Balans

Balans per 31 december 2023

Balans activa

Terug naar navigatie - Balans activa
ACTIVA (bedragen x € 1.000,-) Ultimo Ultimo
2023 2022
Vaste activa
Immateriële vaste activa 7.346 7.965
Materiële vaste activa 97.961 83.589
Financiële vaste activa 1.938 1.855
Totaal vaste activa 107.245 93.409
Vlottende activa
Voorraden 4.905 2.685
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 10.895 15.967
Liquide middelen 148 542
Overlopende activa 5.134 9.772
Totaal vlottende activa 21.082 28.967
Totaal activa 128.327 122.375
Verliescompensatie krachtens de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (art 40b)

Balans passiva

Terug naar navigatie - Balans passiva
PASSIVA (bedragen x € 1.000,-) Ultimo Ultimo
2023 2022
Vaste passiva
Eigen vermogen 44.124 37.298
Voorzieningen 7.974 7.401
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 61.350 66.761
Totaal vaste passiva 113.448 111.460
Vlottende passiva
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 6.979 4.244
Overlopende passiva 7.902 6.671
Totaal vlottende passiva 14.881 10.915
Totaal passiva 128.328 122.375
Gewaarborgde geldleningen 48.377 48.747

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Grondslagen

Terug naar navigatie - Grondslagen

Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de “Financiële verordening gemeente Bladel 2023”, waarin door de gemeenteraad op 23 maart 2023 en gewijzigd op 21 december 2023 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld.

De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de gemeente.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde, tenzij in deze grondslagen anders is vermeld. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. Baten en lasten, waaronder ook begrepen de heffing van de vennootschapsbelasting, worden daarbij verantwoord tot hun brutobedrag. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar worden genomen als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Deelnemingen worden tegen de verkrijgingsprijs gewaardeerd. Dividenden zijn verantwoord in het jaar waarin het besluit tot toekenning van het dividend door de Algemene vergadering van de vennootschap is genomen.

Met betrekking tot de verwerking van de algemene uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de algemene uitkering wordt opgenomen conform de in het laatst gepubliceerde accresmededeling, die doorgaans is opgenomen in de septembercirculaire van het boekjaar. 

Met betrekking tot de eigen bijdragen die het CAK int en aan de gemeenten afdraagt geldt op basis van de Kadernota rechtmatigheid 2023 van de commissie BBV het volgende. Een aanvrager van een voorziening, zoals hulp in de huishouding, ondersteuning of een financiële tegemoetkoming (persoonsgebonden budget) is op grond van de Wmo 2015 een eigen bijdrage verschuldigd. Het CAK is het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan (zbo) dat door de wetgever is belast met de berekening, oplegging en incasso van de eigen bijdrage. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid, volledigheid van en het naleven van het voorwaardencriterium bij de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat de gemeente bij de verantwoording van deze eigen bijdragen steunt op de informatie van het CAK en niet zelfstandig geheel sluitend de juistheid, volledigheid en rechtmatigheid van de eigen bijdragen hoeft te controleren.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen casu quo schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaats vindt. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt dan ook geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Omdat er voor verlofsparen sprake is van arbeidskosten gerelateerde verplichtingen die een niet voorspelbare opbouw en daarmee ook onvoorspelbare afbouw kennen, dient daarentegen wel een voorziening gevormd te worden.

De algemene uitkering is opgenomen conform de best mogelijke schatting gebaseerd op basis van de laatst beschikbare informatie. Ten aanzien van het component aangaande de accresmededeling wordt deze opgenomen conform de in verslagjaar t laatst gepubliceerde accresmededeling. Doorgaans is deze accresmededeling opgenomen in de septembercirculaire. 

De gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in de nota “waarderen, activeren en afschrijven van vaste activa 2021”, zoals door de raad vastgesteld in zijn vergadering van 25 maart 2021. Voor de gehanteerde afschrijvingstermijnen en restwaardes wordt verwezen naar bijlage 1. Slijtende investeringen worden met ingang van 1 januari volgend op het moment van ingebruikneming in beginsel lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur. Bij woningen, (sommige) bedrijfsgebouwen en vervoersmiddelen wordt een restwaarde gehanteerd en er worden geen financiële derivaten gehanteerd. Afschrijvingen geschieden daarnaast onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Op gronden wordt niet afgeschreven, tenzij de grond deel uitmaakt van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Eventuele boekwinsten bij inruil of afstoting van een kapitaalgoed zijn als incidentele bate in de jaarrekening verwerkt. 

De lasten samenhangend met de uitvoering van klein en groot onderhoud, bodemsaneringen en het baggeren van watergangen zijn niet levensduur verlengend en zijn daarom niet geactiveerd, maar direct ten laste van de exploitatie of de gevormde voorziening gebracht.

In het overzicht van incidentele baten en lasten zijn per programma de bedragen > € 25.000,- opgenomen, welke een incidenteel karakter hebben.

Algemene grondslagen voor de Rechtmatigheidsverantwoording
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat:
- De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
- De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
   - Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 21 december 2023 door de raad is vastgesteld;
   - Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor    over- en onderscheidingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld.
   - Ten aanzien van het M&O criterium is de (concept) nota M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele           gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
- De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
   - Een verantwoordingsgrens van 3 % (zijnde € 2.337.000,-) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
   - Een rapporteringstolerantie van € 50.000,- is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf bedrijfsvoering worden opgenomen.

Stelsel- of schattingswijziging
In 2023 heeft er geen stelsel- dan wel schattingswijziging plaatsgevonden ten opzichte van 2022.

Duurzame waardevermindering van vaste activa
Afwaardering van bedrijfseconomisch vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde. Lagere taxatiewaarden dan de boekwaarden van onroerende zaken zijn hierbij als duurzame waardedaling in aanmerking genomen. Afwaardering van maatschappelijk vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde en er ten opzichte van de huidige functie geen (bestuurlijke) intentie is voor duurzame exploitatie.

Buiten gebruik gestelde vaste activa
Indien een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.

Hieronder is bij de diverse onderdelen van de vaste activa een toelichting gegeven.

Balans
A. Vaste Activa
Vaste activa zijn voor langere tijd vastgelegde vermogensbestanddelen die niet op korte termijn in liquide middelen zijn om te zetten en die bedoeld zijn om de uitoefening van de werkzaamheid van de gemeente duurzaam te dienen. De vaste activa worden onderscheiden in de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa.

I. Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

De kosten van het sluiten van geldleningen (inclusief de betaalde boeterente) en het saldo van agio en disagio worden afgeschreven gedurende de restant looptijd van de betrokken lening.

De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief zijn onder de volgende voorwaarden geactiveerd:
- Het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen.
- De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast.
- Het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut genereert.
- De uitgaven die aan het actief toe te rekenen zijn, zijn betrouwbaar vast te stellen.

De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden volledig afgeschreven in maximaal vijf jaar (artikel 64 lid 5 BBV).

De onder de kosten van onderzoek en ontwikkeling geactiveerde voorbereidingskosten voor grondexploitaties voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • de kosten passen binnen de kostensoortenlijst (artikel 6.2.4) van het Bro en
  • de kosten blijven maximaal vijf jaar geactiveerd staan onder de immateriële vaste activa. Na maximaal vijf jaar hebben de kosten geleid tot een actieve grondexploitatie, dan wel worden deze afgeboekt ten laste van het jaarresultaat en
  • plannen tot ontwikkeling van de grond waarvoor de voorbereidingskosten worden gemaakt, hebben bestuurlijke instemming, blijkend uit een raads- of – indien gedelegeerd – collegebesluit.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende vereisten is voldaan:

  • Er is sprake van een investering door een derde.
  • De investering draagt bij aan de publieke taak.
  • De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen.
  • De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven, waarbij de afschrijvingsduur maximaal gelijk is aan de verwachte gebruiksduur van de activa (bij derden) waarvoor de bijdrage aan derden is verstrekt.

II. Materiële vaste activa 
Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten (waaronder overheadkosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Het BBV kent de volgende soorten materiële vaste activa:

- Investeringen economisch nut
Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.

- Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven
Ten aanzien van investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven geldt dat vanuit de spaarcomponent van heffingen gevormde voorzieningen voor toekomstige vervangingsinvesteringen met economisch nut in mindering zijn gebracht op de in het boekjaar gepleegde investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing is geheven. Over het resterende bedrag wordt afgeschreven.

- Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut
Ten aanzien van investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut geldt tot aan investeringsdatum 31 december 2016 dat eventuele bijdragen uit de reserves in mindering zijn gebracht op deze investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. 
De op de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs toegepaste jaarlijkse afschrijvingen corresponderen met een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (kortste van de geschatte economische levensduur óf technische gebruiksduur) van de geactiveerde objecten en voorzieningen.

Investeringen met een maatschappelijk nut worden, evenals investeringen met een economisch nut, geactiveerd en over de verwachte gebruiksduur afgeschreven.

- In erfpacht uitgegeven gronden
In erfpacht uitgegeven gronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, waarbij de uitgifteprijs van eerste uitgifte geldt als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. Eventuele afkoopsommen voor voortdurende contracten zijn verwerkt onder de langlopende schulden en vervallen naar rato van afkoopperiode vrij ten gunste van het resultaat. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

III. Financiële vaste activa
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) verminderd met de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de marktwaarde van de aandelen daalt tot onder de verkrijgingsprijs, vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.

