en uitstroom vanwege het feit dat er veelal vanwege medische verwijzingen wordt geïndiceerd, waardoor het voeren van beleid op deze vorm van ondersteuning bemoeilijkt wordt. In huisartsenbijeenkomsten wordt hier steeds aandacht op gevestigd. De lasten voor 2022 verlagen we met € 50.000,-. Voor onze gemeente wordt de begroting incidenteel opgehoogd met € 35.000,- op het gebied van PGB met en zonder verblijf. De reden hiervoor is het actuele gebruik en de verzilveringsgraad wat leidt tot deze bijstelling.

Voor Veilig thuis is een indexatie opgenomen van 3,03% (definitieve OVA%, 2,01%+ 1,02% (90% van 1,13%). Vanwege de mutatie van het woonplaatsbeginsel wordt de begroting structureel voor Bladel neerwaarts bijgesteld. In de ontwerpbegroting 2023 van de SK is opgenomen dat de lasten voor DVO ad € 33.000,- overgeheveld zijn naar de bedrijfsvoeringskosten en niet meer als programmakosten worden opgenomen. Het bestuur van de SK heeft ook besloten extra personeel aan te nemen om hiermee met name op dure specialistische jeugdhulp te kunnen besparen. Deze besparing is verwerkt in de door MD geactualiseerde prognoses. Deze besparingen moeten overigens wel in samenhang bezien worden met de extra lasten van de SK/Maatschappelijke Dienstverlening (zie hiervoor).

Via de algemene uitkering hebben we vorig jaar extra middelen ontvangen om de acute problemen in de jeugdzorg aan te kunnen pakken en om de extra verhoging van het loongebouw van het zorgdomein (zie R21.180 jeugd en wmo) mogelijk te maken.  In deze perspectiefnota is rekening gehouden met de geactualiseerde lasten voor het oplossen van acute problemen in de jeugdzorg. Onze bijgestelde ramingen sluiten naadloos aan bij de geactualiseerde prognoses van MD. Dit betekent dat we de afgezonderde middelen thans voor een deel vrij kunnen laten vallen.  Er is daarentegen nog geen rekening gehouden met het indexeren m.b.v. de landelijke rekentool. De verwachting is dat dit medio 2022 voor Wmo gaat gebeuren.  In afwachting hiervan "parkeren" wij vooralsnog  de extra middelen om het loongebouw voor Wmo mogelijk te maken.

Uitvoering Wvggz
Met ingang van 1 januari 2020 is de Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) vervangen door de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor mensen met een psychische stoornis en de Wet zorg & dwang (Wzd) voor mensen met een psychogeriatrische stoornis of met een verstandelijke beperking. Met de Wzd hebben wij als gemeente nauwelijks te maken, omdat het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) verantwoordelijk is voor de beoordelingen hiervoor. Met ingang van 1 januari 2022 hebben we de uitvoering van de Wvggz voor wat betreft het aanvragen van een zorgmachtiging belegd bij de GGD en kunnen meldingen in het kader van de Wvggz adequaat getriageerd en waar nodig in behandeling worden genomen. De structurele kosten kunnen volledig opgevangen worden ten laste van de middelen die we van het Rijk ontvangen en daarvoor afgezonderd hebben. Ook zijn de kosten circa € 10.000,- lager dan de kosten voor de huidige invulling door afdeling MD. 

Gemeenschapshuizen /  sociaal huis: diverse exploitatielasten
Voor de kosten van gas-en elektriciteitsverbruik, belastingen, telefoonkosten, verzekering en onderhoud  van gemeenschapshuis Den Herd aan de Markt wordt voor het jaar 2022 vooralsnog rekening gehouden met raming van € 99.000,-. Zo nodig zal deze raming op basis van de realisatiecijfers 2022 nog worden bijgesteld bij de najaarsnota 2022. Voor de kosten van energieverbruik en overige exploitatielasten wordt vooralsnog rekening gehouden met een bedrag van € 109.000,-, waarvan € 99.000,- betrekking heeft op het gemeenschapshuis aan de Markt. Voor de versterking ondersteuning wijkteams heeft het kabinet via de decembercirculaire (zie R21.180) extra middelen beschikbaar gesteld ter compensatie van de extra uitgaven die gemaakt worden om de toegang van cliënten tot de gemeentelijke dienstverlening en ondersteuning in de komende jaren stap voor stap structureel te verbeteren. Dit betekent dat voor de sociale wijkteams extra uitvoeringscapaciteit beschikbaar komt, om de coördinatie tussen de verschillende soorten van hulpverlening in het sociaal domein te verbeteren. Voor het versterken van de wijkteams ramen we € 34.000,- per jaar (vanaf 2026 € 38.000,-). Uitvoering beleidskader Maatschappelijke Ondersteuning R21.129 extra lasten ad € 25.000,-. 

