2. Lokale heffingen

Voorwoord

Terug naar navigatie - Voorwoord

Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen. Het heffen van lokale belastingen en heffingen stelt de gemeente in staat om maatschappelijke voorzieningen op een evenwichtige wijze in stand te houden. 

De wet geeft duidelijke kaders aan voor de heffing, invordering en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Gemeentelijke heffingen kunnen daarnaast worden onderscheiden in ongebonden heffingen en heffingen die gebonden zijn aan bepaalde leveringen en diensten van de gemeente. Ongebonden heffingen (belastingen) behoren tot de algemene dekkingsmiddelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten van deze belastingen niet voor een specifiek en wettelijk bepaald doel maar voor alle ge-meentelijke taken en voorzieningen mogen worden ingezet. 
Voor de gebonden heffingen is er wel sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taak. Onze dienstverlening dient kostendekkend te zijn. Ook de Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting beschouwen we als een gebonden heffing, omdat de opgelegde belastingen één-op-één doorbetaald worden aan de ondernemers (OVB) en de vertegenwoordiging van de eigenaren.

- Onroerende zaakbelastingen

Terug naar navigatie - - Onroerende zaakbelastingen

We heffen op grond van artikel 220 van de Gemeentewet directe belastingen op de onroerende zaken die binnen de gemeente liggen, de zogenaamde onroerendezaakbelastingen (OZB) en zijn  onder te verdelen in drie categorieën:
1. Belasting op het gebruik van niet-woningen;
2. Belasting op het bezit van niet-woningen en
3. Belasting op het bezit van woningen.

De heffingsgrondslag is de vastgestelde economische waarde naar de peildatum 1 januari 2022. We rekenden, op basis van informatie van de Waarderingskamer (wettelijke toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ), met een gemiddelde  waardeontwikkeling van 15,0% voor woningen en 1,0% voor de niet-woningen. Bij een waardestijging verlagen we het tarief OZB om niet meer dan de gewenste totaalopbrengst te genereren. Dit uitgangspunt werkt uiteraard ook andersom. Wanneer de WOZ waarde daalt, moeten we met een hoger tarief de begrote totaalopbrengst behalen. Hierna werd aanvankelijk een inflatiecorrectie van 4,60% toegepast. Middels een unaniem aangenomen amendement is deze inflatiecorrectie echter volledig geschrapt. Dit betekent dat alleen de areaaluitbreiding heeft geleid tot een hogere opbrengst. 

Er zijn 701 formele bezwaren tegen de WOZ-waarde van onroerende zaken in de WOZ-beschikkingen binnengekomen tegen waardepeildatum 1 januari 2022. Hiervan moeten nog 15 bezwaren afgewikkeld worden. In 383 (55,83%) van de gevallen betrof het bezwaren van no cure no pay bureaus. Van de bezwaarschriften tegen de WOZ-beschikking is 26,09% (2022: 22,78%) gegrond en 73,91% (2022: 77,22%) ongegrond verklaard. Het gevolg hiervan is dat aanslagen worden aangepast. In de raming is rekening gehouden met het toekennen van bezwaren. 

 De OZB-opbrengst was pro saldo ca € 136.000,- lager dan geraamd. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door meer leegstand van bedrijfsgebouwen dan waar we rekening mee hebben gehouden. De navolgende opbrengsten werden gerealiseerd:

Onroerende-zaakbelasting (€) Werkelijk 2022 Begroot 2023 Werkelijk 2023 Verschil
Eigenaar woningen 2.598.000 2.559.000 2.547.000 -12.000
Eigenaar niet-woningen 1.235.000 1.213.000 1.203.000 -10.000
Gebruiker niet-woningen 926.000 1.025.000 911.000 -114.000
Totaal onroerende zaakbelastingen 4.759.000 4.797.000 4.661.000 -136.000
(- = nadeel en + = voordeel)

- Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - - Toeristenbelasting

Via de exploitanten van recreatieve ondernemingen wordt een toeristenbelasting geheven van personen die in de gemeente Bladel verblijven maar niet zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisregistratie personen. De toeristenbelasting kan worden gezien als een bijdrage in de kosten van de (algemene) voorzieningen die de gemeente treft. Het tarief voor 2023 werd voor verblijf in vaste onderkomens vastgesteld op € 1,77 per overnachting (2022: € 1,66) en voor het verblijf in mobiele onderkomens op € 1,67 (2022: € 1,56). Met ingang van 2022 worden arbeidsmigranten ook betrokken in de heffing van de toeristenbelasting. In afwijking van het geldende tarief bedraagt het tarief voor het verblijf in huisvesting waarvan de huisvester gecertificeerd is door en ingeschreven is in het register van de Stichting Normering Flexwonen per persoon, per overnachting 50%, van het geldende tarief.

Op verschillende manieren is in 2023 onderzoek gedaan naar de verblijfplaatsen van arbeidsmigranten in de gemeente Bladel die niet zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen. De daaruit naar voren gekomen objecten zijn bezocht en de eigenaren dan wel gebruikers zijn schriftelijk verzocht aangifte te doen. Op basis van de ontvangen aangiften zijn inmiddels aanslagen opgesteld en verzonden, waarvan er een aantal ook reeds zijn betaald. Indien verzuimd wordt om de aangifte in te vullen dient een juridisch traject te worden doorlopen om alsnog een aangifte van het aantal overnachtingen te krijgen. Indien een aangifte dan nog steeds uitblijft kan uiteindelijk een ambtshalve bepaalde aanslag worden opgelegd. Het juridische traject om een aangifte af te dwingen vergt enige tijd. Daarnaast is bezwaar en beroep mogelijk tegen (ambtshalve opgelegde) aanslagen. Op dit moment kan daarom geen uitsluitsel worden gegeven over de definitieve opbrengst van de toeristenbelasting vanuit arbeidsmigranten.

De opbrengst van de toeristenbelasting 2023 is gebaseerd op een ontvangen prognose van het aantal overnachtingen voor 2023 van de grootste ondernemer in onze gemeente aangevuld met een inschatting van het aantal overnachtingen voor de overige verblijfsaccommodaties en campings op basis van het aantal overnachtingen in 2023. Dit leidt pro saldo tot een hogere opbrengst van € 140.000,-. Daarnaast zijn er over 2022 nog aanvullende aanslagen opgelegd hetgeen resulteerde in een hogere opbrengst van € 63.000,- ten opzichte van de geraamde opbrengst. Deze extra opbrengt komt doordat de definitieve aanslagen over 2022 die we oplegden in 2023 uiteindelijk hoger uitkwamen dan verwacht.

De navolgende opbrengsten werden gerealiseerd:

Toeristenbelasting (€) Werkelijk 2022 Begroot 2023 Werkelijk 2023 Verschil
Toeristenbelasting 1.344.000 1.380.000 1.520.000 140.000
Toeristenbelasting afwikkeling vorige jaren 54.000 -16.000 47.000 63.000
Totaal toeristenbelasting 1.398.000 1.364.000 1.567.000 203.000
(- = nadeel en + = voordeel)

Gebonden heffingen

Terug naar navigatie - Gebonden heffingen

Onder de gebonden heffingen worden die vergoedingen begrepen waarvoor de gemeente een individuele dienst wordt geleverd. Voor heffingen waarbij kosten worden verhaald, geldt dat de gemeente er geen winst op mag maken en alleen de daadwerkelijke kosten in rekening mag brengen. De kostendekkendheid is het percentage van de geraamde lasten ten opzichte van de geraamde baten.

Toerekening overhead aan tarieven
De grondslagen voor de toerekening van overhead zijn in de 'Financiële verordening gemeente Bladel 2023' vastgelegd. De toerekening van overhead aan de heffingen geschiedt op basis van een opslag met een vast percentage. Het percentage wordt vastgesteld met de formule: (totale kosten overhead / omvang totale personeelslasten inclusief totale kosten overhead) x 100%. Het is een eenvoudige methode om de overhead toe te rekenen aan de doorbelaste loonkosten. Op basis van de cijfers uit de begroting 2022 bedraagt deze opslag 65% (afgerond). Met deze opslag benaderen we dan de integrale kostprijs.