B. Vlottende activa
Vlottende activa zijn voor korte(re) tijd vastgelegde vermogensbestanddelen die wel op korte termijn in liquide middelen zijn om te zetten. Onder vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met rentetypische looptijd korter dan één jaar, de liquide middelen en de overlopende activa.

I. Voorraden

Grond- en hulpstoffen
Grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs worden de grond- en hulpstoffen tegen deze lagere marktwaarde gewaardeerd.

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
Het startpunt van een grondexploitatie is het raadsbesluit met de vaststelling van het grondexploitatiecomplex, inclusief grondexploitatiebegroting. Vanaf dat moment wordt de grondexploitatie geopend en kunnen vervaardigingskosten worden geactiveerd.

De onderhanden werken grondexploitatie zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Indien de boekwaarde de marktwaarde van de grond overschrijdt, wordt een afwaardering naar de lagere marktwaarde verantwoord/wordt een voorziening voor het verwachte negatieve resultaat getroffen. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten (limitatief opgesomd in de kostensoortenlijst zoals opgenomen artikel 6.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening), welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs worden daarnaast een redelijk deel van de indirecte kosten opgenomen en is de werkelijk over vreemd vermogen betaalde rente over het boekjaar toegerekend. De rente is toegerekend over de boekwaarde van de grondexploitatie per 1 januari van het betreffende boekjaar.

Voor winstneming geldt de percentage of completion (POC) methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:

  1. het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat.
  2. de grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht.
  3. de kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

De verliezen op grondexploitaties worden voorzien zodra deze bekend zijn. De voorziening wordt gewaardeerd op nominale waarde. Voor een nadere toelichting op onderhanden werk en winstnemingen met betrekking tot grondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid en de Meerjarenprognose grondexploitaties (MPG).

Gereed product en handelsgoederen
Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich vooral voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.

II. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald.

Vorderingen
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Buiten de balans opgenomen recht op verliescompensatie Vpb
Artikel 40 b bepaalt dat aan de actiefzijde van de balans buiten de balanstelling het bedrag wordt opgenomen waarvan het recht bestaat op verliescompensatie krachtens Wet op de vennootschapsbelasting.

A. Vaste passiva
Onder vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, het gerealiseerde resultaat zoals dat volgt uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening, de voorzieningen en de vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. De waardering van passiva geschiedt tegen nominale waarde. Uitzonderingen hierop betreffen voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd. 

I. Eigen vermogen
In het BBV worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die vanuit bedrijfseconomisch oogpunt vrij te besteden zijn. De vaststelling van de noodzakelijke omvang van reserves is een zaak van de gemeenteraad. Daarom worden reserves ook wel onderverdeeld in algemene en bestemmingsreserves. Zodra de raad aan een reserve een bepaalde bestemming heeft gegeven, is er sprake van een bestemmingsreserve. Om die reden kunnen bestemmingsreserves naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Heeft een reserve geen bestemming dan wordt het een algemene reserve genoemd. Mutaties in reserves zijn enkel mogelijk op basis van een raadsbesluit genomen voor het einde van het betreffende begrotingsjaar. De reserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde. 

II. Voorzieningen
Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de gemeente. Om die reden kunnen voorzieningen naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Voorzieningen worden gevormd indien er sprake is van:

  • Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
  • Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
  • Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
  • Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.
  • Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

De voorziening in het kader van de algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Wet APPA) is gebaseerd op de actuariële berekeningen per 31 december van het kalenderjaar. Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid ter zake nader uiteengezet.

III. Vaste schulden met een rentetypische looptijd langer dan 1 jaar
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

B. Vlottende passiva
Onder vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden met rentetypische looptijd korter dan één jaar en de overlopende passiva. De waardering van passiva geschiedt tegen nominale waarde. 

I. Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Onder de netto-vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar zijn de betalingsverplichtingen opgenomen die de gemeente binnen één jaar moet voldoen. De vlottende schulden zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

II. Overlopende passiva
De waardering van overlopende passiva geschiedt tegen nominale waarde. De niet bestede middelen van uitkeringen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel worden als vooruit ontvangen middelen op de balans verantwoord onder de overlopende passiva. De besteding van deze middelen vindt op een later tijdstip plaats.

Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

Toelichting op de balans per 31 december 2023

Vaste activa

Terug naar navigatie - Vaste activa

Vaste activa zijn bezittingen van de gemeente, waarin het vermogen voor een periode langer dan één jaar is vastgelegd. De vaste activa bestaan uit de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa.

Immateriële vaste activa

Terug naar navigatie - Immateriële vaste activa

Immateriële vaste activa betreffen activa die niet tot een tastbaar bezit voor de gemeente leiden. Het betreft voorbereidings- en onderzoekskosten. Voorbereidings- en onderzoekskosten worden in beginsel gedekt uit toekomstige projecten /
grondexploitaties, uit interne bijdragen of inkomsten van derden.  De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in:

immateriële vaste activa (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. Kosten verbonden aan het afsluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio
b. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief 393 231
c. Bijdragen aan activa in eigendom van derden 6.953 7.734
totaal immateriële vaste activa 7.346 7.965

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2023. Uit een controle op de activa is geconstateerd dat twee activa foutief was gelabeld en dit heeft geresulteerd in een balanscorrectie. Het gaat om een waarde van € 52.000,- die zijn overgeboekt  van "Investeringen met een economisch nut" € 43.000,- en "Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut" € 9.000,- naar "Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief".

verloop immateriële vaste activa (x € 1.000,-) boekwaarde Balans- overheve- investe- afschrij- bijdragen afwaarde- boekwaarde
31-12-2022 correctie lingen ringen vingen van derden ringen 31-12-2023
a. Kosten verbonden aan het afsluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio
b. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief 231 52 -175 285 393
c. Bijdragen aan activa in eigendom van derden 7.734 -420 361 6.953
totaal verloop immateriële vaste activa 7.965 52 -595 285 361 7.346

In 2023 zijn voorbereidingskosten gemaakt ten behoeve van de gebiedsontwikkeling van een drietal exploitaties (de zgn “warme gronden”), alsmede voor de voorbereiding van de herinrichting N284. De voorbereidingskosten van plan Egyptische Poort (woongebied) is in de loop van 2023 BIE "bouwgrond in exploitatie" geworden en zijn overgeheveld naar de voorraden (bouwgrond in exploitatie). De activa van Den Tref ad € 73.000,- en Het Palet ad € 347.000,- zijn overgeheveld naar de materiële vaste activa.

Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de afwaarderingen staan, indien van toepassing, de afwaarderingen vermeld wegens schattingswijzingen van de verwachte toekomstige gebruiksduur c.q. (rest)gebruikswaarden.

De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld.

belangrijkste investeringen immateriële vaste activa (x € 1.000,-) besteed in 2023
b. Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief
Voorbereidingskosten Het Palet 80
Voorbereidingskosten herinrichting N284 98
Voorbereidingskosten Groene akkers 53
Voorbereidingskosten Den Tref 54
totaal 285

Materiële vaste activa

Terug naar navigatie - Materiële vaste activa

Materiële vaste activa met een economisch nut betreffen activa die verhandelbaar zijn en/of opbrengsten (kunnen) genereren. Materiële vaste activa wordt onderscheiden in ‘investeringen met een economisch nut’ en ‘investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven’. Materiële vaste activa met een maatschappelijk nut zijn investeringen in de openbare ruimte en hebben uitsluitend een maatschappelijk nut. De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:

materiële vaste activa (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. investeringen met een economisch nut 49.589 40.697
b. investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven 24.207 23.315
c. investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 24.013 19.425
d. in erfpacht uitgegeven gronden 152 152
totaal materiële vaste activa 97.961 83.589

De investeringen met een economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:

investeringen met een economisch nut (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. gronden en terreinen 8.627 7.032
b. woonruimten 1.877 2.200
c. bedrijfsgebouwen 30.284 23.598
d. grond-, weg- en waterbouwkundige werken 1.614 438
e. vervoermiddelen
f. machines, apparaten en installaties 7.340 7.581
g. overige materiële vaste activa
totaal investeringen met een economisch nut 49.742 40.849

Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met economisch nut weer:

verloop investeringen met een economisch nut boekwaarde Balans- overheve- investe- afschrij- bijdragen afwaar- boekwaarde
(x € 1.000,-) 31-12-2022 correctie lingen ringen vingen van derden deringen 31-12-2023
a. gronden en terreinen 7.032 -1.208 2.802 8.626
b. woonruimten 2.200 -292 31 1.877
c. bedrijfsgebouwen 23.598 9.043 780 1.576 30.285
d. grond-, weg- en waterbouwkundige werken 438 -43 1.586 71 191 106 1.613
e. vervoermiddelen
f. machines, apparaten en installaties 7.581 723 555 409 7.340
g. overige materiële vaste activa
totaal verloop investeringen 40.849 -43 -1.500 14.154 1.437 2.176 106 49.741

Uit een controle op de activa is geconstateerd dat een activum foutief was gelabeld en dit heeft geresulteerd in een balanscorrectie. Het gaat om een waarde van € 43.000,- die zijn overgeboekt  van "Investeringen met een economisch nut" naar "Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief". Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de afwaarderingen staan, indien van toepassing, de afwaarderingen vermeld wegens schattingswijzingen van de verwachte toekomstige gebruiksduur c.q. (rest)gebruikswaarden (het betreft afwaardering kunstgrasvelden vv Bladella). Grondexploitaties Egyptische Poort (woongebied), Dennenoord fase 2 en Achter de Hoofdstraat (Tussen de Dycken) zijn in de loop van 2023 BIE "bouwgrond in exploitatie" geworden en zijn overgeheveld naar de voorraden (bouwgrond in exploitatie). 

