4.2 Lokale heffingen

Voorwoord

Terug naar navigatie - Voorwoord

Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen. Het heffen van lokale belastingen en heffingen stelt de gemeente in staat om maatschappelijke voorzieningen op een evenwichtige wijze in stand te houden. 

De wet geeft duidelijke kaders aan voor de heffing, invordering en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Gemeentelijke heffingen kunnen daarnaast worden onderscheiden in ongebonden heffingen en heffingen die gebonden zijn aan bepaalde leveringen en diensten van de gemeente. Ongebonden heffingen (belastingen) behoren tot de algemene dekkingsmiddelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten van deze belastingen niet voor een specifiek en wettelijk bepaald doel maar voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen mogen worden ingezet. 

Voor de gebonden heffingen is er wel sprake van een directe relatie tussen de heffing en de gemeentelijke taak. Onze dienstverlening dient kostendekkend te zijn. Ook de Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting beschouwen we als een gebonden heffing, omdat de opgelegde belastingen één-op-één doorbetaald worden aan de ondernemers (OVB) en de vertegenwoordiging van de eigenaren.

Onroerende zaakbelastingen

Terug naar navigatie - Onroerende zaakbelastingen

We heffen op grond van artikel 220 van de Gemeentewet directe belastingen op de onroerende zaken die binnen de gemeente liggen, de zogenaamde onroerendezaakbelastingen (OZB) en zijn  onder te verdelen in drie categorieën:
1. Belasting op het gebruik van niet-woningen;
2. Belasting op het bezit van niet-woningen en
3. Belasting op het bezit van woningen.

De heffingsgrondslag is de vastgestelde economische waarde naar de peildatum 1 januari 2023. We rekenden, op basis van informatie van de Waarderingskamer (wettelijke toezichthouder op de uitvoering van de Wet WOZ), met een gemiddelde waardeontwikkeling van 5,0% voor woningen en -/- 1,0% voor de niet-woningen. Bij een waardestijging verlagen we het tarief OZB om niet meer dan de gewenste totaalopbrengst te genereren. Dit uitgangspunt werkt uiteraard ook andersom. Wanneer de WOZ waarde daalt, moeten we met een hoger tarief de begrote totaalopbrengst behalen. Hierna werd aanvankelijk een verhoging van 8,00% toegepast. Deze verhoging bestond enerzijds uit een trendmatige aanpassing van 3,10% (inflatiepercentage) en anderzijds  een boven trendmatige verhoging van 4,90%. 

Voor belastingjaar 2024 (waardepeildatum 1 januari 2023) zijn 14.593 WOZ-beschikkingen verzonden. Er werden 710 formele bezwaren tegen de WOZ-waarde van onroerende zaken ontvangen. Deze bezwaren zijn allen binnen de daarvoor gestelde termijnen afgewikkeld. In 365 (51,41%) van de gevallen betrof het bezwaren van no cure no pay bureaus. Van de bezwaarschriften tegen de WOZ-beschikking werd 19,30% (137 stuks) gegrond verklaard, waar in 2023 nog 26,09% gegrond werd verklaard. Het gevolg van een gegrond bezwaar is dat de aanslag OZB wordt aangepast. In de ramingen ten aanzien van de OZB is rekening gehouden met het toekennen van bezwaren. 

De navolgende opbrengsten werden gerealiseerd:

Onroerende-zaakbelasting (€) Werkelijk 2023 Begroot 2024 Werkelijk 2024 Verschil
Eigenaar woningen 2.547.000 2.833.000 2.828.000 -5.000
Eigenaar niet-woningen 1.203.000 1.467.000 1.442.000 -25.000
Gebruiker niet-woningen 911.000 999.000 952.000 -47.000
Totaal onroerende zaakbelastingen 4.661.000 5.299.000 5.222.000 -77.000
(- = nadeel en + = voordeel)

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

Via de exploitanten van recreatieve ondernemingen wordt een toeristenbelasting geheven van personen die in de gemeente Bladel verblijven maar niet zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisregistratie personen. De toeristenbelasting kan worden gezien als een bijdrage in de kosten van de (algemene) voorzieningen die de gemeente treft. Het tarief voor 2024 werd voor verblijf in vaste onderkomens vastgesteld op € 1,82 per overnachting (2023: € 1,77) en voor het verblijf in mobiele onderkomens op € 1,72 (2023: € 1,67). Met ingang van 2022 worden arbeidsmigranten ook betrokken in de heffing van de toeristenbelasting. In afwijking van het geldende tarief bedraagt het tarief voor verblijf langer dan twee maanden voor werkdoeleinden per persoon, per overnachting 50%, van het geldende tarief.