BTW wordt meegerekend in tarieven
De btw speelt bij de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de leges een speciale rol omdat wij in de kosten, die we via die heffingen verhalen, ook de te betalen btw mogen meerekenen. Die betaalde btw is weliswaar verhaalbaar via het BTW-compensatiefonds, maar omdat dat fonds wordt gevoed vanuit het gemeentefonds (uitname), is dat feitelijk een ‘sigaar uit eigen doos’. Ter compensatie daarvan loopt de btw dus mee in de kosten, die via de betreffende heffingen worden verhaald. Daardoor zijn in de jaarrekening de werkelijke baten ook hoger dan de werkelijke corresponderende lasten.

- Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting

Terug naar navigatie - - Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting

Voor een toekomstbestendig koopcentrum in Bladel is behoefte aan een structurele samenwerking tussen publieke en private partijen, op basis van gelijkwaardigheid en met een gezamenlijke inzet van middelen. De BIZ belasting maakt het mogelijk voor ondernemers om gezamenlijk te investeren in een aantrekkelijke bedrijfsomgeving door het bevorderen van de leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander publiek belang in de openbare ruimte van het BIZ-gebied.

De navolgende opbrengsten en lasten worden gerealiseerd:

Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting (€) Werkelijk 2022 Begroot 2023 Werkelijk 2023 Verschil
Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting 77.000 95.000 93.000 -2.000
Doorbetaling Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting -77.000 -95.000 -93.000 2.000
Totaal BIZ
(- = nadeel en + = voordeel)

- Rioolheffing

Terug naar navigatie - - Rioolheffing

Op grond van artikel 228a van de Gemeentewet wordt een rioolheffing geheven. De rioolheffing wordt opgelegd aan de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect via de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De tarieven voor de rioolheffing zijn in 2023 voor 4-persoonshuishouden gestegen met 3,64% en voor 2-persoonshuishouden met 3,41%. Het positieve resultaat wordt verrekend met de egalisatievoorziening riolering.  

Kostendekkendheid rioolheffing (€) taakveld Werkelijk 2022 Begroot 2023 Werkelijk 2023 Verschil
Kosten taakveld riolering 7.2 -1.395.000 -1.780.000 -1.428.000 352.000
Kosten taakveld inkomensregelingen 6.3 -23.000 -17.000 -21.000 -4.000
Inkomsten taakveld riolering (exclusief heffingen) 7.2 33.000 24.000 23.000 -1.000
Netto kosten taakveld riolering -1.385.000 -1.773.000 -1.426.000 347.000
Toegerekende kosten:
Overhead (inclusief rente omslag) 0.4 -46.000 -160.000 -121.000 39.000
BTW -212.000 -181.000 -145.000 36.000
Egalisatie taakveld riolering 7.2 -407.000 -61.000 -490.000 -429.000
Totale kosten taakveld riolering -2.050.000 -2.175.000 -2.182.000 -7.000
Opbrengst heffingen 7.2 2.050.000 2.175.000 2.182.000 7.000
Dekkingspercentage 100% 100% 100%
(- = nadeel en + = voordeel)

- Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - - Afvalstoffenheffing

De kosten van inzameling en verwerking van huishoudelijk afval worden in Bladel in rekening gebracht via een afvalstoffenheffing, waarbij het tarief afhangt van de omvang van het huishouden. De opbrengst van de afvalstoffenheffing behoort niet tot de algemene middelen, maar wordt gebruikt om de kosten te dekken van de afvalinzameling en -verwerking. Het uitgangspunt hierbij is dat de tarieven voor 100% kostendekkend zijn.

De tarieven voor afvalstoffenheffing zijn in 2023 voor 4-persoonshuishouden gestegen met 9,62% en voor 2-persoonshuishouden met 7,43%. Het negatieve resultaat wordt verrekend met de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing. 