In onderstaand overzicht is het verloop van de "warme gronden" die in de toekomst getransformeerd gaan worden naar bouwrijpe grond weergegeven:

Complex boek- overheve- vermeerde- verminde- boek- voorzie- balans-
waarde ling naar ringen ringen waarde ning waarde
bedragen x € 1.000,- 31-12-2022 voorraad 31-12-2023 31-12-2023
Egyptische Poort 928 -928
Achter de Hoofdstraat 292 -292
Strategische aankopen 2.672 -700 1.972 1.972
Totaal 3.892 -1.920 1.972 1.972

Strategische aankopen
Volgens de Nota Grondbeleid 2019 wordt er jaarlijks een budget beschikbaar gesteld voor rondaankopen die vallen onder de noemer anticiperende verwervingen. Jaarlijks bij de begrotingsbehandeling wordt de hoogte van het krediet geactualiseerd. De hoogte van dit krediet is zo globaal mogelijk gehouden zodat daaruit door potentiële contractpartijen niet kan worden geconcludeerd wat per transactie de onderhandelingsruimte van de gemeente is. Er zijn in de meeste kernen voldoende ontwikkellocaties die kunnen voorzien in de woningbouwbehoefte voor de korte en middellange termijn. In de nabije toekomst kampt onze gemeente met ruimtegebrek om gewenste maatschappelijke ontwikkelingen te waarborgen. Vanwege de unieke ligging van een perceel op het Kempisch Bedrijvenpark komen er diverse mogelijkheden tot het realiseren van (beoogde) gewenst doeleinden voor onze gemeente ter beschikking. We hebben hiervoor in 2023 een perceel van 14.360 m2 aangekocht.

De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld.

belangrijkste investeringen met een economisch nut (x € 1.000,-) besteed in 2023
a. gronden en terreinen
anticiperende verwerving 2.802
2.802
c. bedrijfsgebouwen
gemeenschapshuis aan de Markt 9.054
9.054
d. grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Kunstgrasvelden Bladel/Hapert 1.587
1.587
f. machines, apparaten en installaties:
Inrichtingskosten MFA Hapert 138
Gemeenschapshuis aan de Markt 474
Energieneutraal maken gemeentehuis 86
699
totaal 14.142

Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven weer:

verloop investeringen met een economisch nut, boekwaarde investe- des-investe- afschrij- bijdragen afwaar- boekwaarde
waarvoor een heffing kan worden geheven (x € 1.000,-) 31-12-2022 ringen ringen vingen van derden deringen 31-12-2023
a. gronden en terreinen
b. woonruimten
c. bedrijfsgebouwen
d. grond-, weg- en waterbouwkundige werken 23.220 1.679 664 103 24.132
e. vervoermiddelen
f. machines, apparaten en installaties 95 20 75
g. overige materiële vaste activa
totaal verloop investeringen 23.315 1.679 684 103 24.207

Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de afwaarderingen staan, indien van toepassing, de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen. Voorts wordt verwezen naar de toelichting hiervoor.

De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld.

belangrijkste investeringen met een economisch nut, waarvoor een heffing kan worden geheven (x € 1.000,-) besteed in 2023
d. grond-, weg- en waterbouwkundige werken:
Uitvoering GRP 2021 266
Uitvoering GRP 2022: klimaatmaatregelen 422
Uitvoering GRP 2022: vervanging gemalen 76
Uitvoering GRP 2022: vervanging riolering 618
Oprichten digitaal grondwatermeetnet 83
Uitvoering GRP 2023: klimaatmaatregelen 129
Uitvoering GRP 2023: vervanging gemalen 75
1.668
totaal 1.668

Om inzicht te geven in het deel van de activa dat wel vergelijkbaar is qua systematiek wordt in het verloopoverzicht een scheiding aangebracht tussen welk bedrag volgens de nieuwe systematiek is verantwoord en welk deel volgens een andere systematiek. De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut had het volgende verloop:

verloop investeringen in de openbare ruimte met boekwaarde Balans- investe- des-investe- afschrij- bijdragen afwaar- boekwaarde
een maatschappelijk nut (x € 1.000,-) 31-12-2022 correctie ringen ringen vingen van derden deringen 31-12-2023
Maatschappelijk vóór 2017:
a. gronden en terreinen
b. grond-, weg- en waterbouwkundige werken 5.129 145 4.984
c. machines, apparaten en installaties 125 21 104
d. overige materiële vaste activa
subtotaal 5.254 166 5.088
Maatschappelijk vanaf 2017:
a. gronden en terreinen
b. grond-, weg- en waterbouwkundige werken 13.897 -9 5.173 392 10 18.659
c. machines, apparaten en installaties 274 36 45 266
d. overige materiële vaste activa
subtotaal 14.171 -9 5.209 437 10 18.925
totaal verloop investeringen 19.425 -9 5.209 603 10 24.013

Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de afwaarderingen staan, indien van toepassing, de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen. Voorts wordt verwezen naar de toelichting hiervoor.

De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld.

belangrijkste investeringen met een maatschappelijk nut(x € 1.000,-) besteed in 2023
b. grond-, weg- en waterbouwkundige werken:
Verkeersvisie Hapert: aanp. Oude Provincialeweg 2.618
Verbetering/ gepland groot onderhoud 2022 894
Herinrichting Hofplein Bladel 150
Verbetering/ gepland groot onderhoud wegen 2023 863
Herstructurering Koolbogt Bladel 33
Vervanging openbare verlichting 2023: armaturen 55
Vervanging openbare verlichting 2023: masten 55
Uitvoering groenstructuurplan 2022 79
Uitvoering groenstructuurplan 2023 64
Vervanging openbaar groen 2023 127
Terreininrichting MFA Hapert: buitenterrein 91
Gebiedsplan Groene Long: aanleg voorzieningen 83
5.112
c. machines, apparaten en installaties:
vervangen speeltoestellen 2022 36
36
totaal 5.148

Financiële vaste activa

Terug naar navigatie - Financiële vaste activa

Financiële vaste activa zijn in geld uitgedrukte vorderingen op derden of deelnemingen in andere organisaties. De financiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen.

Financiële vaste activa (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. Kapitaalverstrekkingen aan:
- deelnemingen 159 159
- gemeenschappelijke regelingen
- overige verbonden partijen
b. Leningen aan:
- openbare lichamen art.1, onderdeel a, Wet fido
- woningbouwcorporaties
- deelnemingen
- overige verbonden partijen
c. Overige langlopende leningen 1.779 1.696
d. Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
e. Uitzettingen in de vorm van van Nederlands schuldpapier met een rentetypische
looptijd van één jaar of langer
f. Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
totaal financiëel vaste activa 1.938 1.855

Tot de financiële vaste activa behoren de kapitaalverstrekking aan deelnemingen, verstrekte leningen en overige kapitaalverstrekkingen. Deze uitzettingen zijn uitsluitend voor het uitoefenen van de publieke taak.

Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2023 weer.

financiële vaste activa (x € 1.000,-) boekwaarde investe- desinveste- afschrijvingen / aflossing afwaarde- boekwaarde
31-12-2022 ringen ringen ringen 31-12-2023
a. Kapitaalverstrekkingen aan:
- deelnemingen 159 159
- gemeenschappelijke regelingen
- overige verbonden partijen
b. Leningen aan:
- openbare lichamen art.1, onderdeel a, Wet fido
- woningbouwcorporaties
- deelnemingen
- overige verbonden partijen
c. Overige langlopende leningen 1.696 325 242 1.779
d. Uitzettingen in 's Rijks schatkist > 1 jaar
e. Uitzettingen van Nederlands schuldpapier > 1 jaar
f. Overige uitzettingen met een looptijd >1 jaar
totaal financiëel vaste activa 1.855 325 242 1.938

Onder de afwaarderingen staan, indien van toepassing, de afwaarderingen vermeld wegens schattingswijzingen van de verwachte toekomstige gebruiksduur c.q. (rest)gebruikswaarden. De belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen staan in onderstaand overzicht vermeld.

belangrijkste investeringen (x € 1.000,-) besteed in 2023
c, overige langlopende leningen
startersleningen 325
totaal 325

In de post overige langlopende leningen zitten de gelden die we hebben verstrekt aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederland (SVN) voor het verstrekken van startersleningen. De rekening-courant wordt ook in de totaalopstelling opgenomen, zodat het totaal aan startersleningen inzichtelijk is.

startersleningen (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
De waarde van de beleggingen bij het SVN per 31 december 2023 is in totaal 2.826
Dit bedrag is als volgt samengesteld:
a. saldo rekening-courant (vlottende activa) 222 291
b. saldo verstrekte startersleningen, revolverend (vaste activa) 1.779 1.691
c. saldo verstrekte geldleningen via Gembank (niet revolverend) 826 493
totaal 2.826 2.827 2.475

Vlottende activa

Terug naar navigatie - Vlottende activa

Vlottende activa zijn bezittingen waarvan het daarin geïnvesteerde vermogen binnen één jaar vrijkomt. De vlottende activa bestaan uit voorraden, debiteuren (uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar), liquide middelen en overlopende activa.

