1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Beleid voor risicomanagement

Terug naar navigatie - Beleid voor risicomanagement

De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in: 
•    de mate waarin de gemeente belangrijke financiële risico’s loopt;
•    de financiële buffer (weerstandsvermogen) die zij daarvoor achter de hand heeft.

Voor een beoordeling van het weerstandsvermogen worden in deze paragraaf de bedoelde risico’s geconfronteerd met de aanwezige weerstandscapaciteit. 

In  de op 25 maart 2021 vastgestelde nota 'reserves en voorzieningen 2021" is het eigenstandig risicoprofiel als normatief kader voor de omvang van algemene reserve bepaald op de gemiddelde omvang van de geïnventariseerde risico's. De ratio weerstandsvermogen c.q. algemene reserve wordt uitgedrukt als de verhouding tussen de algemene reserve en het gemiddelde van de geïnventariseerde risico’s. We sturen op de aanwezigheid van een ratio weerstandsvermogen binnen de grenzen van de waardering 3 (voldoende) in de bandbreedte van >1,0 tot <1,4. 

Waarderingsschaal Ratio weerstandsvermogen Betekenis
1 x > 2,0 Uitstekend
2 1,4 < x < 2,0 Ruim voldoende
3 1,0 < x < 1,4 Voldoende
4 0,8 < x < 1,0 Matig
5 0,6 < x < 0,8 Onvoldoende
6 x < 0,6 Ruim onvoldoende

Risico-inventarisatie

Terug naar navigatie - Risico-inventarisatie

Indien een redelijke inschatting van het gewenste weerstandsvermogen kan worden gegeven, kan hieruit een indicatie voor de gezondheid en flexibiliteit van de gemeentelijke financiën op de korte én langere termijn worden gegeven. Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, wordt de relatie gelegd tussen de gemiddelde omvang van de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste omvang van de algemene reserve. Het beschikbare weerstandsvermogen is tenminste even groot als de omvang van het bepaalde risicoprofiel. De gewenste omvang van het weerstandsvermogen moet zich tenminste op de waardering 3 (voldoende) begeven.

De financiële risico’s worden hierna per programma nader toegelicht. Voor elk risico is een inschatting gemaakt van de kans dat de aangegeven gebeurtenis zou kunnen optreden. Hierbij worden drie categorieën onderscheiden, namelijk ‘laag’, ‘midden’ en ‘hoog’. Gesproken wordt van een ‘laag’ risicoprofiel  indien de kans gemiddeld voor 25% zou kunnen optreden. Een ‘midden’ risicoprofiel beweegt zich op 50% en een ‘hoog’ risicoprofiel op gemiddeld 75%. Vervolgens is een financiële indicatie opgenomen van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is. 

Programma: Bestuur en ondersteuning

- (1) Personeelsvoorzieningen
In het geval van ziekte en/of arbeidsongeschiktheid moet de gemeente als werkgever maximaal twee jaar het salaris aan de betrokken werknemer doorbetalen. Wanneer zich een geval van ziekte voordoet, waarvoor vervanging nodig is, kost dit de gemeente extra geld. Daarnaast geldt dat er binnen onze organisatie ook een behoorlijke mate van kwetsbaarheid is ten aanzien van specifieke kennis, omdat deze ingevuld worden door zgn. “éénmensfuncties”. Om alles tijdig te realiseren moet er evenwicht zijn tussen de te leveren prestaties en de beschikbare menskracht. Het is de taak van ons college om samen met het management dit evenwicht te zoeken en te handhaven. Waar dat niet mogelijk is zullen keuzes onvermijdelijk zijn. Het financieel risico wordt ingeschat op een bandbreedte van € 30.000,- tot € 60.000,-.

- (2) Risico’s op eigendommen
De gemeente Bladel wordt ook steeds meer geconfronteerd met toenemende vernielingen aan de gemeentelijke eigendommen. Daar de dader(s) vaak niet meer te achterhalen zijn kunnen de kosten van herstel niet in alle gevallen verhaald worden. Op basis van uitgevoerde risicoanalyses uit het verleden wordt dit incidenteel risico ingeschat op een bandbreedte van € 15.000 tot € 25.000,-.

- (3) Gevolgen waardering activa
De raad heeft in zijn vergadering van 25 maart 2021 het nieuwe afschrijvingsbeleid vastgesteld, waarin uitgangspunt is dat afgeschreven wordt tot een boekwaarde van € 0,-. Voor sommige vaste activa kan echter van tevoren vastgesteld worden dat sprake dient te zijn van een restwaarde, omdat een deel van het actief geacht wordt altijd zijn waarde te behouden (tot het moment van verkoop of buitengebruikstelling natuurlijk). Het hanteren van een restwaarde kan voor de langere termijn daarentegen onzekerheden geven met financiële consequenties tot gevolg. Om deze onzekerheid weg te nemen willen we hiervoor bij de bepaling van de omvang van het weerstandsvermogen een bedrag opnemen binnen een bandbreedte van € 100.000,- tot € 500.000,-. Het incidentele risicoprofiel schatten wij vooralsnog als ‘laag‘ in. 