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing (€) taakveld Werkelijk 2022 Begroot 2023 Werkelijk 2023 Verschil
Kosten taakveld afval 7.3 -1.781.000 -1.798.000 -1.793.000 5.000
Inkomsten taakveld afval (exclusief heffingen) 7.3 788.000 856.000 930.000 74.000
Kosten taakveld verkeer en vervoer 2.1 -52.000 -52.000 -52.000
Kosten taakveld inkomensregelingen 6.3 -23.000 -14.000 -20.000 -6.000
Netto kosten taakveld -1.068.000 -1.008.000 -935.000 73.000
Toegerekende kosten:
Overhead (inclusief rente omslag) 0.4 -65.000 -169.000 -261.000 -92.000
BTW -307.000 -367.000 -297.000 70.000
Egalisatie taakveld afval 7.3 96.000 75.000 35.000 -40.000
Totale kosten taakveld afval -1.344.000 -1.469.000 -1.458.000 11.000
Opbrengst heffingen 7.3 1.344.000 1.469.000 1.458.000 -11.000
Dekkingspercentage 100% 100% 100%
(- = nadeel en + = voordeel)

- Leges

Terug naar navigatie - - Leges

De gemeente heft leges voor de door de gemeente verstrekte diensten. Het gaat om het verhalen van de kosten die de gemeente maakt voor de dienstverlening aan individuele burgers en bedrijven. Voorbeelden daarvan zijn o.a. leges voor de aanvraag van vergunningen, voor aanvraag van paspoorten en rijbewijzen e.d. Ook bij de leges is het uitgangspunt dat de tarieven voor 100% kostendekkend zijn in de begroting.  Mede door de lagere legesopbrengsten is dit beleidsuitgangspunt niet gerealiseerd.

De navolgende opbrengsten en lasten worden gerealiseerd:

leges (€) taakveld Werkelijk 2022 Begroot 2023 Werkelijk 2023 Verschil
Kosten taakveld burgerzaken 0.2 -263.000 -339.000 -265.000 74.000
Kosten taakveld burgerzaken 1.2 -32.000 -29.000 -21.000 8.000
Kosten taakveld verkeer en vervoer 2.1 -22.000 -21.000 -26.000 -5.000
Kosten taakveld samenkracht en participatie 6.1 -30.000 -57.000 -39.000 18.000
Kosten taakveld wonen en bouwen 8.3 -974.000 -739.000 -758.000 -19.000
Netto kosten taakvelden -1.321.000 -1.185.000 -1.109.000 76.000
Toegerekende kosten:
Overhead (inclusief rente omslag) 0.4 -359.000 -688.000 -475.000 213.000
BTW -87.000 -45.000 -48.000 -3.000
Totale kosten taakvelden -1.767.000 -1.918.000 -1.632.000 286.000
Opbrengst leges titel I t/m III 2.133.000 1.009.000 871.000 -138.000
Dekkingspercentage 121% 53% 53% 148.000
(- = nadeel en + = voordeel)

Leges nadere analyse

Terug naar navigatie - Leges nadere analyse

De werkelijke legesopbrengsten (inclusief rijksleges) waren in 2023 per saldo € 138.000,- minder dan de geraamde opbrengst. We lichten de belangrijkste afwijkingen van de opbrengsten onderstaand nader toe:

Bevolkingsleges (inclusief rijksleges) (taakveld 0.2, 0.4, 2.1 en 6.1)
De netto opbrengst bevolkingsleges laat zich moeilijk ramen omdat de opbrengst sterk afhankelijk is van het aantal verstrekkingen van o.a. reisdocumenten, rijbewijzen, eigen verklaringen, huwelijksvoltrekkingen e.d.. De gerealiseerde opbrengst begeeft zich in totaliteit onder het niveau van de geraamde opbrengsten. Het is een resultante van minder afgegeven reisdocumenten en een lagere opbrengst leges kabels en leidingen.

Leges omgevingsvergunningen (taakveld 8.1 en 8.3)
De werkelijke opbrengst leges omgevingsvergunningen, vrijstellingen en schetsplannen laat in 2023 een lagere opbrengst zien van circa € 93.000,-. Dit wordt met name veroorzaakt doordat een aantal grote omgevingsvergunningen ter plaatse van het KBP nog niet in 2023 vergund zijn.  