Voorraden

Terug naar navigatie - Voorraden

Dit betreft de goederen die in de organisatie voorhanden zijn om te bewerken, verkopen of te leveren. Een belangrijke categorie bij de gemeente is de gronden en onderhanden werk binnen een grondexploitatie. De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:

voorraden (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. Grond- en hulpstoffen
b. Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie 4.905 2.685
c. Gereed product en handelsgoederen
d. Vooruitbetalingen
totaal voorraden 4.905 2.685

Van de in exploitatie genomen bouwgronden kan het volgende overzicht worden weergegeven:

verloop in exploitatie boekwaarde overheveling vermeerde- verminde- winst- boekwaarde voorziening balanswaarde
genomen bouwgronden 31-12-2022 vanuit ringen ringen uitname 31-12-2023 31-12-2023
(x € 1.000,-) (IM)MVA
-bp Akkerstraat Hoogeloon -29 211 -41 141 141
-bp Beemd -130 1 -14 -143 -143
-Beemd / paardensportterrein -283 172 -110 -110
-bp Lange Trekken 2.714 181 2.895 2.895
-locatie Kerkeneind 55 145 -90 -90
-Hoeve 11 en 13 Netersel -55 1 -54 11 -65
-Kerkstraat Casteren 555 28 332 251 226 25
-Egyptische Poort 1.103 68 11 1.160 1.160
-Dennenoord fase 2 700 8 708 708
-Tussen de Dycken (Hoofdstraat) 292 94 1 385 385
totaal 2.772 2.095 647 489 117 5.143 237 4.906

In de vermeerderingen is op basis van artikel 6.2.4, onderdeel n van de kostensoortenlijst van de BRO € 16.000,- begrepen voor toe te rekenen rente.

De grondexploitatie is gevoelig voor wijzigingen in economische ontwikkelingen en onderliggende parameters, zoals rente, inflatie en prijzen. De gemeente acht het van belang de ontwikkelingen en de impact daarvan op de verwachte resultaten nauwlettend te volgen. Om inzicht te krijgen in de actuele financiële positie van de grondexploitatie herijkt de gemeente de grondexploitaties, daar waar noodzakelijk, daarom driemaal per jaar. Voor de bepaling van de verwachte winst gaat de gemeente uit van de door BBV oplegde winstuitname volgens de percentage of completion methode (POC methode).

De waardering van de in exploitatie genomen gronden is gebaseerd op de inzichten van januari 2024 en de daarbij behorende inschatting van uitgangspunten, parameters en risico’s. Uiteraard betreft dit een inschatting die omgeven is door onzekerheden, die periodiek, maar minimaal jaarlijks, wordt herzien en waarbij de waardering in het komende jaar zowel positief als negatief kan uitvallen. Het college is van mening dat op basis van de huidige informatie en inzichten de beste schatting is gemaakt voor de waardering van de in exploitatie genomen gronden. In de paragraaf grondbeleid zijn specificaties opgenomen van de (tussentijdse) winstuitnames en het verloop van de voorziening tekorten grondexploitaties.

Voor de grondexploitaties 2023 zijn de volgende parameters gehanteerd:

Parameter Gehanteerd

Inflatiecorrectie

Geen correctie toegepast (raming constante prijzen).
Rente

Het BBV schrijft voor dat de rentetoerekening aansluit bij de fiscale grondslagen. Dat betekent dat alleen de daadwerkelijke rente toegerekend kan worden en dat er geen rente over het eigen vermogen mag worden toegerekend. 

Voor de jaren 2023 en verder wordt  een gemiddelde rente vreemd vermogen gehanteerd van 0,664% van de boekwaarde van de BIE’s. 

Fasering Er is rekening gehouden met een reële fasering in tijd op basis van de woningbouwbehoefte per kern gebaseerd op migratiesaldo 0.
Resultaat Gebaseerd op eindwaarde van het project.
Kosten Alle kosten zijn gebaseerd op geactualiseerde kostenramingen per januari 2023 van RA infra.
Opbrengsten Voor de opbrengsten wordt rekening gehouden met grondprijzen met een bandbreedte tussen de € 240,- voor sociale huur tot € 325,- voor vrije verkoop kavels. Bij kavels groter dan 500 m² wordt rekening gehouden met grondopbrengsten van 50% op de basisgrondprijs. 
Disconteringsvoet De disconteringsvoet die is gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties is voor alle gemeenten gelijk gesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de  Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone en bedraagt vooralsnog 2,0%. 

Hieronder is een toelichting per grondexploitatie:

  Locatie Akkerstraat Hoogeloon: BIE
Bij dit plan is ook een exploitatieplan vastgesteld, omdat particulieren in hun achtertuin één of meerdere woningen mogen bouwen. Indien zij hier gebruik van maken moeten zij een exploitatiebijdrage aan de gemeente betalen. In 2021/2022 hebben al verschillende particulieren hiervan gebruik gemaakt en zijn er voor € 310.000,- aan bijdragen ontvangen. Fase 2 (24 kavels) is in 2022 verkocht. Na de realisatie van deze woningen wordt het woonrijp maken verder uitgevoerd. Tijdens de hevige regenval in 2023 kwam de hemelwater bijna bij de bewoners in huis. Na onderzoek is gebleken dat er in onvoldoende mate rekening is gehouden met de afwatering in het plangebied. Hiervoor wordt momenteel een riool verbeter plan gemaakt. Grenzend aan het plangebied hebben particulieren de mogelijkheid om één of meerdere woningen in hun achtertuin te bouwen. Aangezien de particulieren niet verplicht zijn om in hun achtertuin te bouwen, zijn deze exploitatiebijdrage zoals opgenomen in de grondexploitatie geen zekerheid. Hierdoor is het  plan, naar verwachting, voorzien in een einde looptijd tot eind 2030. Het positief resultaat betreft naar verwachting € 7.000,- (afgerond) bij einde looptijd.

 De Beemd: BIE
Het plan Beemd Bladel is voorzien in de realisatie van het werken en wonen. Doordat er een viertal extra kavels gerealiseerd worden door een ontwikkelaar, moet de gemeente nog extra voorzieningen treffen in de openbare ruimte. Voor de komende jaren staat alleen nog wat woonrijp maken en plan-kosten met civiele kosten op de planning. Een gedeelte openbare voorziening dient nog over gedragen te worden naar de gemeente. We verwachten het plan op 31 december 2025 af te kunnen sluiten. Het plan heeft naar verwachting een eindresultaat  van ca. € 42.000,- (afgerond)positief. 

  De Beemd/Paardensportterrein: BIE
Alle vijf kavels zijn verkocht. Zodra alle kavels bebouwd zijn wordt de openbare ruimte deels nog  woonrijp gemaakt. Met één grondeigenaar is nog een anterieure overeenkomst afgesloten. Deze opbrengsten worden naar verwachting in 2024 gerealiseerd. We verwachten dat het plan De Beemd paardensportterrein eind 2026 administratief en financieel met een batig resultaat van ca. € 67.000 (afgerond) kan worden afgesloten.

 Lange Trekken: BIE
Op 26 september 2022 is het woningbouwplan Lange Trekken vastgesteld (105 woningen waarvan 5 woningen ter plaatse met de bestemming “Wonen” en anterieur geregeld en 100 woningen verspreid over de gronden met de bestemming “Woongebied”). De hiervoor benodigde gronden zijn in 2022 verworven. Binnen de beroepstermijn, na de vaststelling van de grondexploitatie, is er een beroepsschrift ontvangen bij de Raad van State. Het tegen omgevingsplan Lange Trekken ingekomen beroep leidt zich op basis van het ingediende beroepschrift voornamelijk tegen de flexibiliteit die het bestemmingsplan kent. In december 2023 heeft de zitting plaats gevonden bij de Raad van State. Op 27 maart 2024 heeft de Raad van State uitspraak gedaan en het bestemmingsplan alsnog inhoudelijk geheel goedgekeurd. Om de continuïteit met betrekking tot de realisatiefase (bouwrijp maken) van het plan te borgen en niet af te wachten op de uitspraak van de Raad van State is in 2023 gestart met het bouwrijp maken (het aanleggen van openbare voorzieningen) van het gebied. Zodra de uitspraak van de Raad van State is ontvangen (wij verwachten voor de gemeente een positieve uitspraak) worden koopovereenkomsten getekend van alle bouwkavels. Dit is mogelijk omdat alle beschikbare te verkopen kavels verkocht zijn binnen het plangebied.

 Kerkeneind 2e fase: BIE
In 2022 is de grondexploitatie Kerkeneind te Casteren afgesloten. Gebleken is dat binnen het gerealiseerde plangebied circa 2.120 m² alsnog als bouwkavel uitgeefbaar is. Dit resulteert in 10 bouwkavels al dan niet voor projectmatige bouw of CPO. Om deze reden is het afgesloten plan Kerkeneind heropend in Kerkeneind Fase 2. Het plangebied dient nog wel bouwrijp gemaakt te worden (aansluiting op de reeds bestaande voorzieningen). Naar verwachting sluit het plan eind 2028 administratief af met een positief resultaat ad € 195.000,- (afgerond).