 - (4) Informatiebeveiliging en privacy
Als gemeente hebben we te maken met gegevens en gevoelige informatie van onze inwoners. Zij verwachten dat wij zorgvuldig met deze gegevens omgaan. Gemeente Bladel moet daarom zowel bij intern gebruik als externe uitwisseling van informatie rekening houden met beveiligings- en privacyaspecten. Dat zorgt niet alleen voor betrouw-baarheid, maar ook voor een goede kwaliteit van de bedrijfsvoerings- en dienstverleningsprocessen. 
Wij voeren diverse risico-beperkende maatregelen uit, zoals jaarlijkse toetsing op naleving van wet- en regelgeving middels ENSIA (Eenduidige Normatiek Single Information Audit), het jaarlijks uitvoeren van een risico-inventarisatie en -evaluatie en het uitvoeren van Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) om informatiebeveiligings- en privacy risico’s in kaart te brengen en waar mogelijk te verkleinen. Daarnaast stelt de Informatiebeveiligingsdienst ons op de hoogte van (acute) kwetsbaarheden, ontwikkelingen en grootschalige incidenten zodat wij passende maatregelen kunnen treffen. Ondanks deze maatregelen blijft het risico bestaan dat er een informatiebeveiligings-incident of datalek plaatsvindt. Met name de digitale dreiging is verder toegenomen door de oorlog in Oekraïne en de digitalisering en meegroeiende cybercriminaliteit. (Digitale) informatiebeveiligingsincidenten en datalekken hebben een grote impact op imago, bedrijfsvoering en kunnen behoorlijk wat tijd en geld kosten.
Beveiligingsincidenten en datalekken hebben voor gemeenten het risico op imagoschade en financiële schade. Financiële schade kan voortkomen uit boetes, herstelkosten of aansprakelijkstellingen. Voor de financiële schade wordt een bedrag van € 30.000,- als risico opgenomen.

Programma: Verkeer en vervoer

- (5) Gladheidbestrijding 
De gladheidbestrijding is middels een contract ondergebracht bij een aannemer voor de duur van vijf jaren. Gladheidbestrijding is een apart werkveld en het voorspellen van de duur en hevigheid van een winterperiode is erg moeilijk. Tijdens extreme situaties, bijvoorbeeld bij (hevige) sneeuwval in combinatie met strenge vorst, moet dan ook intensiever worden geschoven en gestrooid. Derhalve zijn naast een maandelijkse vergoeding ook eenheidsprijzen in het contract opgenomen met betrekking tot het schuiven en strooien van vooraf bepaalde routes. Bij de beschikbare gestelde middelen wordt uitgegaan van normale winterse omstandigheden, wat per winterseizoen neer komt op 27 maal de vooraf bepaalde routes schuiven en strooien. Zodra sprake is van extreme situaties kunnen de meerkosten oplopen doordat vaker dan gemiddeld wordt gestrooid. Rekening houdend met extremere situaties, waarbij een toename van 35% extra werkzaamheden met betrekking tot gladheidbestrijding aannemelijk wordt geacht, is er sprake van een risico van ca. € 25.000,- aan extra kosten.

Programma: Sport, cultuur en recreatie
- (6) Natuurplagen 
Door ‘natuurplagen’ (processierupsen, kevers, luizen, rattenplagen, iep- en kastanje ziektes e.d.) zullen er in voorkomende gevallen extra onderhoudswerkzaamheden verricht moeten worden aan het openbaar groen, sportvelden en de bossen. Op basis van eerdere onderhoudswerkzaamheden wordt dit incidenteel risico bepaald binnen een bandbreedte van € 100.000,- tot € 120.000,-. Voorts wordt voor de overige calamiteiten en claims een incidenteel risico bepaald binnen een bandbreedte van ca € 20.000,- tot € 30.000,-.