 De opbrengst van de toeristenbelasting 2024 is gebaseerd op een ontvangen prognose van het aantal overnachtingen voor 2024 van de grootste ondernemer in onze gemeente aangevuld met een inschatting van het aantal overnachtingen voor de overige verblijfsaccommodaties en campings. Dit leidt ten opzichte van de begroting tot een hogere opbrengst van € 31.000,-. Daarnaast zijn er over 2023 nog definitieve aanslagen opgelegd hetgeen resulteerde in een lagere opbrengst van € 41.000,- ten opzichte van de geraamde opbrengst. De reden hiervoor is dat de definitieve aanslagen over 2023 die we oplegden in 2024 uiteindelijk lager uitkwamen dan de verwachting. De navolgende opbrengsten werden gerealiseerd:

Toeristenbelasting (€) Werkelijk 2023 Begroot 2024 Werkelijk 2024 Verschil
Toeristenbelasting 1.520.000 1.519.000 1.550.000 31.000
Toeristenbelasting afwikkeling vorige jaren 47.000 4.000 -37.000 -41.000
Totaal toeristenbelasting 1.567.000 1.523.000 1.513.000 -10.000
(- = nadeel en + = voordeel)

Gebonden heffingen

Terug naar navigatie - Gebonden heffingen

Onder de gebonden heffingen worden die vergoedingen begrepen waarvoor de gemeente een individuele dienst wordt geleverd. Voor heffingen waarbij kosten worden verhaald, geldt dat de gemeente er geen winst op mag maken en alleen de daadwerkelijke kosten in rekening mag brengen. De kostendekkendheid is het percentage van de geraamde lasten ten opzichte van de geraamde baten.

Toerekening overhead aan tarieven
De grondslagen voor de toerekening van overhead zijn in de 'Financiële verordening gemeente Bladel 2023' vastgelegd. De toerekening van overhead aan de heffingen geschiedt op basis van een opslag met een vast percentage. Het percentage wordt vastgesteld met de formule: (totale kosten overhead / omvang totale personeelslasten inclusief totale kosten overhead) x 100%. Het is een eenvoudige methode om de overhead toe te rekenen aan de doorbelaste loonkosten. Op basis van de cijfers uit de begroting 2024 bedraagt deze opslag 64% (afgerond). Met deze opslag benaderen we dan de integrale kostprijs.

BTW wordt meegerekend in tarieven
De btw speelt bij de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de leges een speciale rol omdat wij in de kosten, die we via die heffingen verhalen, ook de te betalen btw mogen meerekenen. Die betaalde btw is weliswaar verhaalbaar via het BTW-compensatiefonds, maar omdat dat fonds wordt gevoed vanuit het gemeentefonds (uitname), is dat feitelijk een ‘sigaar uit eigen doos’. Ter compensatie daarvan loopt de btw dus mee in de kosten, die via de betreffende heffingen worden verhaald. Daardoor zijn in de jaarrekening de werkelijke baten ook hoger dan de werkelijke corresponderende lasten.

Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting

Terug naar navigatie - Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting

Voor een toekomstbestendig koopcentrum in Bladel is behoefte aan een structurele samenwerking tussen publieke en private partijen, op basis van gelijkwaardigheid en met een gezamenlijke inzet van middelen. De BIZ belasting maakt het mogelijk voor ondernemers om gezamenlijk te investeren in een aantrekkelijke bedrijfsomgeving door het bevorderen van de leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander publiek belang in de openbare ruimte van het BIZ-gebied.

De navolgende opbrengsten en lasten worden gerealiseerd:

Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting (€) Werkelijk 2023 Begroot 2024 Werkelijk 2024 Verschil
Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting 93.000 90.000 89.000 -1.000
Doorbetaling Bedrijven InvesteringsZone (BIZ) belasting -93.000 -93.000 -92.000 1.000
Totaal BIZ -3.000 -3.000
(- = nadeel en + = voordeel)

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Op grond van artikel 228a van de Gemeentewet wordt een rioolheffing geheven. De rioolheffing wordt opgelegd aan de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect via de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De tarieven voor de rioolheffing zijn in 2024 voor zowel 4-persoonshuishouden als 2-persoonshuishouden gelijk gebleven ten opzichte van 2023. Het positieve resultaat wordt verrekend met de egalisatievoorziening riolering.  