Hoeve 11-13 te Netersel: BIE
Plan De Hoeve 11-13 te Netersel wordt , naar verwachting, eind 2025 administratief en financieel afgesloten in de grondexploitatie. Het plan is voorzien in de realisatie van 24 woningen. Hetgeen nog resteert is het gedeeltelijk nog woonrijp maken van de openbare ruimte. Ondanks de kostenstijgingen in de grondexploitatie wordt het plan naar verwachting negatief afgesloten met ca € 11.000 (afgerond). Het negatief resultaat heeft voornamelijk te maken met de rentelasten ad. € 16.000 (afgerond).

Kerkstraat Casteren: BIE
Het plangebied Kerkstraat in Casteren is volledig bouwrijp gemaakt. In 2022 is er een bouwkavel verkocht dat tevens in 2022 notarieel in eigendom is overgedragen. We verwachten in 2024 de resterende bouwkavels (2) te verkopen. Zodra de woningen gerealiseerd zijn wordt het plangebied woonrijp gemaakt. Binnen dit plan heeft onze gemeente te maken gehad met wateroverlast. Hiervoor is de riolering opengebroken en opnieuw aangelegd. Dit uit zich in de kosten. Deze kosten zijn fors hoger geraamd dan opgenomen in de grondexploitatie. Hierdoor zijn de ambtelijke kosten (plankosten) tevens verhoogd in raming. Door de genomen activiteiten is het resultaat bij einde looptijd (31 december 2025) naar verwachting negatief € 226.000,- afgerond. We verwachten de grondexploitatie op 31 december 2025 administratief af te sluiten.

Dennenoord fase 2 Hapert
De raad heeft ontwikkelingsplan Dennenoord fase 2 te Hapert in 2023 vastgesteld.
De gemeente heeft in december 2022 het perceel De Wijer 52 te Hapert verworven. De reden hiervoor is tweezijdig. Enerzijds dat we een gedeelte van het perceel nodig hebben voor de reconstructie van de N284 en anderzijds om een particuliere woningbouwontwikkeling van 121 woningen mogelijk te maken. De verwervingskosten voor het perceel De Wijer 52 wordt pro rato bekostigd door het budget m.b.t. civiele wegwerkzaamheden en in de grondexploitatie Dennenoord fase 2. Het gedeelte van het perceel dat ondergebracht wordt in de grondexploitatie zal als bouwrijpe grond worden verkocht aan een particuliere ontwikkelaar. Door deze constructie kan de ontwikkelaar 23 woningen (appartementen) meer bouwen. Het in ontwerp omgevingsplan in procedure gebracht. Hierop zijn enkele zienswijzen ontvangen. Indien we na de vaststelling van het omgevingsplan geen beroep binnen de gestelde termijn ontvangen zal het omgevingsplan in Q2 2024 onherroepelijk worden.

Egyptische Poort Bladel
Woningbouwontwikkeling Egyptische Poort is qua woningbouwaantallen definitief in 2023 vastgesteld door de raad. Het aantal te realiseren woningen binnen het plangebied bedraagt 50, in verschillende typologieën. Momenteel wordt bestudeert hoe vanuit het plangebied verkeersontsluitingen naar de Bosweg aangelegd kunnen worden. De aanleg van deze toekomstige verkeersontsluiting is een wens van de raad en is niet opgenomen in de vastgestelde grondexploitatie. Echter de grondexploitatie verwacht een dusdanig positief resultaat dat de kosten voor de extra ontsluiting uit de grondexploitatie gedekt kan worden. 

Tussen de Dycken (Hoofdstraat Hoogeloon)
De grondexploitatie Hoofdstraat Hoogeloon is in 2023 vastgesteld. Het woningbouwontwikkelingsplan zal veranderen in de naam “Tussen de Dycken”. Het plan voorziet in 85 verschillende typologieën woningen. Het voorontwerp omgevingsplan wordt momenteel in procedure gebracht. De verwachting is dat het plan “Tussen de Dycken” eind 2029 gerealiseerd zal zijn.

De marktwaarde van bouwrijpe grond is van veel factoren afhankelijk. Deze factoren zijn per uitvoeringsproject verschillend. De gemeente stelt daarom per uitvoeringsproject een marktconforme uitgifteprijs vast op basis van een deskundigenrapportage (taxatie), zoals geregeld in de op 9 mei 2019 vastgestelde nota Grondbeleid 2019.

In onderstaand overzicht worden per exploitatie de geraamde nog te maken kosten en de geraamde nog te realiseren opbrengsten weergegeven.

prognose in exploitatie genomen balanswaarde geraamde nog te geraamde nog te geraamd resultaat
bouwgronden (x € 1.000,-) 31-12-2023 maken kosten realiseren opbrengsten (nominale waarde)
opbrengsten waarde)
-bp Akkerstraat Hoogeloon 141 527 674 -6
-bp Beemd -143 101 -42
-Beemd / paardensportterrein -110 54 10 -66
-bp Lange Trekken 2.895 2.793 6.492 -804
-locatie Kerkeneind -90 671 776 -195
-Hoeve 11 en 13 Netersel -65 65
-Kerkstraat Casteren 25 286 311
-Egyptische Poort 1.160 2.166 5.495 -2.169
-Dennenoord fase 2 708 133 907 -66
-Tussen de Dycken (Hoofdstraat) 385 4.170 6.261 -1.706
totaal 4.906 10.966 20.926 -5.054

Om een project te kunnen realiseren moeten er investeringen worden gedaan en opbrengsten worden gegenereerd. Elk jaar worden de exploitatieplannen geactualiseerd. Verwacht wordt dat er per 1 januari 2024 nog € 10,967 miljoen moet worden geïnvesteerd en voor € 20,926 miljoen aan opbrengsten moet worden gegenereerd. Het verwachte positief eindresultaat bedraagt daarmee € 5,054 miljoen.
De geprognosticeerde eindresultaat van de grondexploitatie geschiedt tegen eindwaarde. Voor de aannames die ten grondslag liggen aan de prognoses van het eindresultaat van de grondexploitaties, zoals rente, fasering, gehanteerde kosten- en opbrengstenontwikkeling (art 52 lid 3 BBV nieuw) wordt verwezen naar de hiervoor weergegeven parameters.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Terug naar navigatie - Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Uitzettingen met looptijd < 1 jaar (x € 1.000,-) boekwaarde voorziening balanswaarde balanswaarde
31-12-2023 oninbaarheid 31-12-2023 31-12-2022
a. Vorderingen op openbare lichamen 5.768 5.768 159
- Vorderingen op openbare lichamen Maatschappelijke Dienstverlening 1.892 1.892 2.017
- KempenPlus nog te ontvangen van gemeente
b. Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen art.1, onderdeel a. Wet financiering decentrale overheden
c. Overige verstrekte kasgeldleningen
d. Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd < 1 jaar
e. Rekening-courantverhoudingen met het Rijk 556 556 10.947
f. Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen
g. Uitzettingen in Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd < 1 jaar
d. Overige vorderingen 1.580 306 1.274 1.891
- Overige vorderingen KempenPlus 1.395 1.395 946
e. Overige uitzettingen 10 10 7
totaal uitzettingen met rentetypische looptijd < 1 jaar 11.201 306 10.895 15.967
,

Er is een voorziening van € 172.000,- opgenomen voor algemene dubieuze debiteuren en € 134.000,- voor dubieuze debiteuren sociale zaken die vermoedelijk niet invorderbaar zijn.

Schatkistbankieren / Drempelbedrag

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren / Drempelbedrag

In het onderste deel van de tabel is de berekening weergegeven van het gemiddelde dag saldi. Achter (5a) staat per kwartaal een optelling van de dag saldi. Dat bedrag wordt gedeeld door het aantal dagen in dat kwartaal (5b) en de uitkomst daarvan is dan het bedrag (2).

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1000)
Verslagjaar
(1) Drempelbedrag 1.380 1.380 1.380 1.380
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(2) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 317 201 276 226
(3a) = (1) > (2) Ruimte onder het drempelbedrag 1.063 1.179 1.104 1.154
(3b) = (2) > (1) Overschrijding van het drempelbedrag - - - -
(1) Berekening drempelbedrag
Verslagjaar
(4a) Begrotingstotaal verslagjaar 68.998
(4b) Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen 68.998
(4c) Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat 0
(1) Drempelbedrag 1.380 1.380 1.380 1.380
(1) = (4b)*0,02 + (4c)*0,002 met een minimum van €1.000.000 als het begrotings-totaal kleiner of gelijk is aan € 500 mln. En als begrotingstotaal groter dan € 500 miljoen is is het drempelbedrag gelijk aan € 10 miljoen, vermeerderd met 0,2% van het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat.
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(5a) Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil) 28.499 18.256 25.434 20.786
(5b) Dagen in het kwartaal 90 91 92 92
(2) - (5a) / (5b) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 317 201 276 226

Liquide middelen

Terug naar navigatie - Liquide middelen

Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:

liquide middelen (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. Kasgelden 7 10
b. Banksaldi 141 532
totaal liquide middelen 148 542

Met de Bank Nederlandse Gemeenten is een raamovereenkomst geïntegreerde dienstverlening gesloten. Binnen de overeenkomst worden afspraken vastgelegd ten aanzien van het krediet in rekening-courant, alsmede de voorwaarden ten aanzien van het afsluiten van kasgeldleningen, deposito’s en vaste geldleningen. Hierdoor houden de gemeente financiële armslag tegen lage kosten.