Programma: Sociaal domein
(7) Uitvoering loonkostensubsidie (KempenPlus)
Vanaf 2022 is de hoogte van het budget afhankelijk van de gerealiseerde inzet van loonkostensubsidie uit het vorige jaar. In tegenstelling tot de huidige situatie wordt voor gemeenten straks een apart macrobudget voor loonkostensubsidie bepaald. Daarbij wordt rekening gehouden met de oploop als gevolg van de groei van de doelgroep. Het budget wordt jaarlijks vastgesteld op basis van realisaties uit het vorige jaar. Dit wordt ook gecorrigeerd voor de gevolgen van beleid en de loon- en prijsontwikkeling. Dit is voor gemeenten een stimulans om het budget volledig in te zetten voor het instrument loonkostensubsidie.
Tot op heden worden loonkostensubsidies betaald uit het macrobudget Participatiewet uitkeringen. Achterliggende gedachte was dat gemeenten met de inzet van loonkostensubsidie kunnen besparen op de bijstandsuitgaven. Gevolg is echter dat wanneer een gemeente zich extra inzet, hiervoor geen extra budget ontvangt. Daarnaast kunnen de lasten voor de inzet van loonkostensubsidie soms hoger zijn dan de besparing op de uitkeringslasten. Dit is bijvoorbeeld het geval bij plaatsing van een niet uitkeringsgerechtigde of bij mensen met een lage loonwaar-de. We schatten het risico vooralsnog in op pm.

Financiële indicatie risico-inventarisatie en -kwantificering

Terug naar navigatie - Financiële indicatie risico-inventarisatie en -kwantificering

De omvang van de geïnventariseerde risico’s beweegt zich tussen een bedrag van € 320.000,- en een bedrag van € 790.000,- (zie kolom c). Indien alle risico’s zich tegelijk zouden voordoen, gaat het gemiddeld dus om een bedrag van € 555.000,-. Maar de kans hierop is niet erg groot. Uitgaande van de gemiddelde omvang en de geraamde ‘kansen’ bedraagt het totaal aan de nu geïnventariseerde risico’s een aanzienlijk lager bedrag: gemiddeld € 213.000,-, incidenteel.
Overigens suggereren deze bedragen een nauwkeurigheid die zich absoluut niet voordoet; het is de toevallige uitkomst van een kansberekening en niet een met zekerheid te voorspellen uitkomst. Voor zover risico's zich daadwerkelijk voordoen en deze structureel van aard zijn, zullen deze in exploitatie worden verwerkt. Voor zover geen aanvullende structurele dekking aanwezig is kan als uiterste middel een beroep worden gedaan op de onbenutte belastingcapaciteit. In onderstaande tabel is een financiële indicatie opgenomen van de omvang van het risico door de kans te vermenigvuldigen met het gemiddelde effect en is aangegeven of het risico van incidentele dan wel structurele aard is.

nr. omschrijving geraamde kans gemiddeld kans x effect kans x effect
omvang * effect incidenteel structureel
(bedragen x € 1.000,-) 25% 50% 75% (c : 2) (d,e of f x g) (d,e of f x g)
(a) (b) (c) (d) (e) (f) (g) (h) (i)
1 Personeelsvoorzieningen 30-60 x 45 34
2 Risico’s eigendommen 15-25 x 20 15
3 Gevolgen waardering activa 100-500 x 300 75
4 Informatiebeveiliging 30-30 x 30 8
5 Gladheidbestrijding 25-25 x 25 13
6 Natuurplagen 120-150 x 135 68
7 Uitvoering loonkostensubsidie pm x pm pm
Ondergrens risico’s 320
Bovengrens risico’s 790
Totaal gemiddelde risico’s 555
Totaal na kansberekening 213 pm

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Ten aanzien van de geraamde stand van de algemene reserve willen wij -met nadruk- vermelden dat het vooralsnog geprognosticeerde resultaten betreffen. Daadwerkelijke bestedingsvoorstellen moeten steeds beoordeeld worden aan de hand van werkelijk gerealiseerde resultaten. 

In onderstaand tabel wordt de prognose van de omvang van het weerstandsvermogen (algemene reserve: exclusief resultaatbestemming) weergegeven:

(bedragen x € 1.000,-) rekening begroting rekening
2022 2023 2023
a. noodzakelijke omvang (voldoende) 942 770 777
b. geïnventariseerde risico's (gemiddeld) 673 559 555
c. stand algemene reserve begin van het jaar 10.276 13.719 13.719
d. stand algemene reserve eind van het jaar 13.719 15.584 14.255
e. algemene reserve (vrije ruimte eind van het jaar): d - a 12.777 14.814 13.478
f. ratio algemene reserve eind van het jaar d / c 14,56 20,06 18,35
g. betekenis uitstekend uitstekend uitstekend

Kengetal en de signaleringswaarde

Terug naar navigatie - Kengetal en de signaleringswaarde

Het opnemen van financiële kengetallen in (de begroting en) de jaarstukken past in het streven naar meer transparantie. Ook geven de kengetallen meer inzicht in de ontwikkeling van de financiële positie en de baten en lasten van de gemeente. Het biedt de mogelijkheid om normen te stellen, net als bij de beoordeling van het weerstandsvermogen gebeurt. We relateren de normering zoveel mogelijk aan normen die door de VNG zijn voorgesteld.