Kostendekkendheid rioolheffing (€) taakveld Werkelijk 2023 Begroot 2024 Werkelijk 2024 Verschil
Kosten taakveld riolering 7.2 -1.428.000 -1.949.000 -1.864.000 85.000
Kosten taakveld inkomensregelingen 6.3 -21.000 -24.000 -20.000 4.000
Inkomsten taakveld riolering (exclusief heffingen) 7.2 23.000 4.000 23.000 19.000
Netto kosten taakveld riolering -1.426.000 -1.969.000 -1.861.000 108.000
Toegerekende kosten:
Overhead (inclusief rente omslag) 0.4 -121.000 -57.000 -58.000 -1.000
BTW -145.000 -256.000 -185.000 71.000
Egalisatie taakveld riolering 7.2 -490.000 156.000 -47.000 -203.000
Totale kosten taakveld riolering -2.182.000 -2.126.000 -2.151.000 -25.000
Opbrengst heffingen 7.2 2.182.000 2.126.000 2.151.000 25.000
Dekkingspercentage 100% 100% 100%
(- = nadeel en + = voordeel)

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De kosten van inzameling en verwerking van huishoudelijk afval worden in Bladel in rekening gebracht via een afvalstoffenheffing, waarbij het tarief afhangt van de omvang van het huishouden. De opbrengst van de afvalstoffenheffing behoort niet tot de algemene middelen, maar wordt gebruikt om de kosten te dekken van de afvalinzameling en -verwerking. Het uitgangspunt hierbij is dat de tarieven voor 100% kostendekkend zijn.

De tarieven voor afvalstoffenheffing zijn in 2024 voor 4-persoonshuishouden gedaald met 1,67% en voor 2-persoonshuishouden zijn deze gelijk gebleven ten opzichte van 2023. Het negatieve resultaat wordt verrekend met de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing. 

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing (€) taakveld Werkelijk 2023 Begroot 2024 Werkelijk 2024 Verschil
Kosten taakveld afval 7.3 -1.793.000 -1.942.000 -1.864.000 78.000
Inkomsten taakveld afval (exclusief heffingen) 7.3 930.000 768.000 851.000 83.000
Kosten taakveld verkeer en vervoer 2.1 -52.000 -52.000 -52.000
Kosten taakveld inkomensregelingen 6.3 -20.000 -21.000 -22.000 -1.000
Netto kosten taakveld -935.000 -1.247.000 -1.087.000 160.000
Toegerekende kosten:
Overhead (inclusief rente omslag) 0.4 -261.000 -169.000 -171.000 -2.000
BTW -297.000 -278.000 -367.000 -89.000
Egalisatie taakveld afval 7.3 35.000 176.000 176.000
Totale kosten taakveld afval -1.458.000 -1.518.000 -1.449.000 69.000
Opbrengst heffingen 7.3 1.458.000 1.485.000 1.422.000 -63.000
Dekkingspercentage 100% 98% 98% 6.000
(- = nadeel en + = voordeel)

Leges

Terug naar navigatie - Leges

De gemeente heft leges voor de door de gemeente verstrekte diensten. Het gaat om het verhalen van de kosten die de gemeente maakt voor de dienstverlening aan individuele burgers en bedrijven. Voorbeelden daarvan zijn o.a. leges voor de aanvraag van vergunningen, voor aanvraag van paspoorten en rijbewijzen e.d. Ook bij de leges is het uitgangspunt dat de tarieven voor 100% kostendekkend zijn in de begroting.  

De navolgende opbrengsten en lasten worden gerealiseerd:

leges (€) taakveld Werkelijk 2023 Begroot 2024 Werkelijk 2024 Verschil
Kosten taakveld burgerzaken 0.2 -265.000 -462.000 -414.000 48.000
Kosten taakveld burgerzaken 1.2 -21.000 -192.000 -184.000 8.000
Kosten taakveld verkeer en vervoer 2.1 -26.000 -28.000 -35.000 -7.000
Kosten taakveld samenkracht en participatie 6.1 -39.000 -5.000 -2.000 3.000
Kosten taakveld wonen en bouwen 8.3 -758.000 -284.000 -271.000 13.000
Netto kosten taakvelden -1.109.000 -971.000 -906.000 65.000
Toegerekende kosten:
Overhead (inclusief rente omslag) 0.4 -475.000 -355.000 -299.000 56.000
BTW -48.000 -48.000 -48.000
Totale kosten taakvelden -1.632.000 -1.374.000 -1.253.000 121.000
Opbrengst leges titel I t/m III 871.000 1.374.000 1.414.000 40.000
Dekkingspercentage 53% 100% 113% 161.000
(- = nadeel en + = voordeel)

