De rekenkamer heeft een onderzoek uitgevoerd naar de gemeentelijke ervaringen met burgerinitiatieven. Met dit onderzoek beantwoordt de rekenkamer de vraag: "Welke ervaringen heeft de gemeente Bladel sinds de vaststelling van de vigerende nota opgedaan met overheidsparticipatie en welke lessen zijn daaruit te trekken voor de komende jaren?"
Geconcludeerd wordt dat:
“Met het vaststellen van de Participatienota in 2021 heeft Bladel een belangrijke stap gezet naar een goed onderbouwd en volwassen participatiebeleid. Binnen dit beleid is ook aandacht voor het ondersteunen van initiatieven uit de samenleving. Na 2021 is er weinig aandacht geweest voor de doorontwikkeling van het beleid. De participatieverordening in het kader van de omgevingswet is nog niet vastgesteld. Uitwerking in randvoorwaarden en procedures ontbreekt. Er zit nog veel ruimte in het beleid, ruimte die door betrokken ambtenaren naar eigen inzicht ingevuld kan worden. Over het algemeen zijn de ervaringen van zowel medewerkers van de gemeente als inwoners van Bladel die betrokken zijn bij initiatieven overigens wel positief. Verschillende initiatiefnemers zien ruimte voor verbetering, met name als het gaat om het missen van een gestructureerde werkwijze als om het ondersteunen van burgerinitiatieven. De algemene indruk is dat de gemeente Bladel openstaat voor initiatieven uit de samenleving, maar dat de werkwijze voor ondersteuning burgerinitiatieven binnen de gemeente Bladel niet is geformaliseerd. Eventuele ondersteuning hangt van verschillende, soms toevallige omstandigheden af. Er is sprake van zowel bestuurlijke als politieke steun voor een participatiebeleid waarin de ruimte wordt geboden aan initiatieven uit de samenleving. Er is een grote bereidheid om die vanuit de gemeente actief te ondersteunen, mits de doelen van die initiatieven aansluiten bij die van de gemeente. Omdat duidelijke kaders en richtlijnen ontbreken, is dit niet altijd duidelijk. Bovendien is er geen sprake van geregelde en vastgelegde evaluaties van de ondersteuning van initiatieven. De raad ontvangt geen algemene overzichten van de bijdrage van de gemeente en de opbrengsten daarvan. Om te waken tegen willekeur of ondersteuning van ‘the usual suspects’ zou er mee kunnen worden volstaan dat het college de raad met enige regelmaat informeert over aanvragen voor ondersteuning en de opvolging daarvan. Op die manier kunnen raadsleden zelf een beeld vormen van de veelzijdigheid in aanvragen, of het eventuele gebrek daaraan. Een betere vastlegging kan ook bijdragen aan het interne leervermogen van de organisatie om het beleid en de praktijk met burgerinitiatieven in de toekomst te versterken. De rekenkamer stelt vast dat een nauwgezette en gedocumenteerde toetsing van initiatiefaanvragen nauwelijks plaatsvindt. De rekenkamer heeft vastgesteld dat bij gebrek aan algemene kaders en richtlijnen ook nauwelijks toetsing kan plaatsvinden.”
De rekenkamer doet op basis van de conclusies aanbevelingen. De gemeenteraad besluit 6 aanbevelingen over te nemen waarbij het college is verzocht hieraan invulling te geven, en de raad over de voortgang ervan te informeren.
Aanbevelingen aan het college van B&W
- Geef aandacht aan de verdere uitwerking van de Nota Participatiebeleid. Stel op basis daarvan kaders en richtlijnen vast voor het ondersteunen van initiatieven in de samenleving en maak deze eenvoudig toegankelijk. Gebruik de nota mede om een participatieverordening voor te bereiden.
- Geef het ambtelijk apparaat een duidelijke werkwijze en kaders mee bij het ondersteunen van burgerinitiatieven om de afhankelijkheid van de specifieke betrokken ambtenaar kleiner te maken.
- Zorg voor een duidelijke (formele) ingang voor burgers met ideeën bij de gemeente, dit om willekeur welke burgerinitiatieven wel en niet ondersteund worden te voorkomen.
- Ga over de kaders en richtlijnen vooraf ook het gesprek met de raad aan.
- Besteed binnen de organisatie meer aandacht aan het vastleggen van ervaringen met initiatieven en gebruik deze inzichten om het beleid te evalueren en zo nodig te versterken.
- Versterk de informatievoorziening door een jaarlijks overzicht aan de gemeenteraad te verstrekken van de aangevraagde en ondersteunde initiatieven en de gerealiseerde opbrengsten.
Aanbevelingen aan de gemeenteraad:
- Voer in de raad het gesprek over de uitwerking van de Nota Participatiebeleid en de daaruit af te leiden kaders en richtlijnen voor concrete initiatieven.
- Benut het jaarlijks overzicht van aangevraagde en ondersteunde initiatieven om tot een oordeel te komen of de bijdragen van de gemeente voldoende aansluiten bij de wensen in de gemeenschap.
Voortgang adviezen & conclusies (college van B&W)
In de loop van 2025 zal een startnotitie worden gemaakt voor de herijking van het participatiebeleid inclusief tijdsplanning, zoals is toegezegd door de portefeuillehouder. De startnotitie wordt een opzet om aan de slag te gaan met het participatiebeleid en de -verordening. Hierin zal een globale planning worden opgenomen. De adviezen van de rekenkamer zullen hierin mee worden genomen. Er wordt ook een jaarrapportage participatie voor 2024 opgesteld. Deze zal bij de startnotitie worden gevoegd.
Sinds 1 januari 2025 is eveneens de Wet versterking participatie op decentraal niveau van kracht. Deze wet wijzigt artikel 150 van de Gemeentewet en stelt een participatieverordening per 1 januari 2027 verplicht. Het uitdaagrecht wordt door deze wijziging ook wettelijk verankerd.