Overlopende activa

Terug naar navigatie - Overlopende activa

De overlopende activa bestaat uit nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde kosten. De post overlopende activa kan als volgt worden onderscheiden:

overlopende activa (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. Voorschotbedragen ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een
specifiek bestedingsdoel, te ontvangen van:
- Europese overheidslichamen
- het Rijk 1.206
- overige Nederlandse overheidslichamen
b. Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die t.l.v. volgende begrotingsjaren komen 5.103 8.521
- Nog te ontvangen bedragen Maatschappelijke Dienstverlening 31 45
totaal overlopende activa 5.134 9.772

Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel:

specificatie Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te saldo per toevoe- ontvangen saldo per
ontvangen bedragen (x € 1.000,-) 31-12-2022 gingen bedragen 31-12-2023
a. Europese overheidslichamen
b. het Rijk (bijdrage opvang ontheemde Oekraïners) 1.207 1.207
c. overige Nederlandse overheidslichamen
totaal 1.207 1.207

Recht op verliescompensatie krachtens de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Buiten de balanstelling wordt het bedrag opgenomen waarvan het recht bestaat op verliescompensatie krachtens de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

recht op verliescompensatie Vpb saldo per toevoe- ontvangen saldo per
bedragen (x € 1.000,-) 31-12-2022 gingen bedragen 31-12-2023
VPB aangifte te verrekenen verlies 112 112
totaal 112 112

Vaste passiva

Terug naar navigatie - Vaste passiva

De vaste passiva bestaat uit eigen vermogen, voorzieningen en vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Eigen vermogen

Terug naar navigatie - Eigen vermogen

Het eigen vermogen is het verschil tussen de activa en het vreemd vermogen. Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende posten:

eigen vermogen (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. algemene reserve 14.255 13.719
b. bestemmingsreserves 23.454 14.402
c. gerealiseerd resultaat blijkend uit het overzicht van baten en lasten in jaarrekening 6.415 9.177
totaal eigen vermogen 44.124 37.298

Onder het eigen vermogen zijn opgenomen de algemene reserves, de bestemmingsreserves en het saldo van de rekening van baten en lasten. De algemene reserves zijn alle reserves die primair dienen als weerstandsvermogen om incidentele tegenvallers in de exploitatie op te vangen. De bestemmingsreserves zijn reserves waaraan de gemeenteraad een bepaalde bestemming heeft meegegeven. Dit zijn vermogensbestanddelen die alleen in de aangegeven richting zijn aan te wenden. Het verloop in 2023 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven:

verloop eigen vermogen (x € 1.000,-) boekwaarde toevoegingen onttrekkingen bestemming onttrekking ter boekwaarde
31-12-2022 2023 2023 resultaat dekking van 31-12-2023
2022 kap.goed
a. algemene reserve:
- minimale omvang (ijzeren voorraad)
- noodzakelijke omvang (voldoende) 942 165 777
- vrij besteedbaar deel 12.777 12.871 12.170 13.478
totaal algemene reserve 13.719 12.871 12.335 14.255
b. bestemmingsreserves
- dekkingsreserves
- afschrijving geactiveerde investering 11.161 10.019 105 854 20.221
totaal dekkingsreserves 11.161 10.019 105 854 20.221
- overige bestemmingsreserves
- reserve ruimtelijke kwaliteit buitengebied 2.482 -4 2.478
- reserve duurzaamheid 133 133
- reserve bovenwijkse voorzieningen
- algemene reserve grondexploitaties 523 37 560
- reserve uitvoering generatiepact 103 41 62
totaal overige bestemmingsreserves 3.241 33 41 3.233
totaal bestemmingsreserves 14.402 10.052 146 854 23.454
c. gerealiseerd resultaat in jaarrekening 9.177 6.415 -9.177 6.415
totaal verloop eigen vermogen 37.298 29.338 12.481 -9.177 854 44.124

In de 'nota reserves en voorzieningen 2021' is de normering van de omvang van de algemene reserve bepaald. De boekwaarde is daarop gecorrigeerd. 

Hieronder worden de aard en reden van de reserves en de toevoegingen en onttrekkingen toegelicht.

Algemene reserve
De algemene reserve maakt deel uit van het weerstandsvermogen van de gemeente en heeft als doel de gemeente de mogelijkheid te bieden om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen, zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. De omvang van de algemene reserve is gebaseerd op het risicoprofiel van de gemeente. In de 'nota reserves en voorzieningen 2021' wordt de algemene reserve als normatief kader beschouwd voor het weerstandsvermogen: het eigenstandig normkader is bepaald op de gemiddelde omvang van de geïnventariseerde risico’s.

De algemene reserve is onderverdeeld in: stand 01-01-2023 stand 31-12-2023
1. noodzakelijke omvang € 942.000 € 777.000
2. vrij aanwendbaar deel € 12.777.000 € 13.478.000

  
De voornaamste vermeerderingen betreffen: het rekeningresultaat blijkend uit de jaarrekening over het jaar 2022 (€ 9.177.000,-),  winstuitkering KBP (€ 1.875.000,-), vrijval deel dekkingsreserve kapitaallasten € 111.000,-, nagekomen uitkering Tozo 2021 € 1.701.000,- winstuitname van grondexploitaties (€ 6.000,-), en aanpassing noodzakelijke omvang (€165.000,-).

De voornaamste verminderingen betreffen: budgetoverheveling 2022 (€ 1.614.000,-), aanvulling algemene reserve grondexploitatie € 37.000,-), dekking sloopkosten MFA aan de Markt € 254.000,-,aanvulling dekkingsreserve t.bv. MFA aan de Markt (€ 9.936.000,-) en dekking subsidie duurzame energie particulieren (€ 494.000,-).

Bestemmingsreserves
De bestemmingsreserves worden onderverdeeld in dekkingsreserves en reserves ingesteld voor een bepaald doel.

Dekkingsreserves
Deze reserves zijn ingesteld ter (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten van investeringen met een economisch nut.

Reserve afschrijving geactiveerde investeringen
Afdekken van de kapitaallasten van diverse investeringen. Er is € 854.000,- ten gunste van de exploitatie verantwoord en € 83.000,- rente bijgeschreven over de stand van de reserve per 1 januari.  Een bedrag van € 105.000,- is vrijgevallen wegens de vervroegde vervanging van de kunstgrasvelden vv Bladella. Daarnaast is € 9.936.000,- toegevoegd voor de gedeeltelijke dekking van  het gemeenschapshuis aan de Markt.

- stand 01-01-2023 € 11.161.000
- stand 31-12-2023 € 20.221.000

 

Overige bestemmingsreserves
Deze reserves zijn ingesteld voor een bepaald doel.

Reserve ruimtelijke kwaliteit buitengebied
Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap, gekoppeld aan gemeentelijke projecten. In 2023 is -/- € 4.000,- toegevoegd aan de reserve, wegens correctie vorig jaar. 

- stand 01-01-2023 € 2.482.000
- stand 31-12-2023

€ 2.478.000

Reserve duurzaamheid
Dekking van maatregelen om in de directe omgeving van windpark de Pals duurzaamheid te bevorderen of voor de dekking van maatregelen ter bevordering van duurzaamheid. Bij nieuwe ontwikkelingen, plannen en activiteiten zoeken we daarbij naar een optimale balans tussen de sociale, ecologische en economische gevolgen. In 2023 zijn er geen toevoegingen of onttrekkingen geweest.

- stand 01-01-2023 € 133.000
- stand 31-12-2023 € 133.000

Reserve bovenwijkse voorzieningen
Deze reserve was bedoeld om de aanleg van infrastructurele werken met meer dan uitsluitend planbetekenis mogelijk te maken, zoals bijv. randwegen, hoofdriolering, parkeervoorzieningen etc.

- stand 01-01-2023 € 0,-
- stand 31-12-2023 € 0,-

Algemene reserve grondexploitaties
Met de reserve worden algemene risico’s op het gebied van grondexploitaties opgevangen. In 2023 is € 37.000,- toegevoegd. Voor een nadere toelichting verwezen naar de paragraaf grondbeleid en voorstel resultaatbestemming. Daarnaast zal op basis van IFLO-methode via resultaatbestemming nog € 744.000,- toegevoegd worden (zie paragraaf grondbeleid).

- stand 01-01-2023 € 523.000
- stand 31-12-2023 € 560.000

Reserve generatiepact
Door het inzetten van strategische personeelsplanning wordt instroom, doorstroom en uitstroom in de organisatie bevorderd. Als ouderen minder willen werken, waarvoor zij deels gecompenseerd worden, ontstaat ruimte in de formatie en financiën om nieuwe, jongere medewerkers te werven. In 2023 is er € 41.000,- onttrokken ten gevolge van de loonverschillen in 2023.

- stand 01-01-2023 € 103.000
- stand 31-12-2023 € 62.000

Resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening
Voor een toelichting op het saldo van het overzicht van lasten en baten verwijzen wij u naar de toelichting op de resultatenrekening.