MFA Hapert, Den Tref en Den Herd
We willen, nadat "MFA Hart van Hapert" opgeleverd is in september 2022, meteen het bestaande  gebouw van Den Tref slopen ter voorkoming van vandalisme. De boekwaarde van het gebouw per 31 december 2022 moeten we daarom alsnog  tot een bedrag van € 83.000,- afwaarderen. 

De sloopkosten van Den Tref worden op basis van een raming à € 120,- per m2 BVO geraamd op een bedrag van € 264.000,-. Hiervoor was eerder nog geen raming in de begroting opgenomen. Na de aanbesteding van de sloop zal deze raming wellicht kunnen worden bijgesteld, een en ander ook afhankelijk van de herbruikbaarheid van de te slopen materialen. Voor gemeenschapshuis Den Herd wordt voor het jaar 2023 rekening gehouden met een extra afschrijving van de boekwaarde van circa € 60.000,-. De sloopkosten van Den Herd zullen we t.z.t. opnemen in de perspectiefnota 2023.  We gaan er ook van uit  dat het gemeenschapshuis aan de Markt in Bladel ultimo 2023 opgeleverd kan worden. Ook hiervoor moeten we dan de boekwaarde van het gebouw van Den Herd afwaarderen tot een bedrag van € 60.000,-.

Kinderopvang
Met de GGD is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gesloten voor het toezicht op de kinderopvang voor het jaar 2022. Het betreffen inspecties van alle locaties KDV, BSO, Gastouderbureaus en 17 steekproeven onder gastouders. Daarnaast is een schatting opgenomen van de benodigde uren voor herstelaanbod, onderzoeken voor registraties bij KDV, BSO en gastouders en nader onderzoeken. Ten opzichte van de huidige raming 2022 stijgen deze kosten met circa € 10.000,- vanwege urenuitbreidingen en meer kinderdagverblijfvoorzieningen met een uitgebreidere inspectie krijgen (geel risicoprofiel). Daarnaast zijn er 2 nieuwe kinderdagverblijflocaties geopend welke ook geïnspecteerd dienen te worden.

Voorziening onderhoud gebouwen / onderhoudscontracten
Ten behoeve van de bekostiging van het toekomstig groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen is het Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) geactualiseerd en zijn en alle onderhoudskosten in verband met de fors gestegen loon- en materiaalkosten met 10% geïndexeerd naar het prijspeil 1 januari 2022.  Daarbij zijn tevens de ramingen voor de verduurzaming en vervanging van technische installaties van een aantal gemeentelijke gebouwen de restantbudgetten 2021 voor het reguliere onderhoudsprogramma geëvalueerd en qua uitvoering gefaseerd in het werkprogramma 2022-2031.

De autonome ontwikkelingen voor het bestaande beleid hebben pro saldo het navolgende verloop:

omschrijving i/s budgettaire voordelen / nadelen
(bedragen x € 1.000,-) 2022 2023 2024 2025 2026
doorbelasting kosten Maatschappelijke Dienstverlening: obv begroting 2023 s -423 -461 -448 -451 -446
doorbelasting kosten Maatschappelijke Dienstverlening: obv begroting 2023 i 9
bijdrage KempenPlus obv begroting 2023 i 92 105
bijdrage KempenPlus obv begroting 2023 s 50 -162 -110 -97 -106
uitvoering energietoeslag huishoudens met laag inkomen i -435
opvang Oekraïners (voorlopige raming) i -150
bijzondere bijstand: uitvoering MD s -18 5 5 5
Wmo: uitvoering MD s -410 -410 -410 -410 -410
Wmo: stelpost loongebouw Wmo vanuit algemene uitkering s -47 -47 -47 -47 -47
Jeugd: uitvoering MD s 480 650 650 650 650
Jeugd: vrijval stelpost vanuit algemene uitkering s 300 200 100
BUIG / participatie / loonkostensubsidie bijstelling obv KempenPlus s -103 -179 -252 -252 -252
rijksbijdrage BUIG s 314 50 103 103 103
beleidskader maatschappelijke ondersteuning s -25 -25 -25 -25
Uitvoering diverse taken ihkv Wmo s -38 -28 -28 -28 -28
exploitatielasten Den Herd / MFA Hapert s -10
boekwaarde Den Herd: afwaardering i -60
exploitatielasten gemeenschapshuis aan de Markt s -99
sloopkosten Den Tref i -264
boekwaarde Den Tref i -83
projectkosten/activiteitenbudget invoering Wvggz s 10 10 10 10 10
jeugd en jongerenwerk s -4 -4 -4 -4 -4
praktijkhuis s 6
kinderopvang: bijdrage GGD s -10
sociaal huis Bladel i -15
sociaal huis: versterking wijkteams s -19 -34 -34 -34 -38
diverse onderhoudscontracten s -29 -10 -6 -11 -24
voorziening onderhoud gebouwen i -23
voorziening onderhoud gebouwen s -5 -5 -5 -5 -5
overige kleine afwijkingen s 1 -5 -4 -5
mutaties sociaal domein -924 -409 -506 -600 -622
(- = nadeel en + = voordeel)

Beleidskaders

Terug naar navigatie - Beleidskaders

Samenvatting financiële consequenties

Terug naar navigatie - Samenvatting financiële consequenties

Na de hiervoor genoemde (doorlopende) activiteiten volgt in onderstaand overzicht “Wat het mag kosten?”

Begroting Wijziging Begroting 2021 Mutatie meerjarenraming
(bedragen x € 1.000,-) 2022 ppn na wijziging 2023 2024 2025 2026
Lasten
participatie:
accomodaties -1.582 n -508 n -2.090 n -72 n -9 n -12 n -24 n
algemeen toegankelijke individuele ondersteuning -229 n -197 n -426 n 1 v 1 v 1 v 1 v
mantelzorg -59 n -34 n -93 n -34 n -34 n -34 n -38 n
voorliggende voorzieningen -508 n -2 n -510 n -25 n -24 n -24 n -26 n
arbeidsparticipatie -299 n 6 v -293 n
overige lokale initiatieven -328 n -1 n -329 n 1 v 1 v
Wmo:
zorgloket -490 n -188 n -678 n -178 n -178 n -178 n -178 n
maatwerkdienstverlening 18+ -4.803 n -493 n -5.296 n -531 n -518 n -521 n -516 n
complexe casuïstiek
inkomensregelingen:
inkomensvoorzieningen -8.621 n 3 v -8.618 n -256 n -383 n -370 n -379 n
minimabeleid -444 n -561 n -1.005 n
bijzondere bijstand
schuldhulpverlening -8 n -8 n
jeugd:
preventie -1.041 n 12 v -1.029 n -48 n -48 n -49 n -49 n
maatwerkdienstverlening18- -3.781 n 511 v -3.270 n 616 v 516 v 416 v 416 v
geëscaleerde zorg 18+
geëscaleerde zorg 18- -335 n 32 v -303 n 47 v 47 v 47 v 47 v
vrijwilligers (waardering/ ondersteuning) -70 n -70 n
Totaal lasten -22.598 n -1.420 n -24.018 n -479 n -629 n -724 n -746 n
Baten
participatie:
accomodaties 130 v 130 v
algemeen toegankelijke individuele ondersteuning 5 v 40 v 45 v
mantelzorg
voorliggende voorzieningen 12 v 12 v
arbeidsparticipatie 23 v -25 n -2 n
overige lokale initiatieven 133 v 133 v
Wmo:
zorgloket
maatwerkdienstverlening 18+ 140 v 140 v
complexe casuïstiek
inkomensregelingen:
inkomensvoorzieningen 2.118 v 374 v 2.492 v 70 v 123 v 123 v 123 v
minimabeleid 30 v 108 v 138 v
bijzondere bijstand
schuldhulpverlening
jeugd:
preventie 39 v 39 v
maatwerkdienstverlening18-
geëscaleerde zorg 18+
geëscaleerde zorg 18-
vrijwilligers (waardering/ ondersteuning)
Totaal baten 2.630 v 497 v 3.127 v 70 v 123 v 123 v 123 v
Geraamd saldo van baten en lasten -19.968 n -923 n -20.891 n -409 n -506 n -601 n -623 n
(- = nadeel en + = voordeel)