Leges nadere analyse

Terug naar navigatie - Leges nadere analyse

De werkelijke legesopbrengsten (inclusief rijksleges) waren in 2024 per saldo € 40.000,- hoger dan de geraamde opbrengst. De grootste afwijking betreft de meeropbrengst op taakveld 0.2 (burgerzaken). De reden hiervoor is dat de gerealiseerde opbrengst voor reisdocumenten hoger is dan geraamd. De netto opbrengst van reisdocumenten laat zich moeilijk ramen, omdat de opbrengst sterk afhankelijk is van het aantal verstrekkingen. In zijn totaliteit werden de navolgende opbrengsten gerealiseerd:

opbrengst leges (€) taakveld Werkelijk 2023 Begroot 2024 Werkelijk 2024 Verschil
Titel I: Secretarieleges (inclusief rijksleges) 0.2 266.000 424.000 475.000 51.000
Titel I: Secretarieleges (inclusief rijksleges) 2.1 148.000 61.000 63.000 2.000
Titel I: Secretarieleges (inclusief rijksleges) 6.1 4.000 4.000 2.000 -2.000
Titel II: Leges omgevingsvergunningen 8.1 5.000 15.000 14.000 -1.000
Titel II: Leges omgevingsvergunningen 8.3 436.000 854.000 844.000 -10.000
Titel III: Leges bijzondere wetten 1.2 12.000 16.000 16.000
Totaal leges 871.000 1.374.000 1.414.000 40.000
(- = nadeel en + = voordeel)

Gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid

Voor de meeste inwoners van onze gemeente levert het betalen van de gemeentelijke belastingen en heffingen geen probleem op. Er zijn echter ook personen voor wie de betaling van de gemeentelijke belastingen een buitengewone inspanning betekent. Voor hen is er de mogelijkheid om een beroep te doen op de kwijtscheldingsregeling die in de gemeente wordt toegepast. De gemeente heeft beperkte beleidsvrijheid, aangezien deze sterk is gekoppeld aan normen die door het Rijk worden opgelegd. Bij besluit van 20 december 2001 heeft uw raad de “kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen” vastgesteld. Deze regeling heeft uitsluitend betrekking op de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

De kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing bedroeg in 2024 € 22.000,- en voor de rioolheffing € 20.000,-. De totale kwijtschelding bedraagt derhalve € 42.000,- (2023: € 41.000,-).

Aanslagoplegging gemeentelijke belastingen 2024

Terug naar navigatie - Aanslagoplegging gemeentelijke belastingen 2024

Voor belastingjaar 2024 hebben we gekozen voor één gecombineerde aanslag gemeentelijke belasting die eind februari 2024 werd opgelegd met daarop:

  • de WOZ-beschikking
  • de aanslag onroerende zaakbelastingen
  • het vastrecht afvalstoffenheffing                             
  • het vastrecht rioolheffing
  • BIZ-belasting voor eigenaren en gebruikers     
  • het variabele tarief afvalstoffenheffing 2023 (diftar)

Bij het betalen van de gecombineerde aanslag via automatisch incasso wordt uitgegaan van 10 termijnen. Voor diegene die geen gebruik maken van het automatisch incasso blijft het aantal betaaltermijnen 2. 

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

Gemiddeld steeg de belastingdruk voor 2-persoonshuishouden met 1,55% en voor 4-persoonshuishouden met 0,92%. Hieronder wordt de lastendruk 2024 ten opzichte van 2023 weergegeven:

Ontwikkeling belastingdruk twee persoonshuishouden (€) Tarief 2023 Tarief 2024 perc.
Onroerende zaakbelasting 297,00 307,00 3,37%
Afvalstoffenheffing 2 persoonshuishouden 166,00 166,00 0,00%
Rioolheffing 2 persoonshuishouden 182,00 182,00 0,00%
Totaal per 2 persoonshuishouden 645,00 655,00 1,55%
Ontwikkeling belastingdruk vier persoonshuishouden (€) Tarief 2023 Tarief 2024 perc.
Onroerende zaakbelasting 297,00 307,00 3,37%
Afvalstoffenheffing 4 persoonshuishouden 180,00 177,00 -1,67%
Rioolheffing 4 persoonshuishouden 285,00 285,00 0,00%
Totaal per 4 persoonshuishouden 762,00 769,00 0,92%