- stand 01-01-2023 € 9.177.000
- stand 31-12-2023 € 6.415.000

 

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Het verloop van de boekwaarde van voorzieningen is gespecificeerd in onderstaande tabel. Hierbij zijn de voorzieningen grondexploitaties en  dubieuze debiteuren opgenomen onder de activa, conform de regels.

voorzieningen (x € 1.000,-) boekwaarde 2023 boekwaarde 2022
a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang onzeker is, maar redelijkerwijs in te schatten is 310
b. risico's van te verwachten verplichtingen of verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten 2.596 2.224
c. te maken kosten welke strekken tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren 2.664 2.607
d. bijdragen van toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven
e. van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden 2.714 2.260
totaal voorzieningen 7.974 7.401

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de voorzieningen gedurende het jaar 2023:

verloop voorzieningen (x € 1.000,-) boekwaarde toevoegingen vrijval tgv aanwendingen boekwaarde
31-12-2022 exploitatie 31-12-2023
a. te schatten verplichtingen en verliezen:
- claim Attero 311 2 313
sub-totaal 311 2 313
b. te schatten risico's voor verplichtingen en verliezen
- wethouderspensioenen 2.083 495 123 2.455
- wachtgeld voormalige wethouders 96 20 51 25
- wachtgeld voormalig personeel
- verlofsparen 9 71 80
- risico's grondexploitatie 36 36
sub-totaal 2.224 566 20 174 2.596
c. gelijkmatige verdeling van lasten:
- onderhoud gemeentelijke gebouwen 2.088 447 167 2.368
- onderhoud wegen 518 436 659 295
- voorziening renovatie riolering
sub-totaal 2.606 883 826 2.663
d. vervangingsinvesteringen met heffingen:
niet van toepassing
sub-totaal
e. van derden verkregen middelen
- afvalstoffenheffing 212 35 177
- onderhoud riolering 2.048 490 2.538
sub-totaal 2.260 490 35 2.715
totaal verloop voorzieningen 7.401 1.941 20 1.348 7.974

In de kolom “vrijval t.g.v. exploitatie” zijn de bedragen opgenomen welke enerzijds ten gunste van de rekening van baten en lasten zijn vrijgevallen en anderzijds dienen ter egalisatie van kosten.

In te schatten verplichtingen en verliezen
Dit betreft voorzieningen wegens verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch wel redelijkerwijs is in te schatten.

Voorziening claim Attero
De Hoge Raad heeft op 7 maart 2023 uitspraak gedaan over de minderlevering restafval 2015-januari 2017. Dit is voor de gemeente(n) in het nadeel uitgevallen. Het uiteindelijke gevolg van de uitspraak is dat de procedure met betrekking tot de naheffing over de jaren 2015-2017 tussen Attero en de Vereniging van Contractanten (VvC) tot een definitief einde is gekomen en dat Attero weer aanspraak kan maken op de in de tweede arbitrage toegekende suppletievergoedingen, en wel per direct. De uitspraak van de Hoge Raad is definitief en hier is geen verweer meer tegen mogelijk. Op basis van een concept berekening van de Metropoolregio (procentueel aandeel van het tekort van de leveringen) hadden wij in de jaarstukken  2022 hiervoor een voorziening gevormd van € 311.000,-. Het Algemeen Bestuur van de Metropoolregio heeft in december 2023 de verdeling over de gemeenten definitief vastgesteld op de verdeling per tonnage. Dit heeft geleid tot een aanvullende dotatie van ca € 2.000,-. In 2023 is € 313.000,- betaalbaar gesteld. waarmee de claim definitief afgewikkeld is.

- stand 01-01-2023 € 311.000
- stand 31-12-2023 € 0

Risicovoorziening
Dit betreft voorzieningen wegens op balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of risico’s. Tevens is er sprake van voorzieningen op oninbare vorderingen en voorziene exploitatierisico’s voor de grondexploitatie. De voorziening exploitatierisico’s grondexploitatie is ten gunste van de betreffende grondexploitatie gebracht.

Voorziening wethouderspensioenen
Deze voorziening dient ter dekking van de pensioenuitkeringen van (voormalig) wethouders en hun nabestaanden, die recht hebben op een pensioenuitkering. Jaarlijks wordt door een gespecialiseerd bureau een actuariële berekening  (met een rekenrente van 3,16% (2022: 2,472%) van het benodigde bedrag gemaakt. Voor gepensioneerden en niet-gepensioneerden zijn dezelfde grondslagen gehanteerd. In de berekeningen zijn de niet ingegane pensioenen herrekend naar de huidige AOW-leeftijd. De niet ingegane pensioenen zijn herrekend naar de huidige AOW-leeftijden. Dit heeft geleid tot een eenmalige dotatie  van € 495.000,-. Ten laste van de voorziening werd € 123.000,- pensioen verstrekt.

- stand 01-01-2023 € 2.083.000
- stand 31-12-2023 € 2.455.000

Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalige wethouders
Het opbouwen van vermogen voor het kunnen dekken van de kosten verbonden aan de rechtspositie van voormalige wethouders in termen van wachtgeld. In 2023 is eenmalig € 20.000,- vrij gevallen wegens benoeming tot vervangende wethouder en is er € 51.000,- uitgekeerd aan de voormalige wethouder. 

- stand 01-01-2023 € 96.000
- stand 31-12-2023

€ 25.000

Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalig personeel
 De gemeente is eigen risicodrager ten aanzien van het wachtgeld.  Het opbouwen van vermogen voor het kunnen dekken van de wachtgeldverplichtingen van voormalige medewerker(s). In 2023 zijn er geen verplichtingen geweest.

- stand 01-01-2023 € 0
- stand 31-12-2023 € 0

Voorziening verlofsparen
Medewerkers kunnen vanaf 1 januari 2022 conform cao 'verlofsparen'. Met dit 'verlofsparen' kunnen medewerkers passend bij hun levensfase hun bovenwettelijke vakantie-uren inzetten op een manier die aansluit bij hun persoonlijke levens-en
carrièreplanning en uw vitaliteitsbeeld. Aangezien er bij verlofsparen sprake is van arbeidskosten gerelateerde verplichtingen die een niet voorspelbare opbouw en daarmee ook onvoorspelbare afbouw kennen, dient hier op grond van het BBV een voorziening voor gevormd te worden. In 2023 is er eenma
lig € 71.000,- gedoteerd.

- stand 01-01-2023 € 9.000
- stand 31-12-2023 € 80.000

Voorziening nog te maken kosten Wijer-De Kuil
Nog te maken kosten van het financieel afgewikkeld plan Wijer-De Kuil. In 2023 hebben er nog geen mutaties plaatsgevonden.

- stand 01-01-2023 € 36.000
- stand 31-12-2023 € 36.000

Egalisatievoorzieningen
Deze voorzieningen worden gevormd wegens kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of daaraan voorafgaand en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal jaren. Het betreft voorzieningen waaraan beheerplannen zijn gekoppeld. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen wordt de stand van de beheerplannen toegelicht.

Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen
Deze voorziening is gevormd ten behoeve van een gelijkmatige verdeling van de lasten van groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen over een aantal begrotingsjaren. Vanuit de exploitatie is € 447.000,- toegevoegd en zijn de onderhoudsuitgaven van € 167.000,- direct ten laste van de voorziening geboekt. 

- stand 01-01-2023 € 2.088.000
- stand 31-12-2023

€ 2.368.000

Op basis van een voortschrijdende onderhoudscyclus van 10 jaar zijn de financiële consequenties in beeld gebracht en vertaald in de jaarrekening.

Voorziening onderhoud wegen
Deze voorziening is gevormd ten behoeve van een gelijkmatige verdeling van de (groot) onderhoudslasten van wegen, straten en pleinen over een aantal begrotingsjaren. Vanuit de exploitatie is € 436.000,- toegevoegd en zijn de onderhoudsuitgaven van € 659.000,- direct ten laste van de voorziening gebracht.

- stand 01-01-2023 € 518.000
- stand 31-12-2023 € 295.000

Van derden verkregen middelen

Voorziening egalisatie afvalstoffenheffing
Het egaliseren van het saldo lasten/baten dat in een bepaald jaar ontstaat in de afvalverwijdering, alsmede het meerjarig opvangen van schommelingen in de tarieven voor de afvalstoffenheffing. De vermeerdering betreft de verrekening van het negatieve exploitatieresultaat op het taakveld afvalverwijdering (€ 35.000,-). 

- stand 01-01-2023 € 212.000
- stand 31-12-2023 € 177.000

Voorziening egalisatie riolering
Het egaliseren van het saldo lasten/baten dat in een bepaald jaar ontstaat in de riolering, alsmede het meerjarig opvangen van schommelingen in de tarieven voor de rioolheffingen. Het positieve exploitatiesaldo van € 490.000,- van het taakveld riolering is toegevoegd aan de voorziening. Ingevolge art 44 lid 2 van het BBV wordt de voorziening verplicht gevormd uit geheven / ontvangen specifieke bijdragen van de burger. Het zijn gelden die aan betreffende taak moeten worden besteed dan wel aan de burger moeten worden teruggegeven.