Kengetallen: landelijke risico profielen categorie categorie categorie
A B C
1 A. netto schuldquote < 90% van 90% t/m 130% > 130%
1 B. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen < 90% van 90% t/m 130% > 130%
2. solvabiliteitsrisico > 30% van 20% t/m 30% < 20%
3. grondexploitatie < 20% van 20% t/m 35% > 35%
4. structurele exploitatieruimte >= 0% 0% < 0%
5. belastingcapaciteit < 100% van 100% t/m 105% > 105%

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Om de kengetallen te kunnen duiden is per kengetal een omschrijving opgenomen.

1A. Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten op de exploitatie. In beginsel is een zo laag mogelijke quote het meest gunstig. De netto schuldquote begeeft zich binnen de bandbreedte van categorie B.

1B. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Omdat bij leningen er onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal te berekenen, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast.

De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen. De netto gecorrigeerde schuldquote begeeft zich binnen de bandbreedte van categorie A.

2. De solvabiliteitsratio
Het solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin het activabezit van de gemeente is afbetaald en in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het betreft het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal. In feite wordt er naar gekeken in hoeverre, in geval van nood, de verschaffers van het vreemde vermogen kunnen worden betaald.

De solvabiliteitsratio van de jaarrekening 2023 bedraagt 34% ten opzichte van 30% in 2022. Dit wordt veroorzaakt, doordat het eigen vermogen in 2023 is toegenomen met het jaarresultaat. 

3. Kengetal grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de in exploitatie genomen gronden zich verhoudt tot de totale (geraamde) jaarlijkse baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Voor de berekening van het kengetal grondexploitatie worden bouwgronden in exploitatie gedeeld door de totale baten (exclusief de mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarden van verliesgevende plannen zijn gebaseerd op de actuele marktwaarde en voor verwachte verliezen zijn voorzieningen getroffen. Het risicoprofiel van de gemeente ten aanzien van grondexploitaties is vrij beperkt. Dit vertaalt zich in een laag kengetal grondexploitatie. 

De boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie is ook van invloed op beide schuldquotes en op de solvabiliteitsratio, omdat de bouwgronden zijn gefinancierd met vreemd vermogen. De balanswaarde (exclusief voorziening) van de bouwgronden in exploitatie bedraagt ca. € 5,143 miljoen.

4. Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal structurele exploitatieruimte geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten.

Voor de berekening van het kengetal structurele exploitatieruimte wordt het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves gedeeld door de totale baten (exclusief de mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage. Op basis van het kengetal blijkt dat er structurele ruimte is om tekorten of extra lasten binnen de huidige begroting op te vangen. Dit past binnen ons financieel beleid om strak te begroten. 

5. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeenten zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde waarde in de gemeente. Deze cijfers worden in de jaarlijkse meicirculaire bekend gemaakt. Het kengetal belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar te vergelijken met het landelijke gemiddelde in het jaar daarvoor. Het is de bevoegdheid van uw raad met welke omvang de belastingen worden aangepast. 

Kengetallen: Verloop van de kengetallen
streefwaarde Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023
netto schuldquote < 90% 76% 107% 85%
netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen < 90% 73% 104% 82%
solvabiliteitsrisico > 30% 30% 25% 34%
grondexploitatie < 35% 4% -1% 7%
structurele exploitatieruimte >= 0% 10% 2% 8%
belastingcapaciteit < 105% 91% 81% 81%

Beoordelen samenhang kengetallen

Terug naar navigatie - Beoordelen samenhang kengetallen

Uit de beschrijving van de verschillende kengetallen blijkt dat een afzonderlijk kengetal op zich weinig zegt over de financiële positie. Zo hoeft een hoge schuld geen nadelig effect te hebben op de financiële positie. Afhankelijk van wat er aan eigen vermogen en baten tegenover de schuld staat, zal aflossing veel of juist weinig problemen opleveren. Zo hoeft een tegenvallende ontwikkeling geen negatieve invloed te hebben in de situatie dat de vrije structurele exploitatieruimte groot is of als men over voldoende ruimte in belastingcapaciteit beschikt. Het is dus, met andere woorden, niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden
bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven over de financiële positie.

De gemeente Bladel beschikt nog steeds over een solide reservepositie en ondervindt geen problemen om aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het structureel begrotingsevenwicht is eveneens voldoende. Daarnaast moet worden aangetekend dat we voor wat betreft de belastingcapaciteit nog eveneens extra ruimte hebben omdat we beneden het landelijk gemiddelde in 2023 zitten met een percentage van 81 (gemiddelde is 100%).