Leges bijzondere wetten (taakveld 1.2)
Met betrekking tot bijzondere wetten zijn geen bijzonderheden te vermelden. De legesopbrengst begeeft zich nagenoeg op het begrote niveau. 

De navolgende opbrengsten werden gerealiseerd:

opbrengst leges (€) taakveld Werkelijk 2022 Begroot 2023 Werkelijk 2023 Verschil
Titel I: Secretarieleges (inclusief rijksleges) 0.2 278.000 290.000 266.000 -24.000
Titel I: Secretarieleges (inclusief rijksleges) 0.4 1.000
Titel I: Secretarieleges (inclusief rijksleges) 2.1 83.000 168.000 148.000 -20.000
Titel I: Secretarieleges (inclusief rijksleges) 6.1 4.000 4.000 4.000
Titel II: Leges omgevingsvergunningen 8.1 6.000 8.000 5.000 -3.000
Titel II: Leges omgevingsvergunningen 8.3 1.751.000 526.000 436.000 -90.000
Titel III: Leges bijzondere wetten 1.2 10.000 13.000 12.000 -1.000
Totaal leges 2.133.000 1.009.000 871.000 -138.000
(- = nadeel en + = voordeel)

Gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

Voor de meeste inwoners van onze gemeente levert het betalen van de gemeentelijke belastingen en heffingen geen probleem op. Er zijn echter ook personen voor wie de betaling van de gemeentelijke belastingen een buitengewone inspanning betekent. Voor hen is er de mogelijkheid om een beroep te doen op de kwijtscheldingsregeling die in de gemeente wordt toegepast. De gemeente heeft beperkte beleidsvrijheid, aangezien deze sterk is gekoppeld aan normen die door het Rijk worden opgelegd. Bij besluit van 20 december 2001 heeft uw raad de “kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen” vastgesteld. Deze regeling heeft uitsluitend betrekking op de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

De kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing bedroeg in 2023 € 20.000,- en voor de rioolheffing € 21.000,-. De totale kwijtschelding bedraagt derhalve € 41.000,- (2022: €46.000,-).

Aanslagoplegging gemeentelijke belastingen 2023

Terug naar navigatie - Aanslagoplegging gemeentelijke belastingen 2023

Voor belastingjaar 2023 hebben we gekozen voor één gecombineerde aanslag gemeentelijke belasting die eind februari 2023 werd opgelegd met daarop:
- de WOZ-beschikking                                                        - de aanslag onroerende-zaakbelastingen
- het vastrecht afvalstoffenheffing                             - het vastrecht rioolheffing
- BIZ-belasting voor eigenaren en gebruikers     - het variabele tarief afvalstoffenheffing 2021 (diftar)

Bij het betalen van de gecombineerde aanslag via automatisch incasso wordt uitgegaan van 10 termijnen. Voor diegene die geen gebruik maken van het automatisch incasso blijft het aantal betaaltermijnen 2. 

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

Gemiddeld daalde de belastingdruk voor 2-persoonshuishouden met 2,79% en voor 4-persoonshuishouden met 3,51%. Hieronder wordt de lastendruk 2023 ten opzichte van 2022 weergegeven:

Ontwikkeling belastingdruk twee persoonshuishouden (€) Tarief 2022 Tarief 2023 perc.
Onroerende zaakbelasting: eigenaar woningen op basis van gemiddelde waarde 297,00 297,00
Afvalstoffenheffing op basis van 9 ledigingen (5 GFT en 4 restafval) 154,97 166,49 7,43%
Rioolheffing op basis van twee persoonshuishouden 176,00 182,00 3,41%
Totaal per 2 persoonshuishouden 627,97 645,49 2,79%
Ontwikkeling belastingdruk vier persoonshuishouden (€) Tarief 2022 Tarief 2023 perc.
Onroerende zaakbelasting: eigenaar woningen op basis van gemiddelde waarde 297,00 297,00
Afvalstoffenheffing op basis van 11 ledigingen (6 GFT en 5 restafval) 164,71 180,55 9,62%
Rioolheffing op basis van vier persoonshuishouden 275,00 285,00 3,64%
Totaal per 4 persoonshuishouden 736,71 762,55 3,51%