- stand 01-01-2023 € 2.048.000
- stand 31-12-2023 € 2.538.000

 

Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

Terug naar navigatie - Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

Dit betreft schulden aan derden met een looptijd langer dan één jaar en waarborgsommen.  De onderverdeling van de in de balans opgenomen vaste schulden is als volgt:

vaste schulden (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. Obligatieleningen
b. Onderhandse leningen:
- binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
- binnenlandse banken en overige financiële instellingen 61.340 66.749
- binnenlandse bedrijven
- openbare lichamen als bedoeld in art. 1, ond.a , van de Wet financiering decentrale overheden
- overige binnenlandse sectoren
- buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
61.340 66.749
c. Door derden belegde leningen
d. Waarborgsommen 10 12
e. Overige leningen
totaal vaste schulden 61.350 66.761

In onderstaand overzicht wordt het verloop van de vaste schulden in 2023 aangegeven.

verloop vaste schulden (x € 1.000,-) boekwaarde vermeerde- aflossingen boekwaarde
31-12-2022 ringen 31-12-2023
a. Obligatieleningen
b. Onderhandse leningen:
- binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
- binnenlandse banken en overige financiële instellingen 66.749 5.409 61.340
- binnenlandse bedrijven
- openbare lichamen als bedoeld in art. 1, onderdeel a , van de Wet financiering
decentrale overheden
- overige binnenlandse sectoren
- buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
66.749 5.409 61.340
c. Door derden belegde gelden:
d. Waarborgsommen 12 2 10
e. Overige leningen
totaal verloop vaste schulden 66.761 5.411 61.350

Het gemiddelde rentepercentage over het leningensaldo aan het einde van 2023 bedraagt 0,76% (2022: 0,80%) . De rentelast over alle onderhandse leningen bedraagt € 465.000,- (2022: € 534.000,-).

Vlottende passiva

Terug naar navigatie - Vlottende passiva

De vlottende passiva bestaan uit crediteuren (netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar) en overlopende passiva. Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:

vlottende passiva (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 6.979 4.244
b. Overlopende passiva 7.899 6.671
totaal vlottende passiva 14.878 10.915

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Terug naar navigatie - Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden:

verloop netto-vlottende schulden (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen als bedoeld in art.1, ond. a. van de Wet fido
b. Overige kasgeldleningen
c. Banksaldi
d. Overige schulden 6.525 4.046
- Maatschappelijke Dienstverlening overige schulden 454 198
totaal verloop netto-vlottende schulden 6.979 4.244

Bij de post overige schulden is het crediteurensaldo (inclusief sociale zaken / rijk) van € 6.525.000,- (2022: € 4.046.000,-) begrepen. Het betreft bedragen die de gemeente nog moet betalen aan verschillende leveranciers.

Overlopende passiva

Terug naar navigatie - Overlopende passiva

De overlopende passiva zijn verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn ontstaan en die in het volgend begrotingsjaar tot een betaling komen. Daarnaast is dit het saldo van ontvangen en bestede bedragen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten in het volgend begrotingsjaar. De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt:

overlopende passiva (x € 1.000,-) boekwaarde boekwaarde
31-12-2023 31-12-2022
a. Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend
begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende
arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbare volume 1.216 1.938
- Maatschappelijke Dienstverlening nog te betalen 2.864 2.810
- Gemeente nog te betalen aan MD / KempenPlus
4.080 4.748
b. De voorschotbedragen voor uitkeringen met een speciefiek bestedingsdoel die dienen
ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, ontvangen van (art 49, lid 2):
- Europese overheidslichamen
- het Rijk 2.372 1.557
c. Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen 1.450 366
Totaal 7.902 6.671

De in de balans opgenomen van EU, Rijk en provincies ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren kunnen als volgt worden gespecificeerd:

specificatie van Europese en Nederlandse overheidslichamen saldo per ontvangen bestede vrijgevallen saldo per
ontvangen bedragen voor specifieke uitkeringen ( x € 1.000,-) 31-12-2022 bedragen bedragen bedragen 31-12-2023
1. Europses overheidslichamen
2. het Rijk 1.557 814 2.371
3. overige Nederlandse overheidslichamen
totaal 1.557 814 2.371

Specificatie van de specifieke uitkeringen van het Rijk. 

Ministerie ( x € 1.000,-) Specifieke uitkering boekwaarde
31-12-2023
Binnenlandse zaken Aanpak energiearmoede 193
Binnenlandse zaken Bouwimpuls 165
Dienst Ondernemend Nederland Capaciteit energietransitie 141
Dienst Ondernemend Nederland Nationaal Isolatieprogramma 428
Dienst Ondernemend Nederland Ventilatie scholen ivm corona 207
Justitie en Veiligheid Opvang Oekraïeners 58
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Covid gerelateerde onderwijsvertraging 419
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OAB 2022 101
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OAB 2023 52
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Onderwijsroute 2023 13
Sociale zaken Tozo 2021 43
Sociale zaken Transitiekosten Den Tref 189
Volksgezondheid, Welzijn en Sport Brede spuk 46
Volksgezondheid, Welzijn en Sport Preventieakkoord 15
Volksgezondheid, Welzijn en Sport SPUK sport 2023 301
Totaal 2.371

Aan natuurlijke en rechtspersonen verstrekte borgstellingen of garantstellingen

Terug naar navigatie - Aan natuurlijke en rechtspersonen verstrekte borgstellingen of garantstellingen

Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. In het kader van de verleende borg- en garantstellingen is in 2023 geen beroep gedaan op Bladel als gevolg van verleende borg- en garantstellingen. De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd:

verloop garantiestellingen (x € 1.000,-) oospronkelijk percentage restant restant
bedrag borgstelling 31-12-2023 31-12-2022
1. Woningstichting de Zaligheden 49.000 achtervang 48.121 48.472
2. Wooninc. 315 achtervang 212 227
3. Stichting Open Muziekcentum Bladel 100 100% 44 48
totaal verloop garantiestellingen 49.415 48.377 48.747

Emu-saldo

Emu-saldo

Terug naar navigatie - Emu-saldo

Bij de invoering van de euro in de Europese Unie is afgesproken dat het begrotingstekort per deelnemend land beperkt moet blijven tot 3%. De overheidsschuld (EMU-schuld) van een land is de totale schuld (uitstaande leningen) van de overheid (de Rijksoverheid, de sociale fondsen en de decentrale overheden zoals gemeenten en provincies). Het begrotingssaldo (EMU-saldo) is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de overheid in een bepaald jaar. Er kan een tekort of een overschot op de begroting zijn. De EMU-schuld wordt aangeduid in een percentage van het bruto binnenlands product (BBP): de zogenaamde EMU-schuldquote.
De EMU-tekortruimte voor gemeenten in 2023 is vastgesteld op -/- 0,34% BBP. De individuele EMU-referentiewaarde is geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat de gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft.

Omschrijving x € 1000,-
1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 0 +
2. Mutatie (im)materiële vaste activa 13.838 -
3. Mutatie voorzieningen 608 +
4. Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) 2.326 -
5. Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa 0 -
Berekend EMU-saldo -15.556

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen

Niet uit de balans blijkende belangrijke rechten en verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende belangrijke rechten en verplichtingen

De gemeente heeft diverse verplichtingen, die niet in de balans mogen / kunnen worden opgenomen. De belangrijkste geven we hieronder aan. Wat belangrijke verplichtingen zijn is primair ter beoordeling van de gemeente.

De gemeente is voor een aantal toekomstige jaren verbonden aan verschillende, niet uit de balans blijkende, financiële verplichtingen. Artikel 53 van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) verplicht de gemeente daarom in de toelichting op de balans inzicht te geven in de onderstaande financiële verplichtingen waaraan de gemeente is verbonden:
• financiële verplichtingen die consequenties hebben voor toekomstige jaren.
• specificaties van de eventueel gehanteerde financiële derivaten.

Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste van deze toekomstige rechten en verplichtingen:

- Meerjaren (welzijns)subsidies en huurovereenkomsten:
De gemeente heeft met diverse partijen meerjarige contracten en overeenkomsten afgesloten waaruit financiële verplichtingen kunnen voortvloeien die niet uit de balans blijken. De financiële consequenties van al deze verplichtingen zijn structureel gedekt in de meerjarenbegroting.

- Participatiewet
De uitvoering van de Participatiewet blijft ondergebracht bij KempenPlus. De financiële consequenties van al deze verplichtingen zijn structureel gedekt in de meerjarenbegroting.

Eigen bijdrage op grond van de Wmo
Een aanvrager van een voorziening op grond van de WLZ en de WMO (zoals hulp in de huishouding, begeleiding, hulp- en vervoersmiddelen of beschermd wonen) is op grond van de Wmo een bijdrage verschuldigd. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage wordt uitgevoerd door het CAK. De informatie van het CAK (om privacyredenen beperkt) is ontoereikend om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen. 

- Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
Voor de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van gelijke omvang heeft de gemeente geen voorziening getroffen. Uitgangspunt is het BBV waarin staat voorgeschreven dat voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met een jaarlijks vergelijkbaar volume geen verplichting mag worden opgenomen. Jaarlijks wordt een inventarisatie gemaakt van de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen en wordt bezien of deze verplichtingen van vergelijkbaar of niet-vergelijkbaar volume zijn. Voor de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van niet-gelijke omvang en overmatige verlofsaldi heeft de gemeente wel voorzieningen getroffen.

- Juridische procedures
Inzake de lopende juridische procedures is een inschatting gedaan van de mogelijke financiële impact voor de gemeente. Op basis van deze inschatting worden geen materiele nadelige effecten verwacht en is er geen voorziening gevormd.

Gebeurtenissen na balansdatum
Het bestuur van Kempisch Bedrijvenpark (KBP) is op dit moment voorbereidingen aan het treffen om te komen tot een liquidatieplan per 31 december 2023. Nadat het algemeen bestuur van het KBP hiertoe besloten heeft kunnen we waarschijnlijk nog een winstuitkering in 2024 tegemoet zien.